Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Haarlem, 5 de Octubre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Octubre de 2007
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige douanekamer

Procedurenummer: AWB 06/9961

Uitspraakdatum: 5 oktober 2007

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V.,, gevestigd

te Z, eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane te P, verweerder.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 24 april 2006 een uitnodiging tot betaling (UTB), uitgereikt ten bedrage van € 1.199,10 aan douanerechten en € 2.506,10 aan omzetbelasting.

    1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 september 2006 de UTB gehandhaafd.

    1.3. Eiseres heeft daartegen bij brief van 28 september 2006, ontvangen bij de rechtbank op 29 september 2006, beroep ingesteld. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. Bij brief van 20 november 2006 heeft eiseres een nader stuk ingediend. Een afschrift hiervan is verweerder toegezonden.

    1.4. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 september 2007 te Haarlem. Namens eiseres is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, zonder bericht van afwezigheid, niemand verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door A.

    Van het verder ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

  2. Feiten

    2.1. Eiseres heeft op 1 juni 2005 aangifte tot plaatsing onder de regeling extern communautair douanevervoer gedaan van een personenauto merk B (hierna: de auto). De auto was voorzien van een in C geregistreerd kenteken. Het kantoor van vertrek was D in Nederland en het kantoor van bestemming was E.

    2.2. Verweerder heeft op 1 juli 2005 een "Mededeling niet beÎindiging regeling douanevervoer T1" aan eiseres gezonden met het verzoek het bewijs te leveren dat de regeling op regelmatige wijze was beÎindigd, dan wel, ingeval dat bewijs niet geleverd kon worden, informatie te verschaffen aan de hand waarvan een nasporingsprocedure kon worden ingeleid.

    2.3. Verweerder heeft op 27 juli 2005 een verzoek tot nasporing verzonden aan het kantoor van bestemming. Verweerder heeft op 5 september 2005 bericht van het kantoor van bestemming ontvangen, dat noch de zending noch het daarop betrekking hebbende document bij het kantoor van bestemming werden aangeboden en dat over het verblijf van zending en document geen nadere gegevens konden worden verkregen.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT