Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 29 de Noviembre de 2007

Datum uitspraak29 de Noviembre de 2007
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

05/7248 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellante],

tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 november 2005, 04/1403 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 29 november 2007

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellante heeft H.J.A Aerts, werkzaam bij Delescen & Scheers Advocaten te Roermond, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2007. Appellante is - met voorafgaand bericht - niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I.D. Mak.

  2. OVERWEGINGEN

    Bij besluit van 27 oktober 2004 (hierna: het bestreden besluit) heeft het Uwv ongegrond verklaard het bezwaar van appellante tegen een besluit van 5 juli 2004, waarbij de uitkering van appellante ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering met ingang van 24 augustus 2004 is herzien en nader vastgesteld naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%.

    De rechtbank heeft, zoals uit de aangevallen uitspraak blijkt, geoordeeld dat er geen redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van de belastbaarheid van appellante op de in geding zijnde datum, zoals die door het Uwv is vastgesteld. Voorts heeft de rechtbank geoordeeld dat de functies waarop de arbeidsdeskundige F. Klein Koerkamp de onderhavige schatting heeft gebaseerd, in medisch opzicht geschikt zijn voor appellante.

    In hoger beroep heeft appellante haar grieven in bezwaar en beroep herhaald, waarbij zij met name heeft aangevoerd dat de rechtbank bij haar oordeelsvorming te weinig gewicht heeft toegekend aan een door appellante overgelegd neuropsychiatrisch rapport van 28 februari 2005 van de zenuwarts dr. H.L.S.M. Busard.

    Uit de aangevallen uitspraak blijkt dat de rechtbank zich heeft geconformeerd aan het standpunt van de bezwaarverzekeringsarts G.P.J. de Kanter.

    Voorts heeft de Raad, in hetgeen overigens door appellante is aangevoerd, geen aanleiding gevonden om inhoudelijk anders te oordelen over het bestreden besluit dan de rechtbank in de aangevallen uitspraak heeft gedaan.

    Uit het rapport van dr. Busard blijkt dat hij bij zijn oordeelsvorming goeddeels...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT