Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zutphen, 27 de Noviembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Noviembre de 2007
Uitgevende instantie:Rechtbank Zutphen

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Kanton - Locatie Zutphen

Zaaknummer: 307696 CV EXPL 07-1159

grosse aan mr. Meerdink en afschrift aan mr. Van der Zwan d.d.

vonnis van de kantonrechter d.d. 27 november 2007

inzake

  1. [eiser sub 1.] en

  2. [eiser sub 2.],

    beiden wonende te [plaats]

    eisers in conventie, gedaagden in reconventie,

    gemachtigde: mr. J. Meerdink, advocaat en procureur te Amsterdam,

    tegen

  3. [gedaagde sub 1.] en

  4. [gedaagde sub 2.]

    beiden wonende te [plaats]

    gedaagden in conventie, eisers in reconventie,

    gemachtigde mr. S.M. van der Zwan, advocaat en procureur te Dieren.

    Partijen worden hierna mede aangeduid als verhuurders respectievelijk huurders.

    Het verdere procesverloop

    Dit verloop blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 28 augustus 2007;

    - de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte wijziging van eis in conventie;

    - de comparitie na antwoord van 6 november 2007, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden.

    De feiten

    2.1 Op 7 oktober 1996 hebben verhuurders aan rechtsvoorgangers van huurders verhuurd de bedrijfsruimte met bovenwoning gelegen aan de [adres en plaats]. Blijkens de artikelen 1.1 en 4.1 van het huurcontract was het gehuurde bestemd voor het exploiteren van een brasserie, met dien verstande dat omtrent de bovenwoning was bepaald: "De onzelfstandige woonruimte boven (...) kan uitsluitend gebruikt worden als bedrijfsbewoning zijnde woning met eventueel kantoorruimte voor de brasserie."

    2.2 Aan het huurcontract wordt nog het volgende ontleend:

    "4.2.2 Slechts na schriftelijke toestemming van de verhuurders kan er in afwijking van 4.2.1 een bar gebouwd worden.

    4.3 Het is aan huurder verboden de gedaante, het uiterlijk of de inrichting van het huurobject te wijzigen of enige verbouwing daarin of daaraan uit te (doen) voeren zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder.

    4.4 Huurder dient zelf ervoor zorg te dragen dat hij beschikt of komt te beschikken over de vergunningen en/of ontheffingen, die in verband met de uitoefening van zijn bedrijf in het huurobject in overeenstemming met de bestemming ervan krachtens deze huurovereenkomst benodigd mochten zijn of worden. Een niet of niet meer beschikken over dergelijke vergunningen en/of ontheffingen komt voor rekening en risico van huurder en geeft geen grond voor huurder om deze huurovereenkomst te (doen) ontbinden of nietig te (doen) verklaren of enige andere actie tegen verhuurder, in of buiten rechte, te richten.

    4.5 Indien en voor zover in of aan het huurobject aanpassingen c.q. voorzieningen op overheidsvoorschrift moeten worden aangebracht met het oog op (de aard van) het door huurder in het huurobject uit te oefenen of uitgeoefende bedrijf, komen deze aanpassingen c.q. voorzieningen voor rekening van huurder.

    4.6 Huurder is verplicht het huurobject zodanig te gebruiken, dat niet in strijd wordt gehandeld met enige wet, verordening of enig ander overheidsvoorschrift en dat ook niet het gevaar ontstaat dat enige overheidsvergunningen zal of kan worden ingetrokken."

    2.3 Tussen verhuurders en de rechtsvoorgangers van huurders is op 6 november 1998 een wijziging van het contract overeengekomen, waarbij onder meer de in artikel 4.1 genoemde bestemming "brasserie" werd vervangen door "restaurant".

    2.4 Huurders zijn met ingang van 1 februari 2006 met medewerking van verhuurders in de plaats gesteld als huurders. Daartoe is tussen partijen op 12 januari 2006 ook een "3e aanhangsel bij de huurovereenkomst" overeengekomen, waarin onder meer de huurprijs werd vastgelegd en waarin huurders verklaren "dat de bovenetage niet bewoond wordt en niet bewoond zal gaan worden." Huurders zijn vervolgens in het gehuurde het restaurant De Barones gaan exploiteren. Verhuurders wonen naast de bedrijfsruimte, huurders elders.

    2.5 In de loop van het jaar 2006 is tussen partijen ernstig verschil van inzicht gerezen, met name omtrent de contractuele bestemming van de bovenwoning die huurders bij de bedrijfsvoering hebben ingeschakeld, maar ook over tal van andere zaken. Exploitatie van de bovenverdieping (aanvankelijk als een soort tentoonstellings- en ontvangstruimte, later als de horecaruimte Cantamaroc) werd door verhuurders vooralsnog gedoogd.

    2.6 Bij brief van 18 december 2006 heeft [naam] Verzekeringen aan verhuurders bericht dat de opstalverzekeraar de risicoverhoging vanwege de exploitatie van de bovenverdieping niet wenste te verzekeren en dat de verzekering werd opgezegd tegen 15 januari 2007. Verhuurders hebben daarna het pand opnieuw verzekerd.

    2.7 Bij schrijven van 30 januari 2007 heeft de gemeente Brummen - na een melding door verhuurders - aan huurders een dwangsombeschikking alsmede de intrekking van hun horecavergunning in het vooruitzicht gesteld. Zij heeft dit gedaan op grond van - kort gezegd - een gebrek aan mechanische ventilatie in het gehuurde, het ontbreken van een brandmeldingsinstallatie en het ontbreken van een gebruiksvergunning. Een en ander is overigens na actie zijdens huurders inmiddels van de baan.

    2.8 Omstreeks eind februari hebben huurders bij de politie tegen verhuurders...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT