Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Utrecht, 5 de Diciembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Diciembre de 2007
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rolnummer: 219651 / HA ZA 06-2298

Vonnis van 5 december 2007

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

procureur mr. A.J. Verhagen,

tegen

  1. [gedaagde sub 1],

    wonende te [woonplaats],

  2. [gedaagde sub 2],

    wonende te [woonplaats],

  3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [gedaagde sub 3],

    gevestigd te De Bilt,

    gedaagden,

    procureur mr. T.A. Vis

    Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde c.s.] genoemd worden.

  4. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 20 december 2006;

    - het proces-verbaal van comparitie van 19 maart 2007.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  5. De feiten

    2.1. [eiseres] is sinds 2004 eigenaar van het perceel [adres]. Voordat [eiseres] de woning op dit perceel betrok was de familie [x] van 1987 tot 2004 eigenaar en bewoner van het perceel. Sinds 1966 bewoont [gedaagde c.s.] het daarnaast gelegen perceel [adres]. Sinds 1976 is hij hiervan tevens eigenaar. In 2004 is het perceel [adres] op naam gesteld van [gedaagde sub 3], de onderneming van [gedaagde sub 1].

    2.2. Tussen de woningen van [eiseres] en [gedaagde c.s.] bevindt zich een betegelde steeg van ongeveer 2.20 meter breed. De erfgrens tussen beide percelen loopt door het midden van deze steeg in de lengterichting, waardoor de steeg voor de helft behoort tot het perceel van [eiseres] en voor de helft tot het perceel van [gedaagde c.s.].

    2.3. Met betrekking tot deze percelen onderling staan geen erfdienstbaarheden ingeschreven in de registers van het Kadaster.

    2.4. Bij brief van 16 mei 2006 heeft [eiseres] [gedaagde c.s.] in kennis gesteld van haar voornemen om tegen het midden van de steeg aan haar kant van de erfgrens een schutting te plaatsen.

    2.5. Bij vonnis in kort geding van de rechtbank Utrecht van 27 juli 2006 heeft de voorzieningenrechter overwogen dat [gedaagde c.s.] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de steeg is aan te merken als buurweg en geoordeeld dat [eiseres] geen erfafscheiding mag plaatsen en moet dulden dat [gedaagde c.s.] gebruik maakt van de steeg.

    2.6. Op 19 maart 2007 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden waarbij de rechter in aanwezigheid van bovengenoemde partijen en procureurs de steeg waar dit geschil betrekking op heeft, heeft bekeken.

  6. Het geschil

    3.1. [eiseres] heeft samengevat - gevorderd dat de rechtbank:

    - voor recht verklaart dat [gedaagde c.s.] geen recht op gebruik heeft van het perceelgedeelte van [eiseres] langs de erfafscheiding;

    - [gedaagde c.s.] veroordeelt te dulden dat [eiseres] een erfafscheiding zal plaatsen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,-...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT