Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 8 de Enero de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 8 de Enero de 2008
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. YH

rolnr. C0600338/BR

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,

sector civiel recht,

eerste kamer, van 8 januari 2008,

gewezen in de zaak van:

  1. [APPELLANT SUB 1],

    wonende te [plaats],

  2. [APPELLANT SUB 2],

    wonende te [plaats],

  3. [APPELLANTE SUB 3],

    wonende te [plaats],

    appellanten,

    procureur: mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,

    tegen

    [GEœNTIMEERDE],

    wonende te [plaats],

    geÔntimeerde,

    procureur: mr. M.B.P. Geraedts,

    op het bij exploot van dagvaarding d.d. 14 februari 2006 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Breda onder rolnummer 144338/HA ZA 05-597 op 25 januari 2006 uitgesproken tussen appellanten - nader in enkelvoud te noemen [appellant sub 1 c.s.] - als eisers en geÔntimeerde - nader te noemen [geÔntimeerde] - als gedaagde.

  4. De procedure in eerste aanleg

    Hiervoor verwijst het hof naar het beroepen vonnis welk vonnis zich bij de stukken bevindt. Aan het vonnis is een tussenvonnis voorafgegaan waarin een comparitie is gelast. Ook dit vonnis bevindt zich in het dossier.

  5. De procedure in hoger beroep

    Bij memorie van grieven heeft [appellant sub 1 c.s.] onder overlegging van producties zeven grieven aangevoerd en geconcludeerd als in die memorie nader omschreven.

    Vervolgens heeft [geÔntimeerde] bij memorie van antwoord de grieven bestreden en geconcludeerd als in die memorie nader omschreven.

    Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd. Bij de overgelegde stukken ontbreekt de kadastrale kaart die volgens het eindvonnis van de rechtbank aan dat vonnis gehecht zou zijn.

  6. De grieven

    Voor de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven.

  7. De beoordeling van de grieven

    4.1 De grieven richten zich niet tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank in rechtsoverweging 3.2 van het eindvonnis. Het hof zal de feiten hierna duidelijkheidshalve herhalen.

    4.2 Het gaat in dit geschil om het volgende.

    (a) [appellant sub 1 c.s.] is eigenaar van twee percelen te [plaats], kadastraal bekend [gemeente] , sectie H, nummers [kadasternummer] en [kadasternummer] (hierna aan te duiden als [perceel 1] respectievelijk [perceel 2]). [geÔntimeerde] is eigenares van drie percelen te [plaats], kadastraal bekend [gemeente], sectie H, nummers [kadasternummer], [kadasternummer], en [kadasternummer] (hierna aan te duiden als [perceel 3], [perceel 4] respectievelijk [perceel 5]).

    (b) De percelen [perceel 2] en [perceel 6] vormden tot 1956 het kadastrale perceel genummerd [perceel 7].

    (c) Het gedeelte thans genummerd [perceel 6] is bij notariÎle akte van 4 december 1956 (productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) door een zekere [persoon 1] verkocht en geleverd aan [persoon 2]; het perceel is door [persoon 2] in 1981 bij notariÎle akte (productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) geleverd aan [persoon 3]. In beide notariÎle akten is opgenomen dat op dit perceel een erfdienstbaarheid van weg is gevestigd ten behoeve van het andere deel van [perceel 7].

    (d) Het resterende deel van [perceel 7] is in 1957 door [persoon 1] voornoemd verkocht en geleverd aan [persoon 4], die het op haar beurt in 1986 heeft verkocht en geleverd aan de moeder van appellanten.

    (e) Vanaf de [straatnaam] loopt langs de zijkant van [perceel 4] (maar niet Ûp dat perceel) een pad dat uitkomt op [perceel 2]. Dit pad wordt hierna (in navolging van de rechtbank) "de toegangsweg" genoemd.

    (f) Op verzoek van [appellant sub 1 c.s.] heeft het kadaster op 15 juli 1996 een kadastrale uitmeting verricht met betrekking tot [perceel 2] (productie 3 bij dagvaarding in eerste aanleg). Bij deze kadastrale uitmeting waren [persoon 3] voornoemd en de echtgenoot van [geÔntimeerde] aanwezig. Geen van hen heeft bezwaar gemaakt tegen de aangewezen grenspunten.

    4.3. In eerste aanleg heeft [appellant sub 1 c.s.] gevorderd voor recht te verklaren dat de grenzen van de percelen [perceel 4] en [perceel 2] lopen overeenkomstig de kadastrale meting van 15 juli 1996; voorts voor recht te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT