Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Utrecht, 16 de Enero de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak16 de Enero de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rolnummer: 214884 / HA ZA 06-1575

Vonnis van 16 januari 2008

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

procureur mr. P.J. Soede,

tegen

de naamloze vennootschap

LEVOB BANK N.V.,

gevestigd te Leusden,

gedaagde,

procureur mr. I.M. Jebbink.

Partijen zullen hierna [eiseres] en Levob genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 30 augustus 2006

    - het proces-verbaal van comparitie van 31 januari 2007.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. [eiseres] heeft op 23 november 2000 een vijftal aandelenleaseovereenkomsten met Levob getekend, genaamd "Levob Hefboom Effect", verder te noemen Hefboomovereenkomsten.

    2.2. De overeenkomsten zijn aangegaan via bemiddeling door Verenigd Spaarplan Nederland, verder te noemen VSN, te Enschede, welke onderneming inmiddels is gefailleerd. [eiseres] was in 1998 door VSN benaderd met de vraag of een medewerker langs mocht komen voor een vrijblijvend gesprek. [eiseres] is daarbij geadviseerd om twee 'Capital Effect overeenkomsten' met Dexia te sluiten, gekoppeld aan een lijfrentepolis.

    Eind 2000 is mevrouw [naam], medewerkster van VSN, langs geweest bij [eiseres]. Zij heeft [eiseres] geadviseerd de overwaarde van haar woning te benutten voor het financieren van een nieuwe keuken. Er is een tweede hypotheek afgesloten en er zijn - onder meer - de vijf overeenkomsten met Levob aangegaan. Aan [eiseres] zijn twee folders over - onder meer - het "Levob Hefboom Effect" gegeven.

    2.3. De overeenkomsten hadden een looptijd van vijf jaar. Met de vijf overeenkomsten is een geleend bedrag gemoeid van EUR 40.000,00. Tijdens de looptijd van de overeenkomsten was [eiseres] maandelijks rente verschuldigd. De maandelijkse rentevergoeding is in eerste instantie voldaan uit het saldo van een op een aparte spaarrekening gestort bedrag van € 6.600,00. [eiseres] heeft in totaal EUR 8.625,00 aan rente betaald.

    De lening is aangewend voor de aankoop van effecten. Na ommekomst van de looptijd worden deze effecten verkocht en wordt het geleende bedrag met de opbrengst terugbetaald.

    2.4. In elk van de overeenkomsten is onder meer opgenomen:

    "1. Er wordt EUR 7.000,00 (...) belegd voor rekening en risico van de cliënt. (...)

  3. De aankoop van effecten geschiedt niet eerder dan nadat door de bank de navolgende stukken van cliënt zijn ontvangen:

    - de rechtsgeldig ondertekende overeenkomst;

    - het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier. (...)

  4. De bank verstrekt ter leen aan de cliënt gelijk de cliënt van de bank in leen aanvaardt en verklaart schuldig te zijn een bedrag groot EUR 7.000,00 (...), hierna te noemen: "het krediet".

  5. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van vijf (5) volle jaren te rekenen vanaf het tijdstip van aankoop van de effecten. Na het verstrijken van deze periode vindt verkoop van de onderliggende effecten plaats. De vaststelling van de geldswaarde van de effecten geschiedt overeenkomstig de in art. 3 omschreven regeling inzake aankoop. De verkoopopbrengsten van de effecten, onder inhouding van verkoopkosten ten belope van een bedrag gelijk aan 1% van de vastgestelde geldswaarde van de effecten, komt ten gunste van de cliënt en wordt aangewend ter aflossing van het krediet. Een na aflossing resterend surplus zal na haar vaststelling aan de cliënt worden uitgekeerd, terwijl een eventueel resterend tekort binnen 14 dagen na haar vaststelling door de cliënt moet worden aangezuiverd.

  6. Het rentepercentage bedraagt 0,7134 % per maand en is vast gedurende een periode van vijf (5) jaren. De effectieve rente bedraagt 8,9 % op jaarbasis. (...)

  7. De juridische eigendom van de onderliggende effecten en de daaraan verbonden rechter, berust bij de Stichting Administratiekantoor Het Levob Hefboom Effect. De economische eigendom van de onderliggende effecten berust bij de cliënt.

  8. De cliënt verklaart zich bewust te zijn van de beleggingsrisico's verbonden aan de effecten en deze risico's te aanvaarden. De bank is niet aansprakelijk voor schade en verliezen door de cliënt geleden als gevolg van waardedaling, koersdaling of welke oorzaak dan ook.

  9. De cliënt verklaart de Algemene Voorwaarden Het Levob Hefboomeffect alsmede de Algemene Voorwaarden van banken te hebben ontvangen en hiermee in te stemmen. (...)"

    2.5. Op de overeenkomsten zijn algemene voorwaarden van toepassing. Hierin is onder meer opgenomen:

    "1.3 De overeenkomst: de overeenkomst Het Levob Hefboom Effect tussen de bank en cliënt, waarbij de cliënt belegt in effecten en daarbij de aankoopprijs schuldig blijft aan de bank".

    2.6. De aan [eiseres] ter beschikking gestelde informatie heeft betrekking op een aantal beleggingsfondsen van Levob en de rendementen van deze fondsen.

    Voorts is er aan [eiseres] een brochure gegeven over het Levob Hefboom Effect waarin onder meer het volgende is opgenomen:

    'Levob Bank leent u het startkapitaal ( ... )

    Uw inspanning blijft beperkt tot het betalen van rente. ( ... )

    Voor een bedrag van € 50,- (f 110,19) per maand aan rente financiert u een bedrag van € 7.000,- dat onze experts voor u beleggen in aandelen. ( ... )

    Let op!

    · De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst.

    · Het beleggingsrisico is volledig voor de kredietnemer.

    · De gepresenteerde bedragen zijn uitsluitend bedoeld als rekenvoorbeeld'

    In de folder worden verder vooral de voordelen van de Hefboomovereenkomst besproken en de rendementen die kunnen worden gerealiseerd, de fiscale voordelen en dergelijke.

    2.7. Op 1 december 2000 heeft Levob schriftelijk aan [eiseres] opgegeven welke aandelen zij in het kader van de Hefboomovereenkomsten heeft gekocht.

    2.8. Op 6 juli 2003 heeft Levob naar aanleiding van een klacht van [eiseres] aangeboden de maandelijkse rentetermijn van EUR 50,00 per overeenkomst te halveren tot EUR 25,00 per overeenkomst. [eiseres] is hierop ingegaan,

    2.9. Op verzoek van [eiseres] bij brief van 7 december 2003 om de Hefboomovereenkomsten te beëindigen, heeft Levob op 15 december 2003 de effecten verkocht. Na deze verkoop resteerde er een schuld van [eiseres] aan Levob van EUR 18.303,95, welke schuld [eiseres] nog in 2003 aan Levob heeft voldaan.

    2.10. In 2004 heeft [eiseres] een klacht ingediend tegen Levob bij de klachtencommissie van de Dutch Securities Institute. Deze klacht heeft zij op 20 januari 2005 ingetrokken.

    2.11. Op 23 augustus 2005 heeft [eiseres] schriftelijk de nietigheid ingeroepen van de op 23 november 2000 ondertekende overeenkomsten met Levob.

  10. Het geschil

    3.1. [eiseres] vordert uitvoerbaar bij voorraad - samengevat -:

    · Primair, subsidiair en meer subsidiair een verklaring voor recht dat van de door [eiseres] met Levob gesloten overeenkomsten rechtsgeldig de nietigheid is ingeroepen bij schrijven van 23 augustus 2005, althans dat deze bij dat schrijven rechtsgeldig zijn vernietigd wegens dwaling dan wel misbruik van omstandigheden;

    · Meer subsidiair voor recht te verklaren dat de door [eiseres] met Levob gesloten overeenkomsten nimmer zijn aangevangen dan wel tot stand zijn gekomen;

    · Meer subsidiair voor recht te verklaren dat de door [eiseres] met Levob gesloten overeenkomsten zijn ontbonden wegens een tekortkoming in de nakoming;

    · Levob op grond van voormelde verklaringen voor recht, dan wel wegens onrechtmatig handelen te veroordelen tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, voor zover nodig op te maken bij staat, onder meer betreffende de door haar betaalde inleg c.q. termijnen, verhoogd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf datum dagvaarding;

    · Levob te veroordelen tot (medewerking aan) de ongedaanmaking van de (A-) registratie bij het BKR te Tiel;

    · Levob te veroordelen in de proceskosten.

    3.2. Levob voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

  11. De beoordeling

    Wet Toezicht Effectenverkeer en Nadere Regeling

    4.1. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat er sprake is van strijd met de wet, waardoor de rechtshandeling nietig is in de zin van artikel 3:40 Burgerlijk Wetboek (BW). [eiseres] stelt primair dat er sprake is van strijd met de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995 (verder "Wte 1995") en het op de Wte 1995 gebaseerde Besluit Toezicht Effectenverkeer 1995 (verder "Bte 1995") en artikel 33, lid 1 van de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer 1999 (verder NR 1999).

    [eiseres] stelt in dat verband dat VSN is opgetreden als cliëntenremisier en ook is opgetreden als orderremisier in de zin van artikel 1 Wte, zonder te beschikken over een vergunning op grond van artikel 7 Wte. VSN heeft [eiseres] niet adequaat voorgelicht, dit in strijd met artikel 24 Bte 1995. Voorts heeft VSN volgens [eiseres] gehandeld in strijd met artikel 33 NR door [eiseres] niet adequaat voor te lichten.

    Levob is volgens [eiseres] aansprakelijk voor de gedragingen van VSN, nu...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT