Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 19 de Diciembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Diciembre de 2007
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector belasting

nummer 06/00271

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

X, wonende te Z (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 30 mei 2006, nummer AWB 05/5005, in het geding tussen belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/P (hierna: de Inspecteur).

  1. De belastingaanslag, het bezwaar en het geding voor de Rechtbank

    1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2001 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 525.517 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.702.

    1.2. Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

    1.3. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 30 mei 2006 gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 475.517 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 10.702. De uitspraak van de Rechtbank is aan deze uitspraak gehecht.

  2. Het geding voor het Hof

    2.1. De belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Het beroepschrift is ter griffie ontvangen op 19 juli 2006. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    2.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 8 november 2007 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en de gemachtigde van belanghebbende, alsmede de Inspecteur..

  3. De vaststaande feiten

    Het Hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de Rechtbank hieromtrent in haar uitspraak heeft vastgesteld.

  4. Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

    4.1. Tussen partijen is in geschil de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak (hierna: het tankstation) aan de a-straat 1 te Z op 5 januari 2001. Belanghebbende bepleit een waarde van € 585.000. Verweerder verdedigt een waarde van € 700.000. Daarmee samenhangend is de waarde van het tankstation per 31 december 2001 in geschil voor de bepaling van de rendementsgrondslag per die datum aan de hand waarvan het inkomen uit sparen en beleggen wordt berekend.

    4.2. Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

    4.3. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot vermindering van de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van (€ 475.517 - € 115.000 =) € 360.517 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van (€ 10.702 - ½ × 4% × € 115.000 =) € 8.402.

    4.4. De Inspecteur concludeert ter zitting nader tot vermindering van de aanslag als gevolg van een verdere vermindering van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen zoals deze voortvloeit uit de berekening van de waarde van het tankstation.

  5. Beoordeling van het geschil

    5.1. Op 5 januari 2001 heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT