Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Utrecht, 23 de Enero de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Enero de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rolnummer: 214880 / HA ZA 06-1574

Vonnis van 23 januari 2008

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

procureur mr. P.J. Soede,

tegen

de naamloze vennootschap

LEVOB BANK N.V.,

gevestigd te Leusden,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

procureur mr. I.M. Jebbink.

Partijen zullen hierna [eiser] en Levob genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van

    - het proces-verbaal van comparitie van 31 januari 2007.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. [eiser] heeft op 14 juli 1998 19 aandelenleaseovereenkomsten met Levob getekend, genaamd "Levob Hefboom Effect", verder te noemen Hefboomovereenkomsten.

    2.2. De overeenkomsten zijn aangegaan via bemiddeling door S.F.S. Financiële Dienstverlening, verder te noemen SFS, welke onderneming inmiddels is gefailleerd. [eiser] had in 1998 contact opgenomen met SFS. Naar aanleiding daarvan is een medewerker van SFS langsgekomen bij [eiser] en heeft het afsluiten van voormelde overeenkomsten geadviseerd. Door SFS zijn 30 Hefboomovereenkomsten aangevraagd. Uit de acceptatietoets van Levob volgde echter dat maximaal 19 Hefboomovereenkomsten konden worden afgesloten op basis van het inkomen van [eiser].

    2.3. De overeenkomsten hadden een looptijd van vijf jaar. Met de overeenkomsten is een geleend bedrag gemoeid van NGL 285.000,00. Tijdens de looptijd van de overeenkomsten was [eiser] maandelijks rente verschuldigd. De maandelijkse renteverplichting bedroeg NGL 2.707,50.

    De lening is aangewend voor de aankoop van effecten. Na ommekomst van de looptijd worden deze effecten verkocht en wordt het geleende bedrag met de opbrengst terugbetaald.

    2.4. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten is aan [eiser] een brochure gegeven over het Levob Hefboom Effect waarin onder meer het volgende is opgenomen:

    'Voor een uiterst gering bedrag van gemiddeld f 7,- netto per maand, beleggen wij f 15.000,- voor u in negen Nederlandse topondernemingen. ( ... )

    U kunt vaarwel zeggen tegen de lage rente op uw spaargeld, terwijl u toch 'op zeker' speelt. Deze beleggingsvorm combineert dus het gemak van sparen met het hoge rendement van beleggen. ( ... )

    U leent dus een geldbedrag van Levob, dat onze experts beleggen in negen Nederlandse topfondsen. U betaalt per maand een gering bedrag aan rente over het geleende kapitaal ( ... )

    U loopt weinig risico. ( ... )

    Let op!

    · rendementen behaald in het verleden geven geen garantie voor de toekomst;

    · toekomstige rendementen kunnen fluctueren en afwijken van de hiervoor genoemde rendementen;

    · er kunnen geen rechten worden ontleend aan de hiervoor genoemde rendementen.'

    2.5. In elk van de overeenkomsten is onder meer opgenomen:

    "1. Er wordt f 15.000,00 (...) belegd voor rekening en risico van de cliënt. (...)

  3. De aankoop van effecten geschiedt niet eerder dan nadat door de bank de navolgende stukken van cliënt zijn ontvangen:

    - de rechtsgeldig ondertekende overeenkomst;

    - het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier. (...)

  4. De bank verstrekt ter leen aan de cliënt gelijk de cliënt van de bank in leen aanvaardt en verklaart schuldig te zijn een bedrag groot f 15.000,00 ( ...), hierna te noemen: "het krediet".

  5. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van tien (10) volle jaren te rekenen vanaf het tijdstip van aankoop van de effecten. Na het verstrijken van deze periode vindt verkoop van de onderliggende effecten plaats. De vaststelling van de geldswaarde van de effecten geschiedt overeenkomstig de in art. 3 omschreven regeling inzake aankoop. De verkoopopbrengsten van de effecten, onder inhouding van verkoopkosten ten belope van een bedrag gelijk aan 1% van de vastgestelde geldswaarde van de effecten, komt ten gunste van de cliënt en wordt aangewend ter aflossing van het krediet. Een na aflossing resterend surplus zal na haar vaststelling aan de cliënt worden uitgekeerd, terwijl een eventueel resterend tekort binnen 14 dagen na haar vaststelling door de cliënt moet worden aangezuiverd.

  6. Het rentepercentage bedraagt 0,950 % per maand en is vast gedurende een periode van vijf (5) jaren. De effectieve rente bedraagt 12,0 % op jaarbasis. (...)

  7. De juridische eigendom van de onderliggende effecten en de daaraan verbonden rechten, berust bij de Stichting Administratiekantoor Het Levob Hefboom Effect. De economische eigendom van de onderliggende effecten berust bij de cliënt.

  8. De cliënt verklaart zich bewust te zijn van de beleggingsrisico's verbonden aan de effecten en deze risico's te aanvaarden. De bank is niet aansprakelijk voor schade en verliezen door de cliënt geleden als gevolg van waardedaling, koersdaling of welke oorzaak dan ook.

  9. De cliënt verklaart de Algemene Voorwaarden Het Levob Hefboomeffect alsmede de Algemene Voorwaarden van banken te hebben ontvangen en hiermee in te stemmen. (...)"

    2.6. Er is een aanvullende bepaling overeengekomen waarin de 'Algemene Voorwaarden Het Levob Hefboomeffect' van toepassing worden verklaard op de 19 Hefboomovereenkomsten.

    2.7. Op 20 juli 1998 heeft Levob schriftelijk per overeenkomst aan [eiser] opgegeven welke aandelen zij heeft gekocht.

    2.8. [eiser] is in 2006 gestopt met het betalen van rente. Op 27 maart 2006 heeft Levob de Hefboomovereenkomsten beëindigd wegens achterstand in de rentebetalingen en de aandelen verkocht. Het verschil van de door [eiser] geleende bedragen en de (netto) verkoopopbrengst is EUR 46.330,00.

  10. Het geschil

    in conventie

    3.1. [eiser] vordert uitvoerbaar bij voorraad - samengevat -:

    · Primair, subsidiair en meer subsidiair een verklaring voor recht dat van de door [eiser] met Levob gesloten overeenkomsten rechtsgeldig de nietigheid is ingeroepen bij schrijven van 7 september 2005, althans dat deze bij dat schrijven rechtsgeldig zijn vernietigd op grond van artikel 1:89 BW dan wel wegens dwaling dan wel misbruik van omstandigheden;

    · Meer subsidiair voor recht te verklaren dat de door [eiser] met Levob gesloten overeenkomsten nimmer zijn aangevangen dan wel tot stand zijn gekomen;

    · Meer subsidiair voor recht te verklaren dat de door [eiser] met Levob gesloten overeenkomsten zijn ontbonden wegens een tekortkoming in de nakoming;

    · Levob op grond van voormelde verklaringen voor recht, dan wel wegens onrechtmatig handelen te veroordelen tot vergoeding van de door [eiser] geleden schade, voor zover nodig op te maken bij staat, onder meer betreffende de door hem betaalde inleg c.q. termijnen, verhoogd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf datum dagvaarding;

    · Levob te veroordelen tot (medewerking aan) de ongedaanmaking van de (A-) registratie bij het BKR te Tiel;

    · Levob te veroordelen in de proceskosten.

    3.2. Levob voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

    in reconventie

    3.3. Levob vordert uitvoerbaar bij voorraad - samengevat - veroordeling van [eiser] tot betaling van EUR 46.330,00, te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke rente vanaf 15 september 2005 met betrekking tot 9 overeenkomsten en vanaf 6 maart 2006 met betrekking tot 10 overeenkomsten, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

    3.4. [eiser] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

  11. De beoordeling

    in conventie

    4.1. Wet Toezicht Effectenverkeer en Nadere Regeling

    4.2. [eiser] stelt zich op het standpunt dat er sprake is van strijd met de wet, waardoor de rechtshandeling nietig is in de zin van artikel 3:40 Burgerlijk Wetboek (BW). [eiser] stelt primair dat er sprake is van strijd met de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995 (verder "Wte 1995") en het op de Wte 1995 gebaseerde Besluit Toezicht Effectenverkeer 1995 (verder "Bte 1995") en artikel 33, lid 1 van de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer 1999 (verder NR 1999).

    [eiser] stelt in dat verband dat SFS is opgetreden als cliëntenremisier en ook is opgetreden als orderremisier in de zin van artikel 1 Wte, zonder te beschikken over een vergunning op grond van artikel 7 Wte. SFS heeft [eiser] niet adequaat voorgelicht, dit in strijd met artikel 24 Bte 1995 en met artikel 33 NR 1999.

    Levob is volgens [eiser] aansprakelijk voor de gedragingen van SFS, nu de bemiddeling van SFS ten voordele van Levob geschiedde.

    4.3. Ingevolge artikel 3:40 lid 2 BW leidt strijd met een dwingende rechtsbepaling tot nietigheid van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT