Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Roermond, 16 de Enero de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak16 de Enero de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Roermond

RECHTBANK ROERMOND

meervoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken

UITSPRAAK

Procedurenr. : 07 / 1097 BELEI K1

Inzake : [eiser] & Zn. BV, gevestigd te [plaats], eiseres,

tegen : de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie, gevestigd te 's-Gravenhage, verweerder.

Datum en aanduiding van het bestreden besluit:

de brief d.d. 27 juni 2007,

kenmerk: AI/JZ/2007/73863/BOB.

Datum van behandeling ter zitting: 5 december 2007.

  1. PROCESVERLOOP

    Namens eiseres heeft mr. N.J.A. Raets, werkzaam bij Raets Fiscale Advocatuur te Maastricht, bij deze rechtbank beroep ingesteld tegen het in de aanhef van deze uitspraak genoemde besluit (verder: het bestreden besluit), waarbij is beslist op het bezwaar van eiseres tegen een eerder besluit d.d. 21 juli 2006 (verder: het primaire besluit) inzake de oplegging van een boete op grond van de Wet arbeid vreemdelingen.

    De door verweerder ter uitvoering van artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ingezonden stukken en het verweerschrift zijn in afschrift aan gemachtigde van eiseres gezonden.

    Het beroep is behandeld ter zitting van de rechtbank op 5 december 2007, waar eiseres is verschenen bij haar directeur [eiser], bijgestaan door mr. Raets voornoemd, en waar verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door mr. drs. C.M. Steemers.

  2. OVERWEGINGEN

    Eiseres voert een scheepstimmer- en aannemersbedrijf. Bij een door de Arbeidsinspectie op 7 februari 2006 in een bedrijfspand van eiseres uitgevoerde controle op de naleving van de bepalingen krachtens de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) is geconstateerd dat eiseres voor twee aldaar werkzame personen met de Poolse nationaliteit niet beschikte over een tewerkstellingsvergunning. Hiervan is op 9 mei 2006 een boeterapport opgemaakt.

    Naar aanleiding van de kennisgeving van verweerder dat hij voornemens was een boete aan eiseres op te leggen, heeft eiseres haar zienswijzen kenbaar gemaakt. De zienswijzen hebben in verweerders voornemen geen verandering gebracht en bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiseres een boete opgelegd terzake overtreding van artikel 2, eerste lid, juncto artikel 18 van de Wav ter hoogte van

    € 16.000,--.

    Het hiertegen door eiseres gemaakte bezwaar is, nadat verweerder eiseres telefonisch had gehoord, bij het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij het primaire besluit is gehandhaafd.

    In beroep is namens eiseres -zakelijk weergegeven- het volgende aangevoerd. Eiseres is ten onrechte door verweerder als werkgever aangemerkt. De desbetreffende vreemdelingen hebben als zelfstandige ondernemers een opdracht tot het uitvoeren van werkzaamheden van eiseres aangenomen. Zij zijn in Polen als zelfstandige ingeschreven en treden aldaar ook volledig als zelfstandige op. Er is geen sprake van een gezagsverhouding tussen eiseres en de vreemdelingen. Door verweerder is niet voldoende onderbouwd waarom hij concludeert dat geen sprake is van zelfstandigheid van de vreemdelingen. Ten onrechte is niet onderzocht of A1 Activities, een onderneming waarmee de vreemdelingen kennelijk ook een contract hebben, wellicht wel over een geldige tewerkstellingsvergunning beschikt, en of in dat verband de uitzondering van artikel 2, tweede lid van de Wav opgaat.

    Ten slotte doet eiseres een beroep op artikel 49 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (verder: het EG-Verdrag). Dit artikel is een bepaling in de zin van artikel 3, eerste lid en onder a van de Wav, zodat ten aanzien van de als zelfstandige werkzame Polen geen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT