Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 20 de Noviembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Noviembre de 2007
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

20 november 2007

tweede civiele kamer

rolnummer 2005/712

G E R E C H T S H O F T E A R N H E M

Arrest

in de zaak van:

  1. de vennootschap onder firma

    [appellante sub 1],

    gevestigd te [vestigingsplaats],

  2. [appellant sub 2],

  3. [appellante sub 3],

    beiden wonende te [woonplaats],

    appellanten,

    procureur: mr. J.M. Bosnak,

    tegen:

    de publiekrechtelijke rechtspersoon

    de Staat der Nederlanden,

    zetelende te Den Haag,

    gentimeerde,

    procureur: mr. L. Paulus.

    1 Het geding in eerste aanleg

    Voor de procedure in eerste aanleg wordt verwezen naar de inhoud van het vonnis van 30 maart 2005 dat de rechtbank Almelo tussen appellanten (hierna ook te noemen: [appellant]) als eisers en gentimeerde (hierna ook te noemen: de Staat) als gedaagde heeft gewezen; van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.

    2 Het geding in hoger beroep

    2.1 [appellant] heeft bij exploot van 17 juni 2005 aan de Staat aangezegd van dat vonnis in hoger beroep te komen, met dagvaarding van de Staat voor dit hof.

    2.2 Bij memorie van grieven heeft [appellant] acht grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht, en heeft zij bewijs aangeboden. Zij heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw recht doende, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest voor recht zal verklaren dat de Staat jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld alsmede de Staat zal bevelen de door haar als gevolg daarvan geleden schade te vergoeden, welke schade nader zal worden opgemaakt bij staat en zal worden vereffend volgens de wet, met veroordeling van de Staat in de kosten van beide instanties.

    2.3 Bij memorie van antwoord heeft de Staat de grieven bestreden en bewijs aangeboden. Hij heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, zonodig met verbetering of aanvulling van gronden, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep en met veroordeling van [appellant] in de nakosten ad € 131,-- dan wel, indien betekening van het arrest plaatsvindt, ad € 199,--, en met verklaring dat deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad zal zijn, zulks met bepaling dat over die proceskostenveroordeling de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van veertien dagen na de datum van het te dezen te wijzen arrest.

    2.4 Ter zitting van 19 juni 2007 hebben partijen de zaak schriftelijk doen bepleiten.

    2.5 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd.

    3 De vaststaande feiten

    3.1 Tussen partijen staan in hoger beroep als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende weersproken en op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van overgelegde producties dan wel als door de rechtbank vastgesteld en in hoger beroep niet bestreden, de navolgende feiten vast.

    3.2 [appellant] hield zich in 2001 bezig met de im- en export, alsmede de groot- en detailhandel in vuurwerk en aanverwante producten. [appellant] had een bedrijfspand aan de [adres A] te [vestigingsplaats] en exploiteerde onder meer een winkel aan de [adres B] te [vestigingsplaats] waar zij vuurwerk verkocht. Het pand waarin de winkel was gevestigd was eigendom van de besloten vennootschap [de B.V.] (hierna: [de B.V.]). Aan [de B.V.] was op 24 november 1998 een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer (WM) verleend voor onder andere de opslag en verkoop van vuurwerk. Uit de vergunningsvoorschriften blijkt dat de vergunninghouder in de bewaarplaatsen in totaal 12.000 kg. vuurwerk in de gevarenklassen 1.4S aanwezig mocht hebben. Deze vergunning is bij besluit van 22 augustus 2001 voor een deel ingetrokken, te weten: (1) voor het aanwezig zijn van meer dan 3.000 kg. consumentenvuurwerk in de gevarenklasse 1.4S, en (2) voor verkoop van vuurwerk na de jaarwisseling 2001/2002.

    3.3 In 2001 vond de verkoop van consumentenvuurwerk vanuit de door [appellant] gexploiteerde winkel aan de [adres B] plaats op 28, 29 en 31 december. [appellant] had voor die dagen drie vrachtwagens gehuurd die elk 4.000 kg. vuurwerk konden vervoeren. In de ochtend van 28 december 2001 stonden de drie beladen vrachtwagens in de nabijheid van de winkel. Zij waren vanuit de opslag aan de [adres A] beladen.

    3.4 Op 28 december 2001 is enkele malen een brigadier van politie ter plaatse geweest. In een proces-verbaal van Regiopolitie Twente, Divisie Districtsondersteuning, Afdeling Milieu, opgemaakt op 10 januari 2002 door brigadier van politie [A.], staat als verklaring van deze brigadier onder meer vermeld:

    "Op vrijdag 28 december 2001, was ik, verbalisant, belast met de controle op de juiste naleving van de voorschriften Wet Milieubeheer - Vuurwerkbesluit van de inrichtingen (vergunning Wet Milieubeheer of melding Algemene Maatregel van bestuur) binnen de gemeente [vestigingsplaats].

    Deze controle werd uitgevoerd in samenwerking met de toezichthouders gemeente [vestigingsplaats], [B.] en [C.].

    Onderzoek.

    Die dag, omstreeks 09.50 uur kwamen wij aan, aan de achterzijde van de lokatie [adres B] te [vestigingsplaats]. (...)

    Bij onze aankomst ter plaatse zag ik, verbalisant, dat op de openbare weg, parallel gelegen achter de percelen van de [adres B] en plaatselijk bekend als de Pelmolen, aan het eind van deze doodlopende weg, op een grote ruimte, (z.g. keerlus) een drietal vrachtauto's, dicht naast elkaar stonden opgesteld. Ik, verbalisant, zag dat deze vrachtauto's van het verhuurbedrijf KAV Autoverhuur BV te Amsterdam waren. Deze vrachtauto's waren voorzien van het kenteken [kenteken 1], [kenteken 2] en [kenteken 3]. Ik zag dat de laadklep van deze vrachtauto's aan de achterzijde geheel open waren. Er waren een tweetal personen aanwezig, waarvan later bleek dat zij de chauffeurs waren. Ik zag dat van alle vrachtwagens dat ze geladen waren met kartonnen dozen. Uit de tekst op deze kartonnen dozen las ik, verbalisant, dat de inhoud van deze kartonnen dozen uit consumentenvuurwerken zouden bestaan. Voor zover de tekst op deze kartonnen dozen kon waren waargenomen, gelet op de grote gestapelde hoeveelheid, betrof het consumentenvuurwerken van de klasse 1.4.S en 1.4.G. In totaal was er sprake van een hoeveelheid van ca 10 ton. De vrachtauto's stonden buiten de inrichting opgesteld. Ik zag dat door het personeel van [appellant], dozen vuurwerken uit de vrachtwagens werden gehaald. Ik hoorde dat steeds werd gevraagd naar een soort die men op dat moment kennelijk nodig had. Indien die niet in een van de vrachtwagens aanwezig was, werd naar een van de drie aanwezige bunkers, binnen de inrichting gegaan. Indien dozen uit een van de vrachtwagens werden gehaald, werden deze voor een deel rechtstreeks naar het verkooppunt gebracht en voor een ander deel naar een van de bunkers om te worden geopend/uitgepakt. De vrachtwagens waren zo geladen dat het personeel, door middel van een tussenpad dat zich in de laadruimte bevond, het benodigde artikel onbelemmerd konden pakken. Er was in deze situatie geen sprake van onmiddellijk lossen voor opslag in een van de aanwezige bunkers. Door verbalisant werd vastgesteld dat er sprake was van een uitbreiding van de inrichting, op een perceel grond, deel uitmakende van de openbare weg binnen de gemeente [vestigingsplaats]. Gelet op de werkwijze die er plaats vond kon worden vastgesteld dat het geheel zodanig was ingericht dat er in deze situatie sprake was van een(1) organisatorisch geheel met de bestaande inrichting welke er direct naast is gelegen.

    Op grond van deze bevindingen werd vervolgens telefonisch contact opgenomen met de inspecteur van politie [D.], overeenkomstig gemaakte afspraken. Door deze werd overleg gepleegd met [E.], parketsecretaris Openbaar Ministerie te Zwolle en de Officier van Justitie [F.] In overleg met hen werd besloten dat binnen een tijdsbestek van 1 uur de vrachtwagens zouden zijn verwijderd en dat binnen de inrichting die hoeveelheid consumentenvuurwerk mocht worden opgeslagen, die overeenkomstig de vergunning toegestaan was. Vorenstaande werd aan de mij bekende...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT