Raadkamer van Rechtbank Breda, 20 de Agosto de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Agosto de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Sector strafrecht

parketnummer: 02-189532-11

rk-nummer: 12/130

Ongegrondverklaring van het bezwaarschrift ex artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA)

Beslissing op het bezwaarschrift ex artikel 7 van de Wet DNA, ingekomen ter griffie op 26 januari 2012, met betrekking tot het bevel tot afname van celmateriaal, gegeven in de zaak:

[veroordeelde],

geboren op [datum en plaats]

wonende te [adres]

woonplaats kiezende ten kantore van mr. J.J. Bronsveld te 4611 AJ Bergen op Zoom,

Van der Rijtstraat 57.

  1. De procedure

    De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:

    • het bezwaarschrift, dat op 26 januari 2012 is ingediend ter griffie van de rechtbank te Breda;

    • het proces-verbaal van het onderzoek in raadkamer van 2 juli 2012, waaruit blijkt dat de officier van justitie en mr. M.S. Yap, kantoorgenoot van mr. J.J. Bronsveld, als gemachtigd raadsman van veroordeelde zijn gehoord.

    Veroordeelde is behoorlijk opgeroepen, doch niet bij de behandeling van het bezwaarschrift verschenen.

  2. De beoordeling

    Veroordeelde is bij vonnis van de politierechter onder bovengenoemd parketnummer op

    2 november 2011 veroordeeld ter zake van diefstal tot een werkstraf van 20 uren, waarvan 10 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

    Na het bevel tot afname van celmateriaal ten behoeve van het bepalen en verwerken van het DNA-profiel van veroordeelde van 24 november 2011 heeft veroordeelde op 23 januari 2012 DNA-materiaal afgestaan.

    Op basis van de door veroordeelde gevoerde verweren dan wel een ambtshalve beoordeling door de rechtbank, komt de rechtbank tot de volgende overwegingen.

    Formeel:

    Het bezwaarschrift is tijdig en op de juiste wijze ingediend. Veroordeelde kan derhalve in het bezwaarschrift worden ontvangen.

    Voornoemde veroordeling betreft een feit dat is omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.

    Niet gebleken is dat van veroordeelde al een DNA-profiel is verwerkt als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a, van de Wet DNA.

    Daarom moet worden geoordeeld dat aan de vereisten die de wet stelt ten aanzien van de afname van celmateriaal ten behoeve van het bepalen en verwerken van een DNA-profiel is voldaan.

    Materieel:

    Namens veroordeelde is aangevoerd dat aan haar een transactie is aangeboden, maar dat zij deze geweigerd heeft, aangezien zij redenen had om ervan uit te gaan dat de behandeling ter zitting voor haar tot gevolg zou hebben dat een meer op de persoon toegesneden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT