Cassatie van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 13 de Noviembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Noviembre de 2007
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

13 november 2007

eerste civiele kamer

rolnummer 2007/495 KG

G E R E C H T S H O F T E A R N H E M

Arrest

in de zaak van:

[appellante],

wonende te [woonplaats],

appellante,

procureur: mr. J.C.M. Bonnier,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sweat Out B.V.,

handelende onder de naam Rots-Vast Groep,

gevestigd te Nijmegen,

geÔntimeerde,

procureur: mr. L. Paulus.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor de procedure in eerste aanleg wordt verwezen naar de inhoud van het vonnis van 28 februari 2007 dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem in kort geding heeft gewezen tussen appellante (hierna ook te noemen: [appellante]) als gedaagde en geÔntimeerde (hierna ook te noemen: Rots-Vast) als eiseres; van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in hoger beroep

2.1 [appellante] heeft bij exploot van 27 maart 2007 aangezegd van dat vonnis van 28 februari 2007 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van Rots-Vast voor dit hof.

2.2 Ter terechtzitting van 10 april 2007 is verstek verleend tegen Rots-Vast, welk verstek ter terechtzitting van 5 juni 2007 is gezuiverd. Bij memorie van grieven heeft [appellante] een vijftal grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht en heeft zij geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw recht doende, zonodig onder aanvulling en verbetering van rechtsgronden de vorderingen van Rots-Vast zal afwijzen, met veroordeling van Rots-Vast in de kosten van beide instanties.

2.3 Bij memorie van antwoord heeft Rots-Vast de grieven bestreden en een productie in het geding gebracht. Zij heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met veroordeling van [appellante] in de kosten van [bedoeld zal zijn:] het hoger beroep.

2.4 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten

Nu geen grieven zijn aangevoerd tegen de vaststelling van de in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.3 genoemde feiten, gaat ook het hof van die feiten uit.

4 De motivering van de beslissing in hoger beroep

4.1 De grieven hebben betrekking op de, door de voorzieningenrechter ontkennend beantwoorde, vraag of [appellante] het veroordelend vonnis van 10 november 2006 op rechtsgeldige wijze aan Rots-Vast heeft betekend. [appellante] voert aan dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het beroep op het ontbreken van een rechtsgeldige betekening eerst bij pleidooi en daarmee tardief is gedaan (grief 1), dat hij ten onrechte heeft nagelaten art. 66 Rv. in zijn oordeel te betrekken (grief 2) en ten onrechte heeft overwogen dat art. 63 Rv. in het onderhavige geschil niet van toepassing is (grief 3). De voorzieningenrechter heeft volgens [appellante] dan ook ten onrechte geoordeeld dat Rots-Vast geen dwangsommen is verschuldigd (grief 4) en [appellante] ten onrechte in de proceskosten veroordeeld (grief 5).

4.2 Vooropgesteld moet worden dat ingevolge art. 611a lid 3 Rv een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT