Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 28 de Agosto de 2012

Datum uitspraak28 de Agosto de 2012
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

28 augustus 2012

Strafkamer

nr. S 11/04761

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 4 mei 2011, nummer 24/002432-10, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Utrecht, locatie Nieuwegein" te Nieuwegein.

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Haarlem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

  2. Beoordeling van het tweede middel

    2.1. Het middel klaagt dat het Hof, niettegenstaande de bevestiging van het door de Rechtbank volgens de zogenoemde Promis-werkwijze gewezen vonnis, de bewezenverklaring ten onrechte mede heeft doen steunen op bewijsmiddelen die zijn opgenomen in een aanvulling als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv.

    2.2. In het bestreden arrest heeft het Hof, voor zover hier van belang, overwogen:

    "Overwegingen van het Hof

    Het hof is van oordeel dat de eerste rechter juist heeft geoordeeld voor zover het de bewezenverklaring, de kwalificatie en de strafbaarheid van feit en dader, alsmede voor zover het de beslissing inzake de vordering tenuitvoerlegging betreft. Daarom dient het vonnis waarvan beroep in zoverre met overneming en aanvulling van gronden te worden bevestigd. (...) Ten aanzien van de strafoplegging zal het vonnis waarvan beroep worden vernietigd (...). In zoverre zal opnieuw recht worden gedaan.

    Aanvulling van gronden - bewijsmiddelen

    De verklaring van [betrokkene 1]1, zakelijk weergegeven, inhoudende:

    Ik woon in [woonplaats].

    1 Proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1]

    d.d. 16 maart 2010, p. 17-29

    Oplegging van straf en/of maatregel

    (...)

    Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren passend en noodzakelijk is. De door de rechtbank opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde straf doet onvoldoende recht aan de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan."

    In het dictum van het bestreden arrest heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank bevestigd "ten aanzien van de bewezenverklaring, de kwalificatie en de strafbaarheid van feit en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT