Wraking van Rechtbank 's-Gravenhage, 18 de Julio de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 18 de Julio de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank 's-Gravenhage |
beslissing
WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Meervoudige wrakingskamer
Wrakingnummer 2012/45
rekestnummer: 423595 / HA RK 12-398
parketnr: 09/754110-08
datum beschikking: 18 juli 2012
BESLISSING
op het mondelinge verzoek tot wraking van mr. Y.J. Wijnnobel-van Erp,
rechter-commissaris in de rechtbank te 's-Gravenhage, door verzoeker:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats],
raadsman: mr. S.F.J. Smeets;
in de strafzaak tegen de verdachte [X], raadsman:
mr. R.D.A. van Boom.
-
De voorgeschiedenis en het procesverloop.
Tijdens de behandeling van de strafzaak tegen verdachte [X] met voornoemd parketnummer heeft de rechtbank op verzoek van de verdediging en de officier van justitie de zaak teruggewezen naar de rechter-commissaris, onder meer teneinde verzoeker als getuige te horen. Tijdens diens getuigenverhoor op 18 juli 2012 heeft verzoeker mondeling te kennen gegeven de rechter-commissaris te wraken.
-
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek.
Op 18 juli 2012 is het wrakingsverzoek ter zitting van deze wrakingskamer behandeld. Verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman, is verschenen. Voorts waren aanwezig mr. T.N.M. Kamps, officier van justitie en mr. R.D.A. van Boom, raadsman van verdachte [X].
-
Het standpunt van verzoeker.
Aan het wrakingsverzoek ligt - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag.
Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij in onderhavig verzoek kan worden ontvangen. Ter adstructie heeft hij gewezen op een uitspraak van de wrakingskamer van de rechtbank Rotterdam van 23 januari 2012, kenmerk LJN: BV1583.
Aan het wrakingsverzoek ligt in de eerste plaats ten grondslag dat verzoeker eerder in het voorbereidend onderzoek in de strafzaak als verdachte is gehoord.
Weliswaar heeft hij op enig moment een bericht van niet verdere vervolging van de officier van justitie ontvangen, maar dat is geen onherroepelijke beslissing. Dit brengt mee dat hij bij iedere relevante vraag van de rechter-commissaris het risico loopt om zichzelf te belasten en dat hij materieel, voor de toepassing van het verschoningsrecht, als verdachte dient te worden aangemerkt. Hem komt dan ook, aldus de raadsman, een integraal verschoningsrecht toe. Verzoeker acht zich te dien aanzien gesteund in de jurisprudentie (HR 15 juni 1993, NJ 1994,37; Hof 's-Hertogenbosch 21 april 2007, LJN: AW2882). Door hem het integrale verschoningsrecht, dat een verdachte toekomt, te ontzeggen heeft de rechter-commissaris een onjuiste...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT