Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 20 de Marzo de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Marzo de 2008
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE

Sector handel

Rolnummer : 03/1707

Rolnummer rechtbank : 01/3833

arrest van de eerste civiele kamer d.d. 20 maart 2008

inzake

DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit),

zetelende te Den Haag (gemeente 's-Gravenhage),

appellant,

hierna te noemen: de Staat,

procureur: mr. M.C. Ritsema van Eck-van Drempt,

tegen

[Naam],

wonende te Odiliapeel (gemeente Uden),

geÔntimeerde,

hierna te noemen: [geÔntimeerde],

procureur: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.

De verdere loop van het geding

Bij tussenarrest van 9 februari 2006 heeft het hof de Staat in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren tegen zijn voorlopig oordeel dat de varkenspest bij [geÔntimeerde] is ontstaan ten gevolge van het litigieuze handelen van de RVV, daaruit bestaande dat de RVV bij een aanmerkelijke windsnelheid een vrachtwagen met besmet materiaal met een hogedrukspuit heeft gereinigd (waarbij nevel en mogelijk smetstof vrijkomt) op geringe afstand bovenwinds van het bedrijf van [geÔntimeerde] (enkele tientallen meters van de betreffende stal). De Staat heeft daartoe de deskundigen J.A. Stegeman (verder: Stegeman) en C. Terpstra (verder: Terpstra) doen horen en daarbij een productie overgelegd; [geÔntimeerde] heeft in tegengetuigenverhoor/deskundigenverhoor de getuige P. van Ham (verder: Van Ham) en de deskundigen P.H. van der Voorst en J.K.K. Dewulf (verder: Dewulf) doen horen. Vervolgens hebben beide partijen een memorie na enquÍte (elk met producties) genomen. Op 7 februari 2008 hebben partijen de zaak voor het hof doen bepleiten, de Staat door zijn procureur en [geÔntimeerde] door mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, beide aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities. Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.

De verdere beoordeling van het hoger beroep

  1. Stegeman, hoogleraar in de epidemiologie van infectieziekten, heeft een uiteenzetting gegeven over het mede door hem ontwikkelde model. Daarbij heeft hij bevestigd dat het model uitgaat van de initiÎle besmetting van ÈÈn dier en dat het geen rekening houdt met gelijktijdige besmetting van meerdere dieren. Hoewel hij verklaart geen deskundige te zijn op het gebied van verspreiding van aerosolen, acht hij de kans dat door verspreiding van areosolen vanaf de schoongespoten voertuigen de voor toepassing van het model noodzakelijke besmetting van twaalf dieren heeft plaatsgevonden, hoogst onwaarschijnlijk. Terpstra...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT