Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Almelo, 27 de Febrero de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Febrero de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Almelo

RECHTBANK ALMELO

Sector Civiel

zaaknummer: 74283 ha za 05-1035

datum vonnis: 27 februari 2008 (vdv)

Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:

X,

wonende te Almelo (O),

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

verder te noemen: X,

procureur: mr. E.H. Hoeksma,

tegen

de naamloze vennootschap

DEXIA Bank Nederland N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

verder te noemen: Dexia,

procureur: mr. J. Vestering,

advocaat: mr. H. Post te Helmond.

Het procesverloop

Na het incidentele tussenvonnis van 25 januari 2006 heeft X op 4 april 2007 een akte tot hervatting van de procedure genomen, waarna Dexia een conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie heeft genomen.

X heeft vervolgens een conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie tevens akte vermeerdering van eis tevens akte vermindering van eis.

Na een conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie en antwoordakte vermeerdering en vermindering van eis respectievelijk een conclusie van dupliek in reconventie en akte uitlating producties bij dupliek van X, hebben partijen vonnis verzocht.

De verdere beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing

In conventie en in reconventie

  1. Gedateerd 31 maart 1998 heeft X door tussenkomst van Spaar Select, een clientenremisier van Dexia, een aandelenleaseovereenkomst Direct Rendement Effect met Bank LabouchËre, een rechtsvoorgangster van Dexia, gesloten onder nummer 24000856 met een totaal overeengekomen leasesom van f 41.972,67, een looptijd van 180 maanden en een (maand)termijnbetalingsverplichting van f 151,28. (productie 1 dagvaarding).

  2. Deze overeenkomst is een z.g. restschuld product, hetgeen inhoudt dat bij beÎindiging van de overeenkomst het aankoopbedrag van de achterliggende aandelen ABN AMRO, AEGON, FORTIS AMEV en ING ad. f 14.742,27 moet worden terugbetaald c.q. verrekend met de opbrengst van de alsdan te verkopen aandelen.

  3. Gedateerd 23 december 1999 heeft X op dezelfde wijze een tweede aandelenleaseovereenkomst Capital Effect gesloten onder nummer 21601943 met een totaal overeengekomen leasesom van € 21.744,00, een looptijd van 240 maanden en een (maand)betalingsverplichting van € 90,60 (productie 2 dagvaarding).

  4. Deze overeenkomst is een z.g. aflossingsproduct, hetgeen inhoudt dat bij beÎindiging aan het einde van de looptijd geen restschuld kan ontstaan.

  5. Eind 2003 en gedurende 2004 is X zijn positie met deze aandelenleaseovereen-komsten duidelijk geworden en zijn deze bij brief van 26 juli 2005 buitengerechtelijk ontbonden en vernietigd, is Dexia aansprakelijk gesteld en gesommeerd de inleg aan X te restitueren.

    X baseerde dit onder meer op het niet in acht nemen door Dexia van de zorgplicht tegenover X althans op de bepalingen van de volgens hem toepasselijke Wet op het consumentenkrediet (WCK) respectievelijk het ontbreken van de benodigde vergunning ex artikel 9 dezer wet, zulks in de zin van de aandelenleasejurisprudentie dezer rechtbank (Dexia-Cosar LJN AS 4746 e.v.).

    Op de Direct Rendement Effect had X voldaan € 6.041,20 en op de Capital Effect

    € 6.610,80, terwijl X zijn restschulden berekende per 20 september 2005 op

    € 2.303,60 respectievelijk € 376,15.

  6. X vordert in deze procedure:

    1. Verklaring voor recht dat de overeenkomsten buitengerechtelijk zijn ontbonden althans

      deze te ontbinden subsidiair dat deze nietig zijn.

    2. Dexia te veroordelen tot betaling van (€ 6.041,04 + € 6.160,80 =) € 12. 201,84 subsidiair

      (€ 4.889,24 + € 5.972,72 =) € 10.861,96.

    3. Deze bedragen vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van totstandkoming der

      overeenkomsten althans de dag der dagvaarding.

    4. Verklaring voor recht dat de restschulden vervallen zijn.

    5. Bevel aan Dexia op straffe ener dwangsom het BKR te Tiel op te dragen de A-notering

      van X ongedaan te maken.

    6. Dexia te veroordelen in de proceskosten

      VII.Het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

  7. Bij repliek breidt X de grondslag(en) zijner vordering uit met die van onrechtmatig handelen van Dexia bij het aangaan van de overeenkomsten c.q schending door Dexia van bepalingen althans normen van de WTE.

    Tevens voert X een herberekening van met name de subsidiaire vordering uit vanwege andere bedragen aan restschulden: € 2.212,64 c.q. € 833,40 en vordert subsidiair

    -verminderd- een bedrag van € 10.678,82.

    Het verweer van Dexia (kort samengevat).

  8. Dexia stelt dat de aandelenleaseovereenkomsten Direct Rendement Effect en Capital Effect zijn afgesloten via de assurantietussenpersoon Spaar Select B.V., die X ter zake heeft geÔnformeerd en geadviseerd.

    Na getoonde interesse van X heeft Spaar Select B.V. hem in beide gevallen een aanvraagformulier verschaft en de Bank heeft dat door X ondertekend retour ontvangen. Vervolgens heeft de Bank de overeenkomsten aan Spaar Select B.V. verstuurd.

    Dexia stelt daarmede aan haar zorgplicht ten opzichte van X te hebben voldaan.

  9. Voor de overeenkomst Direct Rendement Effect wordt niet voorzien in aflossing van de aankoopsommen van de achterliggende aandelen en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT