Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Zutphen, 25 de Marzo de 2008
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 25 de Marzo de 2008 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Zutphen |
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/922016-07
Uitspraak d.d.: 25 maart 2008
Tegenspraak/ oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats 1955],
wonende te [adres].
-
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 maart 2008.
-
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Namens de verdachte is aangevoerd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit. De officier van justitie is in strijd met de Richtlijnen van de Ministeries van Justitie en FinanciÎn overgegaan tot dagvaarding terzake van dit feit, hoewel het berekende belastingnadeel jaarlijks lager lag dan het volgens de richtlijn voor strafvervolging geldende drempelbedrag.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
De genoemde richtlijn is alleen van toepassing indien een verdachte enkel wordt gedagvaard voor een feit als onder 2 is vermeld. Aangezien aan verdachte naast dit feit ook nog twee andere feiten ten laste zijn gelegd die niet vallen onder genoemde richtlijn, stond het de officier van justitie vrij verdachte tevens voor het onder 2 ten laste gelegde te vervolgen.
Het openbaar ministerie is dus ontvankelijk.
-
De tenlastelegging
-
[naam horecabedrijf] BV,
in of omstreeks de periode 10 april 2000 tot en met 27 januari 2005,
te Harderwijk, en/of Lelystad, en/of Heerlen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen,
(telkens) opzettelijk een of meer bij de Belastingwet voorziene aangifte(n),
als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een of meer
aangifte(n) voor de loonbelasting en premie volksverzekeringen over een of
meer periode(n) van het/de jaar/jaren 2000, en/of 2001, en/of 2002, en/of
2003, en/of 2004,
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft verdachte (telkens)
opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te
Harderwijk, en/of Lelystad, en/af Heerlen ingeleverde aangiftebiljet(ten)
loonbelasting en premie volksverzekeringen over genoemd(e) periode(n) van
genoemd(e) jaar/jaren (telkens) een te laag belastbaar bedrag, althans
(telkens) een te laag bedrag aan belasting opgegeven, terwijl dat feit
(telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven;
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
andere(n), althans alleen, (telkens) tot bovenomschreven strafbare feit(en)
opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan
bovenomschreven verboden gedraging(en).
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
-
hij,
in of omstreeks de periode 27 maart 2001 tot en met 24 maart 2005,
te Harderwijk, en/of Lelystad, en/of Heerlen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen,
(telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n)
voor de inkomstenbelasting over het/de jaar/jaren 2000, en/of 2001, en/of
2002, en/of 2003, en/of 2004 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers
heeft verdachte (telkens) opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen
of de Belastingdienst te Harderwijk, en/of Lelystad, en/of Heerlen ingeleverde
aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting over genoemd(e) jaar/jaren (telkens)
(een gedeelte van) zijn contant ontvangen loon van [naam horecabedrijf] BV en/of een
ander bedrijf, althans een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te
laag bedrag aan belasting opgegeven, terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte
dat te weinig belasting werd geheven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
-
hij,
in of omstreeks de periode 1 januari 2000 tot en met 31 december 2004,
te Harderwijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) een periodieke opgave van de gewerkte uren door werknemers van [naam horecabedrijf] BV, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van
enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte
(telkens) een of meer werknemers in het geheel niet vermeld op de urenlijst
en/of de gewerkte uren door werknemers niet vermeld op de urenlijst en/of het
aantal gewerkte uren te laag vermeld op de urenlijst,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
-
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
-
Bewijsoverweging
5.1
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten.
Hij heeft daartoe aangevoerd dat de eigenaar [naam eigenaar] al voor de aankoop van de horecaonderneming was gebleken dat het gebruikelijk was dat in elk horecabedrijf een deel van de lonen zwart werd uitbetaald. [naam eigenaar] vernam van verdachte dat hij door zijn horeca-ervaring wist hoe zwart geld gecreÎerd kon worden. [naam eigenaar] heeft tegen verdachte gezegd dat hij zijn...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT