Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 3 de Abril de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Abril de 2008
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

GERECHTSHOF LEEUWARDEN

Kenmerk 171/06

uitspraak van de meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

X,

wonende te Z,

belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak nr. 05/565 REINR van de rechtbank Assen van 24 november 2006 in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Westerveld,

de heffingsambtenaar.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    Aan belanghebbende is ter zake van de onroerende zaak a-weg 7 te L (hierna ook: het perceel) een aanslag in de afvalstoffenheffing opgelegd voor het jaar 2005. De aanslag is gedagtekend 25 februari 2005 en bedraagt € 243,80.

    Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 21 april 2005, de aanslag gehandhaafd.

    Bij uitspraak van 24 november 2006, op dezelfde dag aan partijen verzonden, heeft de rechtbank Assen (hierna: de rechtbank) het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

    Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij beroepschrift van 21 december 2006, bij het Hof ingekomen op 22 december 2006.

    De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

    Belanghebbende heeft bij brief van 29 augustus 2007 nadere stukken ingediend. Het Hof heeft deze stukken op 31 augustus 2007 in kopie naar de wederpartij gezonden.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 september 2007. Aldaar is met toestemming van partijen tegelijkertijd behandeld het hoger beroep met kenmerk van het Hof 172/06 van A te M. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

  2. Overwegingen

    2.1. Feiten

    2.1.1. Het Hof verwijst naar de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld en in de bestreden uitspraak als volgt zijn weergegeven (de rechtbank duidt belanghebbende aan als eiser):

    Eiser is eigenaar/gebruiker van een recreatiewoning gelegen in het park B in de gemeente Westerveld. Hij is uit dien hoofde lid van De Coperatieve Vereniging 'C' u.a. (hierna: de Vereniging).

    Voor de afvalinzameling is door de Vereniging een overeenkomst gesloten met een afvalverwerkingsbedrijf, waarbij o.a. gebruik werd gemaakt van een op het terrein geplaatste verzamelcontainer met een inhoud van 5.000 liter. De kosten daarvan werden door de eigenaren gezamenlijk gedragen en zij werden door de gemeente niet in de afvalstoffenheffing betrokken.

    Na de gemeentelijke herindeling in 1998 heeft de gemeente Westerveld in het kader van het beginsel van rechtsgelijkheid aanleiding gezien het beleid, dat werd gevoerd met betrekking tot de afvalinzameling van recreatiewoningen, te uniformeren. Uitgangspunt was om met ingang van 1 januari 2004 de wettelijke inzamelplicht na te komen bij alle daarvoor in aanmerking komende objecten, dus ook bij de recreatiewoningen, die voorheen buiten deze inzamelplicht vielen.

    Bij brief van 26 augustus 2003 zijn alle eigenaren/gebruikers van de recreatiewoningen op B in kennis gesteld van het per augustus 2003 geldende beleid inzake de afvalinzameling op vakantieparken, waarbij zij zijn gewezen op de te verwachten aanslag afvalstoffenheffing.

    Bij brieven van 6 november en 22 december 2003 heeft de Vereniging het College van Burgemeester en Wethouders (hierna: het College) mede gedeeld dat een dergelijke aanslag meer dan een verdubbeling van de onkosten voor afvalverwijdering zou betekenen, wat als zeer onredelijk wordt beschouwd. Voorts heeft de Vereniging zich op het standpunt gesteld dat het park eigendom is van de Vereniging en bij notarile akte is de verplichting gesteld de wegen en terreinen van het park uitsluitend aan te wenden ten behoeve van de eigenaren/gebruikers van de recreatiewoningen, zodat het niet mogelijk is een deel van deze grond aan de gemeente beschikbaar te stellen als inzamelpunt voor huishoudelijk afval. Het instemmen met het vestigen van een dergelijk inzamelpunt zou in strijd zijn met de vastgelegde bestemmingen en derhalve in strijd met het derdenbeding. Slechts als alle bewoners instemmen met het wijzigen van het derdenbeding kan hiervan worden afgeweken.

    Omdat het de gemeente niet lukte om in samenspraak met de Vereniging op het terrein van B een geschikte locatie te vinden voor het plaatsen van een verzamelcontainer, heeft het College zich bij brief van 22 december 2003 akkoord verklaard met een voorlopige continuering van de gebruikelijke inzamelstructuur op het park, onder voorwaarde dat dit wordt gezien als het van gemeentewege beschikbaar stellen van een afvalvoorziening, waarvan de kosten van huur voor rekening van de gemeente komen. De opgelegde aanslagen afvalstoffenheffing 2004 zijn vernietigd.

    Bij primair besluit van 2 november 2004 heeft het College op grond van artikel 4.2.2.6 van de APV een verzamelplaats aangewezen waar vanaf 1 januari 2005 minicontainers ter lediging kunnen worden aangeboden. Het betreft een strook grond, die ligt aan de b-weg, recht tegenover de ingang van het park B.

    Als gevolg hiervan zullen de eigenaren van de recreatiewoningen per die datum ook worden aangeslagen voor de afvalstoffenheffing.

    Door 42 eigenaren is tegen dit aanwijzingsbesluit bezwaar gemaakt.

    Teneinde iedere eigenaar vanaf 1 januari 2005 in de gelegenheid te stellen huishoudelijk afval aan te bieden aan de gemeentelijke inzameldienst zijn eind 2004 bij alle recreatiewoningen dergelijke minicontainers afgeleverd.

    De Commissie van advies voor bezwaar- en beroepschriften (hierna: de Commissie) oordeelde dat indien de gemeente zou vasthouden aan het inzamelen van afval via de minicontainers, zij zelf de eigen APV zou overtreden. Daarin is bepaald dat de houders van de minicontainers deze zo spoedig mogelijk na lediging, doch uiterlijk aan het eind van de inzameldag, van de weg moeten verwijderen. Maar omdat permanente bewoning van de recreatiewoningen niet is toegestaan en men vaak slechts in de weekenden aanwezig is, kan men niet aan deze voorwaarde voldoen.

    Het aanbieden van minicontainers acht de Commissie in het onderhavige geval geen doelmatige wijze om huishoudelijk afval in te zamelen en acht onder de gegeven omstandigheden de enige oplossing het plaatsen van een verzamelcontainer buiten het park. De container kan zowel ondergronds als bovengronds worden uitgevoerd en desgewenst voorzien van een pasjessysteem.

    Op grond van het advies van de Commissie heeft het College bij besluit op bezwaar van 24 maart 2005 de bezwaren gegrond verklaard, het besluit van 2 november 2004 ingetrokken en nabij de ingang van het park een opstelplaats aangewezen, waar twee verzamelcontainers geplaatst zullen worden. Totdat dit daadwerkelijk is gerealiseerd kan men gebruik blijven maken van de minicontainers.

    Het vorenstaande heeft zijn beslag gekregen in het besluit van het College van 24 maart 2005.

    De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bij uitspraak van 15 maart 2005 (Hof: bedoeld is kennelijk 2006) het beroep tegen het besluit van 24 maart 2005 gegrond verklaard en het besluit vernietigd. Artikel 4.2.2.6 van de APV gold op grond van artikel XVII, derde lid van de wet van 21 juni 2001 slechts tot 8 mei 2004 en derhalve niet meer ten tijde van het primaire respectievelijk het bestreden besluit. De aanwijzing van een locatie voor afvalcontainers is derhalve onbevoegd geschied. Volstaan had moeten worden met het herroepen van het primaire besluit.

    De gemeente heeft per 1 mei 2005 de huur van de op het terrein geplaatste container opgezegd, waarna de eigenaren gebruik dienen te maken van de twee bij de ingang van het park geplaatste verzamelcontainers.

    2.1.2. Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting stelt het Hof nader de volgende feiten vast. Bij besluit van 12 juli 2005 heeft de raad van de gemeente Westerveld beleid vastgesteld voor de afvalinzameling op vakantieparken in de gemeente. In de toelichting bij het (concept)besluit is het volgende opgenomen:

    "Beslispunt

    Vaststellen beleid "Afvalinzameling vakantieparken gemeente Westerveld" conform bijgevoegd ontwerp besluit.

    Toelichting

    (...) Naar aanleiding van een bezwaarschriftenprocedure adviseert de Commissie van advies voor bezwaar- en beroepschriften, op grond van artikel 10.26 Wet milieubeheer, dat "het besluit tot inzameling van afval op vakantieparken nabij de percelen door de raad moet worden genomen nadat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT