Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 29 de Abril de 2008

Datum uitspraak29 de Abril de 2008
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200703709/1.

Datum uitspraak: 29 april 2008

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellanten], wonend [woonplaats],

tegen de uitspraak in zaak nr. 06/1146 van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 10 april 2007 in het geding tussen:

[appellanten]

en

het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis.

  1. Procesverloop

    Bij afzonderlijke besluiten van 8 maart 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis (hierna: het college) aan [vergunninghoudster] vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het oprichten van twee co-vergistingsinstallaties op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te [plaats] (hierna: de percelen).

    Bij besluit van 18 april 2006 heeft het college de door [appellanten] (hierna tezamen in enkelvoud: [appellant]) tegen die besluiten gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

    Bij uitspraak van 10 april 2007, verzonden op 18 april 2007, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen door [appellant] ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 mei 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 juni 2007.

    [appellant] heeft nadere stukken ingediend.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 november 2007, waar [appellant], bijgestaan door mr. G.J.M. de Jager, advocaat te Tilburg, en het college, vertegenwoordigd door J.M.A. van der Burgt-Willems, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn als partij gehoord [vergunninghoudster], vertegenwoordigd door mr. G.R.A.G. Goorts, advocaat te Deurne.

    Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de Afdeling het

    onderzoek heropend met het oog op het inwinnen van schriftelijke inlichtingen. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op

    18 december 2007, heeft het college nadere gegevens toegezonden, waar

    [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 januari 2008, op heeft gereageerd. Het college heeft daar bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 februari 2008, op gereageerd. Met toestemming van partijen is een nadere zitting achterwege gelaten.

  2. Overwegingen

    2.1. Op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied" zoals gewijzigd bij het plan "Buitengebied 1e gedeeltelijke herziening" (hierna: het bestemmingsplan) rust op de percelen de bestemming "Kernrandgebied", met uitzondering van een klein gedeelte van het perceel [locatie 2], waarop op grond van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Molenveld 2e fase" de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" rust.

    2.2. Ingevolge artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) kan de gemeenteraad ten behoeve van de verwezenlijking van een project vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits dat project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van gedeputeerde staten de verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt bij voorkeur een gemeentelijk, intergemeentelijk of regionaal structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied. De gemeenteraad kan de in de eerste volzin bedoelde vrijstellingsbevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.

    Ingevolge artikel 19, vierde lid, van de WRO wordt vrijstelling krachtens het eerste lid niet verleend voor een project dat wordt uitgevoerd in een gebied waarvoor:

    1. het bestemmingsplan niet tijdig overeenkomstig artikel 33, eerste lid, is herzien of

    2. geen vrijstelling overeenkomstig artikel 33, tweede lid, is verleend, tenzij voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp voor een herziening ter inzage is gelegd.

      2.3. Niet in geschil is dat de bouwplannen met het bestemmingsplan in strijd zijn. Teneinde vergunningverlening mogelijk te maken, heeft het college met toepassing van artikel 19, eerste lid, van de WRO vrijstelling verleend. In verband met artikel 19, vierde lid, van de WRO heeft de raad van de gemeente Sint Anthonis op 15 maart 2006 een voorbereidingsbesluit genomen, zodat ten tijde van het besluit op bezwaar voldaan werd aan voormeld artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT