Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank 's-Gravenhage, Amsterdam, 24 de Abril de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Abril de 2008
Uitgevende instantie:Amsterdam

Rechtbank 's-Gravenhage

zittinghoudende te Amsterdam

enkelvoudige kamer vreemdelingenzaken

voorzieningenrechter

Uitspraak

artikel 8:70 en 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

jo artikel 71 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)

reg. nrs.: AWB 06/51746 (beroep) en AWB 06/51749 (voorlopige voorziening)

V-nr: 270.567.1367

inzake:

[eiseres], geboren op [geboortedatum] 1983, van Marokkaanse nationaliteit, wonende te Amsterdam, eiseres/verzoekster, hierna te noemen: eiseres,

gemachtigde: mr. R.S. Imamkhan, advocaat te Amsterdam,

tegen:

de Staatssecretaris van Justitie, voorheen de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, verweerder,

gemachtigde: drs. F. Mountassir, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.

  1. PROCESVERLOOP

    1. Bij besluit van 23 januari 2006 heeft verweerder de aanvraag van eiseres van 26 september 2005 tot verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vw 2000 met als doel "verblijf bij echtgenoot [echtgenoot]" afgewezen.

      Het daartegen ingestelde bezwaar is bij besluit van 27 september 2006 ongegrond verklaard. Het besluit vermeldt onder meer de rechtsgevolgen dat eiseres na bekendmaking van het besluit niet meer rechtmatig in Nederland verblijft en dat zij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken moet verlaten.

    2. Op 23 oktober 2006 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiseres ontvangen. Volgens het besluit schort het beroep de rechtsgevolgen niet op. Bij brief van 23 oktober 2006 is verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt de uitzetting te verbieden totdat op het beroep is beslist.

    3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 december 2007. Eiseres is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde. Tevens was ter zitting aanwezig [echtgenoot], de echtgenoot van eiseres, hierna te noemen: referent.

    4. De voorzieningenrechter/rechtbank, hierna te noemen: de rechtbank, heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

  2. OVERWEGINGEN

    Ten aanzien van het beroep

    1.1 Verweerder stelt zich primair op het standpunt dat aan eiseres een verblijfsvergunning dient te worden onthouden. Eiseres is met een geldige machtiging tot voorlpige verblijf (mvv) Nederland ingereisd. Referent heeft in de procedure die heeft geleid tot verlening van die mvv begin maart 2005 bescheiden overgelegd met betrekking tot zijn inkomen. Thans is gebleken dat hij heeft nagelaten te vermelden dat hij sinds februari 2005 niet meer bij Horeca Maatschappij High Time B.V. werkzaam is. Op grond van deze onjuiste gegevens is aan eiseres een mvv verleend. Als verweerder bekend was geweest met de juiste gegevens zou de mvv niet zijn verleend, omdat daaruit volgt dat referent niet meer aan het middelenvereiste voldeed. De gevolgen van het verzwijgen van deze informatie komen voor rekening en risico van eiseres. In het bestreden besluit is ten overvloede overwogen dat eiseres voorts niet in aanmerking komt voor verlening van de gevraagde verblijfsvergunning omdat referent ten tijde van de aanvraag noch ten tijde van de afwijzing daarvan noch op enig tussengelegen moment duurzaam over voldoende inkomsten heeft beschikt.

    1.2 Eiseres heeft - samengevat - de volgende beroepsgronden naar voren gebracht.

    1. ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT