Hoger beroep van Council of State (Netherlands), Gravenhage, 23 de Agosto de 2012

Datum uitspraak23 de Agosto de 2012
Uitgevende instantie:'s-Gravenhage

201203757/1/V2.

Datum uitspraak: 23 augustus 2012

RAAD VAN STATE

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:

(de vreemdeling),

appellant,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, van 4 april 2012 in zaak nrs. 12/5311 en 12/5310 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 15 februari 2012 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd. Dit besluit is aangehecht.

    Bij uitspraak van 4 april 2012, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter, voor zover thans van belang, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 11 april 2012, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

    De minister heeft een verweerschrift ingediend.

    Vervolgens is het onderzoek gesloten.

  2. Overwegingen

    2.1. In de overwegingen wordt onder de minister tevens verstaan: diens rechtsvoorganger.

    2.2. Uit de jurisprudentie van de Afdeling (uitspraak van 6 maart 2008 in zaak nr. 200706839/1, www.raadvanstate.nl) vloeit voort dat, indien een bestuursorgaan na een eerder afwijzend besluit een besluit van gelijke strekking neemt, door het instellen van beroep tegen het laatste besluit niet kan worden bereikt dat de bestuursrechter dat besluit toetst, als ware het een eerste afwijzing. Dit uitgangspunt geldt niet alleen voor besluiten genomen naar aanleiding van een nieuwe aanvraag, maar ook voor besluiten op een verzoek om terug te komen van een al dan niet op aanvraag genomen besluit (uitspraak van de Afdeling van 4 mei 2005 in zaak nr. 200406320/1, www.raadvanstate.nl). Slechts indien en voor zover in de bestuurlijke fase nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn aangevoerd, dan wel uit het aldus aangevoerde kan worden afgeleid dat zich een relevante wijziging van het recht heeft voorgedaan, kan de bestuursrechter dat besluit, de motivering ervan en de wijze waarop het tot stand is gekomen toetsen.

    2.2.1. De vreemdeling heeft eerder, op 17 november 2011, een aanvraag ingediend om verlening van een verblijfsvergunning asiel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT