Hoger beroep van Council of State (Netherlands), Gravenhage, 29 de Agosto de 2012

Datum uitspraak29 de Agosto de 2012
Uitgevende instantie:'s-Gravenhage

201206910/1/V3.

Datum uitspraak: 29 augustus 2012

RAAD VAN STATE

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

(de vreemdeling),

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, van 9 juli 2012 in zaken nrs. 12/20396 en 12/20397 in de gedingen tussen:

de vreemdeling

en

de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 7 juni 2012 heeft de minister de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit). Bij besluit van dezelfde datum is de vreemdeling vervolgens in vreemdelingenbewaring gesteld. Deze besluiten zijn aangehecht.

    Bij uitspraak van 9 juli 2012, verzonden op 10 juli 2012, heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdeling ingestelde beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 16 juli 2012, hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht.

    De minister heeft een verweerschrift ingediend.

    Vervolgens is het onderzoek gesloten.

  2. Overwegingen

    2.1. In de enige grief klaagt de vreemdeling dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat niet zeker is dat hij aan België kan worden overgedragen en dat het terugkeerbesluit daarom rechtmatig is.

    De vreemdeling betoogt hiertoe dat de rechtbank niet heeft onderkend dat concrete aanknopingspunten voor een overdracht aan België bestaan en dat de minister steeds de bedoeling heeft gehad hem over te dragen, ook nadat de Belgische autoriteiten het verzoek om terugname op

    17 juni 2012 hadden afgewezen. De rechtbank heeft volgens de vreemdeling evenmin onderkend dat nu het terugkeerbesluit onrechtmatig is, dit eveneens geldt voor de daarop volgende maatregel van bewaring.

    2.1.1. Uit het proces-verbaal van overbrenging en ophouding van

    7 juni 2012 blijkt, voor zover thans van belang, dat de vreemdeling bij die gelegenheid heeft verklaard dat hij rechtmatig verblijf heeft in België, op welk adres hij in België staat ingeschreven en wat zijn Rijksregisternummer is. Voorts heeft de vreemdeling verklaard dat zijn papieren van hem zijn afgenomen en dat hij in België een nieuwe verblijfsaanvraag heeft ingediend.

    Op 14 juni 2012 heeft de minister de Belgische...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT