Herziening van Centrale Raad van Beroep, 6 de Junio de 2008
Datum uitspraak | 6 de Junio de 2008 |
Uitgevende instantie: | Centrale Raad van Beroep |
07/1295 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 15 december 2006, 04/4712 WAO, in het geding tussen:
[Verzoeker] (hierna: verzoeker)
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 6 juni 2008
-
PROCESVERLOOP
Mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, heeft namens verzoeker verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 15 december 2006, 04/4712 WAO.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 april 2008.
Verzoeker is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. De Jonge.
Het Uwv was vertegenwoordigd door drs. J. Hut.
-
OVERWEGINGEN
-
Verzoeker heeft verzocht om "herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden". Verzoeker is van mening dat zijn aanspraken bij de bestreden uitspraak niet naar behoren zijn erkend. De gronden van het verzoek zijn uiteengezet in het aanvullende verzoekschrift van 2 maart 2007 en het daarbij overgelegde stuk van Instituut Psychosofia van 22 februari 2007 (medische adstructie a5).
2.1. De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.2. De Raad heeft echter noch in het aanvullende verzoekschrift, noch in het stuk van Instituut Psychosofia van 22 februari 2007, noch in de medische adstructie a6 van Instituut Psychosofia van 11 maart 2008, noch in de...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT