Kort geding van Rechtbank Utrecht, Sector kanton, 18 de Junio de 2008
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 18 de Junio de 2008 |
Uitgevende instantie: | Sector kanton |
vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 248313 / KG ZA 08-450
Vonnis in kort geding van 18 juni 2008
in de zaak van
[X],
wonende te Bree, BelgiÎ
eiser,
procureur mr. M.R. Ruygvoorn,
advocaat mr. S.F.J. Bergmans te Maastricht,
tegen
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
gevestigd te Zeist,
gedaagde,
procureur mr. J.M. van Noort,
advocaat mr. H.J.A. Knijff te Den Haag.
Partijen zullen hierna [X] en de KNVB genoemd worden.
-
De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 mei 2008,
- de producties 1 tot en met 15 van [X],
- de producties 1 tot en met 6 van de KNVB,
- de mondelinge behandeling van 3 juni 2008,
- de pleitnota van de KNVB.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
-
De feiten
2.1. Op 10 november 1999 is de World Anti Doping Agency (hierna te noemen: "WADA") opgericht met als doel om doping in de sport tegen te gaan.
De WADA heeft een zogenaamde World Anti Doping Code (hierna te noemen: "de WADA Code") opgesteld. Van deze code maken onder meer deel uit de International Standard for Testing en de International Standard for Laboratories.
De FIFA heeft de WADA Code en daarvan deel uitmakende International Standards geaccepteerd.
2.2. In het Dopingreglement KNVB, vastgesteld in de bondsvergadering van
11 december 1995 en laatstelijk gewijzigd in de bondsvergadering van 13 juni 2005
(hierna te noemen: "het Dopingreglement" ), is voor zover van belang,
het volgende bepaald:
Artikel 2 - Dopingverbod
-
Het is spelers verboden doping te gebruiken.
(...)
Artikel 5 - Dopingcontrole
-
a. Dopingcontroles worden uitgevoerd volgens de Internationale Standaard voor
Dopingcontroles als vastgesteld door de WADA en vinden plaats op de in titel III tot
en met V van dit reglement vermelde wijze.
(...)
Artikel 6 - Dopingcontrole-uitvoerende organisatie
-
Het bestuur amateurvoetbal respectievelijk het bestuur betaald voetbal wijst ten behoeve
van de uitvoering van dopingcontroles in het amateurvoetbal respectievelijk het betaald
voetbal een dopingcontrole-uitvoerende organisatie aan.
-
De dopingcontrole-uitvoerende organisatie wijst voor de uitvoering van de
dopingcontroles dopingcontroleofficals aan. Een dopingcontroleoffical kan zich laten
bijstaan door een of meer assistenten.
Artikel 8 - Dopingcontrolelaboratorium
-
a. Het onderzoek van het urinemonster vindt plaats in een door of namens de KNVB
aangewezen WADA geaccrediteerd dopingcontrolelaboratorium.
-
Het dopingcontrolelaboratorium voert het onderzoek van het urinemonster uit
overeenkomstig de Internationale Standaard voor Laboratoria.
(...)
Artikel 15 - De afname van de urinemonsters
-
-
In het dopingcontrolestation kiest de speler uit een verzameling voorverpakte
dopingcontrolematerialen een apart verpakte opvangbeker en twee flesje met
bijbehorende afsluitdoppen. Het ene flesje wordt met een "A" gemarkeerd, het andere met
een "B".
-
Onder direct toezicht van de dopingcontroleofficial of diens assistent produceert de speler
de bij de Internationale Standaard voor Dopingcontroles bepaalde hoeveelheid urine en
vangt dit op in de daartoe bestemde beker.
(...)
-
Zodra de speler aan zijn verplichting, genoemd in lid 2 heeft voldaan, verdeelt de
dopingcontroleofficial of diens assistent, in aanwezigheid van de speler, de
geproduceerde urine over de beide door hem uitgekozen flesjes. De urine die in het met
een "A" gemarkeerde flesje wordt gegoten wordt in het vervolg aangeduid als het
A-monster, de urine die in het met een "B" gemarkeerde flesje wordt gegoten als het
B- monster.
-
In aanwezigheid van de speler sluit de dopingcontroleofficial of diens assistent de flesjes
af en verzegelt hij deze dan wel de voor de flesjes bestemde verpakking.
(...)
Artikel 20 - De bindende uitslag
-
Indien de uitslag van het onderzoek van het A-monster positief is en geen gebruik wordt
gemaakt van het recht op onderzoek van het B-monster, wordt de uitslag van het
onderzoek van het A-monster als bindend aangemerkt.
-
Indien de uitslag van het onderzoek van het A-monster wordt bevestigd door de uitslag
van het onderzoek van het B-monster, wordt de uitslag van het onderzoek van het A-
monster als bindend aangemerkt.
-
Indien de uitslag van het onderzoek van het A-montser niet wordt bevestigd door de
uitslag van het onderzoek van het B-monster, wordt de uitslag van het onderzoek van het
B-monster als bindend aangemerkt.
2.3. De Stichting Anti Doping Autoriteit Nederland (hierna te noemen: "de Dopingautoriteit") is aangewezen als de dopingcontrolerende uitvoerende organisatie als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Dopingreglement.
2.4. Het dopinglaboratorium van de Universiteit van Gent (BelgiÎ) is, op grond van een daartoe met de Dopingautoriteit gesloten overeenkomst, belast met het onderzoek van
de urinemonsters. Dit laboratorium staat onder leiding van [naam professor]
(hierna te noemen: [professor]).
2.5. [X] is amateurvoetballer. In het seizoen 2006/2007 was hij lid van de voetbalvereniging EVV te Echt en speelde hij in het eerste elftal, zondag hoofdklasse B van EVV.
2.6. Op 25 maart 2007 heeft [X] met zijn team tegen JVC Cuyk 1 gespeeld. Na deze wedstrijd heeft [X] een dopingcontrole ondergaan.
Het afnemen van de urinemonsters A en B en het verzegelen daarvan heeft in het bijzijn van ÈÈn dopingcontroleofficial plaatsgevonden. Vervolgens zijn de urinemonsters A en B door het dopinglaboratorium van de Universiteit van Gent onderzocht. In beide urinemonsters
is de stof amfetamine aangetroffen, welke stof voorkomt op de van het Dopingreglement deel uitmakende lijst van verboden farmacologische groepen van stoffen en verboden methoden.
2.7. Op 16 april en 24 april 2007 is [X] naar zijn huisarts, [naam huisarts], geweest alwaar bloed en urine is afgenomen. Daarnaast heeft [X] op advies van zijn huisarts een haartest laten uitvoeren door het Medisch Centrum in Tessenderlo (BelgiÎ). [X] heeft daartoe zelf een haar aan dit Medisch Centrum verzonden.
Op 25 april 2007 heeft dit Medisch Centrum aan de huisarts van [X] bericht dat geen sporen van amfetamine in het door haar onderzochte haar zijn aangetroffen.
2.8. Bij brief van 30 mei 2007 heeft het Bestuur Amateurvoetbal van de KNVB bij de tuchtcommissie van de KNVB (hierna te noemen: "de tuchtcommissie") aangifte gedaan van de positieve uitslag van de urinemonsters van [X].
De tuchtcommissie heeft vervolgens [X] bij brief van 1 juni 2007 het overtreden van artikel 2 lid 1 van het Dopingreglement ten laste gelegd.
[X] heeft zich tegen deze tenlastelegging verweerd en is daarbij bijgestaan door
[naam advocaat], advocaat te Gent, BelgiÎ (hierna te noemen: [advocaat]).
2.9. Op 25 juli 2007 heeft een mondeling onderzoek (behandeling) plaatsgevonden in een hotel in Eindhoven. [X] is daarbij bijgestaan door [advocaat].
Op uitnodiging van de tuchtcommissie is de heer [naam deskundige] (hierna te noemen: [deskundige]) als deskundige bij dit mondeling onderzoek aanwezig geweest en door de tuchtcommissie gehoord.
2.10. De tuchtcommissie heeft een verslag van dit mondeling onderzoek opgesteld.
2.11. Na afloop van het mondelinge onderzoek van 25 juli 2007 heeft de voorzitter van de tuchtcommissie in de lobby van het hotel aan [advocaat] meegedeeld dat de tuchtcommissie mogelijk een nader onderzoek bij [professor] zal instellen.
2.12. Bij e-mailbericht van 26 juli 2007 heeft de tuchtcommissie het volgende aan [professor] geschreven:
(...)
Op verzoek van de Nederlandse Dopingautoriteit heeft u onlangs...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT