Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Dordrecht, 24 de Junio de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Junio de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Dordrecht

RECHTBANK DORDRECHT

MEERVOUDIGE STRAFKAMER

Parketnummer: 11/992000-07

Zittingsdatum : 10 juni 2008

Uitspraak : 24 juni 2008

VERKORT STRAFVONNIS

De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren in 1959,

[adres en woonplaats].

De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.

  1. De tenlastelegging

    Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

  2. zij op een of meer tijdstippen gelegen in de periode van september 2004 tot en met november 2004 te Gorinchem, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,

    (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring en/of salarisspecificatie,

    - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -

    als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,

    bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) deze werkgeversverklaring en/of salarisspecificatie hebben/heeft overgelegd/gezonden en/of doen overleggen/zenden aan (een medewerker/ster van) de Rabobank (Gorinchem) (thans RabobankAlblasser-waard Noord en Oost) ter verkrijging van een hypotheek (op het pand

    gelegen op het adres Achter Zuiderlingedijk 93, 4211 BB Spijk,)

    en bestaande die valsheid of vervalsing (zakelijk weergegeven) hierin dat

    - in die werkgeversverklaring van [bedrijf 1] staat vermeld

    dat verdachte [verdachte] sinds 1 juli 2004 in dienst is bij [bedrijf 1] als salesmanager en/of

    dat [verdachte] een brutojaarsalaris van 45.000,- euro en/of een vakantietoeslag van 3.600 euro ontvangt, en/of

    - in die salarisspecificatie van [bedrijf 1] staat vermeld

    dat verdachte [verdachte] in de maand oktober 2004 een netto loon van 2.376,13 euro heeft ontvangen van [bedrijf 1] en/of dat het bedrag van 2.376,13 euro is betaald op [rekeningnummer];

    art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht

  3. zij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van juli 2003 tot en met oktober 2004

    te Gorinchem en/of te Deil, gemeente Geldermalsen en/of te Lingewaal, althans in Nederland,

    tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,

    terwijl verdachte bij vonnis van de (Arrondissements)rechtbank te Dordrecht van 25 augustus 2004, in staat van faillissement is verklaard,

    ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeiser(s),

    1. enig goed aan de boedel heeft onttrokken en/of

    2. niet voldaan aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld;

    hebbende zij, verdachte en/of haar mededader(s)

    ad a)

    een (of meer) goed(eren) behorende tot de inventaris van [bedrijf 2] i.o. en/of [bedrijf 3] i.o. aan de boedel onttrokken

    en/of doen onttrekken door deze goederen over te brengen naar [bedrijf 4] althans door deze goederen buiten het bereik en beheer van de curator te (doen) stellen en/of

    ad b)

    aan de curator geen jaarstukken/jaarcijfers en/of winst- en verliesrekening en/of kasboek en/of grootboek en/of debiteurenlijsten en crediteurenlijsten, althans geen volledige administratie overgelegd en/of doen overleggen van

    [bedrijf 3] i.o. en/of [bedrijf 2] i.o..

  4. De voorvragen

    2.1 De geldigheid van de dagvaarding

    De officier van justitie heeft ter terechtzitting betoogd dat de dagvaarding met betrekking tot het onttrekken van goederen aan de boedel (feit 2 ad a) nietig is omdat het enkele ge-bruik van de aanduiding "boedel" te ruim is omschreven en daarmee onvoldoende feite-lijk is.

    De rechtbank overweegt - anders dan de officier van justitie - dat het in de tenlasteleg-ging opgenomen begrip 'boedel', gelezen in samenhang met het dossier, voldoende ge-specificeerd is omschreven. Dit blijkt tevens uit de verklaring van verdachte ter terechtzit-ting, waarin zij aangeeft welke goederen er onder meer in de betreffende boedel aanwezig waren toen zij die van de curator van medeverdachte overnam. Uit het voorgaande blijkt dat het verdachte voldoende duidelijk is geweest wat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT