Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Maastricht, Sector kanton, 25 de Junio de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Junio de 2008
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector Kanton

Locatie Heerlen

Zaak/rolnr.: 294698 CV EXPL 08-4233

Typ.: YT

Coll.:

Vonnis van de kantonrechter d.d. 25 juni 2008

i n z a k e

de naamloze vennootschap NV Waterleiding Maatschappij Limburg,

gevestigd te Maastricht,

gemachtigden J.H.L. Sinkiewicz, gerechtsdeurwaarder en mr. P.L.J.M. Guinee,

eisende partij,

t e g e n

[gedaagde]

wonende aan de [adres & woonplaats],

gedaagde partij,

niet verschenen.

PROCESVERLOOP:

Door de eisende partij is een dagvaarding ingediend, waarvan de inhoud als hier herhaald geldt, alsmede vonnis verzocht.

De gedaagde partij heeft verstek laten gaan.

Vervolgens is vonnis bepaald.

MOTIVERING:

De kantonrechter merkt het navolgende op:

-de eisende partij heeft omtrent de aan de procedure voorafgegane incasso(pogingen) onvoldoende (gespecificeerd en gemotiveerd) gesteld om daaruit te kunnen concluderen dat werkzaamheden zijn verricht en kosten zijn gemaakt die de normale voorbereiding van een gerechtelijke procedure te buiten gaan. Daarmee is niet komen vast te staan dat de door de eisende partij bedoelde werkzaamheden en kosten verder strekten dan de verrichtingen en kosten waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Rv. een voorziening geven. Dit onderdeel van de vordering zal dan ook worden afgewezen;

-het in het lichaam der dagvaarding onder punt 13 gestelde en dienaangaande in het petitum gevorderde zal worden afgewezen nu niet is gesteld of gebleken op grond waarvan de eisende partij recht n belang heeft bij veroordeling van gedaagde tot betaling vanaf 30-12-1899 van een bedrag van € 0,00 voor iedere maand als voorschottermijn. Nakoming van de gevorderde voorschottermijn van € 0,00 kan vindt volgens het adagium "geen belang, geen actie" geen steun in het recht. In dat kader zal het te dien aanzien in het petitum van de dagvaarding onder B gevorderde eveneens worden afgewezen;

-terzake het onder B in het petitum gevorderde in relatie tot de achterstallige hoofdsom merkt de kantonrechter op dat zij dit onderdeel van de vordering ook zal afwijzen nu het recht van gedaagde op water door deze maatregel wordt gefrustreerd. Gedaagde kan in casu niet om WML, de regionale monoplist, heen om een beroep te doen op zijn recht op water. Dit recht is besloten in reeds lang gecodificeerde en door Nederland erkende rechten, met name het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT