Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zutphen, 19 de Septiembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Septiembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Zutphen

vonnis

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Civiel – Afdeling Handel

zaaknummer / rolnummer: 125253 / HA ZA 11-837

Vonnis van 19 september 2012

in de zaak van

  1. de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid [vereniging eigenaren],

    gevestigd te [plaats],

  2. [eiser sub 1],

    wonende te [plaats, gemeente],

  3. [eiser sub 2],

    wonende te [plaats],

    eisers,

    advocaat mr. R.A. van Huussen te Veenendaal,

    tegen

  4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [landgoed BV],

    gevestigd te [plaats],

  5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [exploitatiemaatschappij landgoed BV],

    gevestigd te [plaats, gemeente],

    gedaagden,

    advocaat mr. A.P. Maes te Apeldoorn.

    Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagden] worden genoemd. De eisende partijen zullen afzonderlijk worden aangeduid als [vereniging eigenaren] en als [eiser sub 1] en [eiser sub 2]. De gedaagde partijen zullen afzonderlijk worden aangeduid als [landgoed BV] en [exploitatiemaatschappij landgoed BV]

  6. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 4 april 2012

    - de akte uitlating met overlegging producties van de zijde van [gedaagden]

    - de antwoordakte van de zijde van [eisers]

    - de akte van de zijde van [gedaagden]

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  7. De verdere beoordeling

    Het tussenvonnis

    2.1. De rechtbank neemt hetgeen zij in het tussenvonnis van 4 april 2012 (hierna: het tussenvonnis) heeft overwogen en beslist over en volhardt daarin.

    [vereniging eigenaren] - bindende eindbeslissing

    2.2. De rechtbank heeft in het tussenvonnis uitdrukkelijk en zonder voorbehoud beslist dat de vorderingen van [vereniging eigenaren] zullen worden afgewezen en heeft aldus een eindbeslissing gegeven. Voor een dergelijke beslissing geldt de regel dat daarvan in dezelfde instantie niet meer kan worden teruggekomen. Dit kan anders zijn indien de beslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, dan wel de eisen van een goede procesorde om een andere reden meebrengen dat de rechter zijn eindbeslissing heroverweegt.

    2.3. [eisers] heeft in haar antwoordakte na het tussenvonnis weliswaar herhaald dat [vereniging eigenaren] een eigen statutair belang heeft, maar dat is onvoldoende om van de hier bedoelde (bindende) eindbeslissing terug te komen. Gesteld noch gebleken is immers dat [vereniging eigenaren] zelf een overeenkomst heeft gesloten met [gedaagden], terwijl [eisers] ter comparitie heeft erkend dat [vereniging eigenaren] een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid is en heeft betoogd dat geen sprake is van een vordering op grond van het bepaalde in artikel 3:305a lid 1 BW.

    Na het tussenvonnis

    2.4. In het tussenvonnis heeft de rechtbank [gedaagden]:

    • op de voet van het bepaalde in artikel 22 Rv bevolen het rapport van BDO in het geding te brengen dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben kunnen inzien alsook toe te lichten hoe de kosten voor de levering van gas, water en elektriciteit over de periode van 2006 tot en met 2011 over de verschillende eigenaren zijn verdeeld en dit zoveel mogelijk te onderbouwen met stukken, waarbij de rechtbank de verwachting heeft uitgesproken dat in ieder geval stukken worden overgelegd waaruit blijkt welke prijs per eenheid [gedaagden] zelf heeft moeten betalen (5.28);

    • gelegenheid gegeven te reageren op de stelling van [eisers] dat de vaste parkbijdrage die in rekening is gebracht aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] verkeerd is geïndexeerd en dat een eenmalige bijdrage voor aanpassing van de centrale antenne installatie ten onrechte ook de jaren daarna in rekening is gebracht, waarbij de rechtbank heeft aangegeven dat zij kan toelichten hoe de bijdrage voor aanpassing van de centrale antenne installatie zich verhoudt tot het bepaalde in artikel 7 lid 1 van de Bepalingen en op welke grondslag de hier bedoelde bijdrage in rekening is gebracht (5.30);

    • verzocht ten aanzien van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een berekening te maken van de vaste parkbijdrage op basis van het prijsindexcijfer van het jaar voor het voorafgaande jaar, met en zonder bijdrage voor centrale antenne installatie (5.35).

    2.5. [gedaagden] heeft gedeeltelijk aan het tussenvonnis voldaan, in die zin dat:

    • zij een rapport van BDO van 12 juni 2012 heeft overgelegd waarin wordt ingegaan op het vastrecht en de energietarieven over het jaar 2011;

    • zij het rapport van BDO van 8 april 2011 heeft overgelegd, het rapport dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] eerder hebben kunnen inzien;

    • zij slechts heeft toegelicht hoe de kosten voor de levering van gas, water en elektriciteit over de periode van 2006 tot en met 2009 over de verschillende eigenaren zijn verdeeld en daarbij alleen met betrekking tot het jaar 2009 stukken heeft overgelegd waaruit blijkt wat zij zelf heeft moeten betalen ten aanzien van gas en elektriciteit;

    • haar standpunt ten aanzien van de in rekening gebrachte kosten voor de centrale antenne installatie heeft toegelicht;

    • heeft toegegeven...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT