Hoger beroep kort geding van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 25 de Septiembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Septiembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE

Sector Civiel recht

Zaaknummer : 200.094.058-01

Zaak/rolnummer rechtbank : 93707 KG ZA 11-133

Arrest van 25 september 2012

inzake

[appellant],

wonende te [woonplaats] ([land]),

appellant,

hierna te noemen: [appellant],

advocaat: aanvankelijk mr. J.A.A. van der Weijst te Schijndel,

thans onttrokken,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente],

geïntimeerde,

hierna te noemen: [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. P.A. Visser te Hendrik-Ido-Ambacht.

Het verdere geding

Het hof verwijst naar het tussenarrest van 1 november 2011, waarbij een comparitie van partijen werd gelast. De comparitie heeft niet plaatsgevonden. Vervolgens heeft [geïntimeerde] bij memorie van antwoord (met producties) de grieven van [appellant] bestreden.

Hierna zijn stukken overgelegd en is arrest gevraagd.

De verdere beoordeling van het hoger beroep

  1. Het gaat in dit kort geding om het volgende.

    1.1. Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Voorts hebben zij een samenwerkingsovereenkomst met elkaar gesloten met betrekking tot een villa met toebehoren in Florida. Na het verbreken van de affectieve relatie hebben zij een conflict met elkaar gekregen over het gebruik en de exploitatie van de villa c.a., welk conflict tot een aantal procedures heeft geleid, waarvan deze er één is.

    1.2. [geïntimeerde] heeft (in procedure I) voor de voorzieningenrechter in de rechtbank in

    ’s-Hertogenbosch gevorderd, voorzover hier van belang, [appellant] te veroordelen tot medewerking aan de uitvoering van een aantal reeds gesloten huurovereenkomsten met betrekking tot de villa (vordering a), tot afgifte van sleutels van de villa en van bijbehorende zaken zoals een auto, waterscooters etc. (vordering b) en [appellant] te verbieden [geïntimeerde] jegens derden te beschuldigen van strafbare feiten, waaronder oplichting en fraude (vordering c), alles telkens op straffe van een dwangsom. Bij vonnis van 12 mei 2010 (hierna: vonnis I) heeft de voorzieningenrechter vordering a toegewezen met bepaling dat de veroordeling tot medewerking vervalt indien [geïntimeerde] met betrekking tot de genoemde huurovereenkomsten niet binnen drie dagen na het vonnis de huurtermijnen daarvan stort op een bankrekening van [appellant]. Vordering b is afgewezen en vordering c is toegewezen. Aan veroordeling a is een dwangsom verbonden van € 2.000 per dag met een maximum van € 30.000 en aan veroordeling c eveneens.

    Van dit vonnis is geen appel ingesteld.

    1.3. [appellant] heeft vervolgens [geïntimeerde] in een procedure (II) betrokken voor de voorzieningenrechter in de rechtbank Dordrecht, waarin hij onder meer vorderde schorsing van de tenuitvoerlegging van vonnis I danwel opheffing of vermindering van de dwangsommen en, voor zover dwangsommen verbeurd zouden zijn, een verbod om dwangsommen te innen. [geïntimeerde] vorderde in reconventie onder meer afgifte van sleutelkopieën van de villa, een auto (Hummer), een camper, jetboats, waterscooters en een jacht, op straffe van een dwangsom. De vorderingen van [appellant] zijn bij vonnis van 23 december 2010 (hierna vonnis II) afgewezen, waarbij de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaarde ten aanzien van de gevorderde opheffing danwel vermindering van de dwangsommen. De reconventionele vordering van [geïntimeerde] met betrekking tot de sleutelkopieën is toegewezen, waarbij een dwangsom werd opgelegd van € 500 per dag met een maximum van € 10.000.

    Van dit vonnis is evenmin appel ingesteld.

    1.4. In het kader van gestelde verbeurte van dwangsommen en aanspraak daarop wegens het niet voldoen aan veroordelingen van vonnis I heeft [geïntimeerde] executoriale beslagen en derdenbeslagen gelegd op de woning van [appellant] in Nederland, op een WAO- uitkering, pensioenuitkering, lijfrente-uitkering, een auto en een motor en onder de rechtsbijstandsverzekeraar en aansprakelijkheidsverzekeraar van [appellant]. De auto (een Porsche) en de motor (een Kawasaki) zijn bij openbare veiling (op 21 oktober 2010) door [geïntimeerde] verkocht.

    1.5. Voor de voorzieningenrechter in ´s-Hertogenbosch (procedure III) heeft [appellant] onder meer gevorderd de dwangsommen op te heffen althans te verminderen tot nihil en [geïntimeerde] te veroordelen de executie te staken en gestaakt te houden. Bij vonnis van 4 mei 2011 (hierna vonnis III) heeft de voorzieningenrechter [geïntimeerde] veroordeeld om de executie van vonnis I te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom. De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT