Wraking van Rechtbank 's-Gravenhage, 10 de Septiembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 10 de Septiembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank 's-Gravenhage |
beslissing
WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Meervoudige wrakingskamer
Wrakingnummer 2012/51
rekestnummer: 425164 / HA RK 12-464
parketnummer: 09/180113-11
datum beslissing: 10 september 2012
BESLISSING
op het mondelinge verzoek tot wraking ingevolge artikel 513 van het Wetboek van Strafvordering, in de zaak van:
[verzoeker],
domicilie kiezend te [plaats],
verzoeker,
raadsman: mr. drs. E. Tamas;
strekkende tot wraking van:
mr. E.C.M. Bouman,
rechter in de rechtbank te 's-Gravenhage.
-
De voorgeschiedenis en het procesverloop.
1.1. Op 2 augustus 2011 is in de strafzaak tegen verzoeker de dagvaarding aan verzoeker betekend. De raadsman van verzoeker heeft conform artikel 262 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) tijdig een bezwaarschrift tegen de dagvaarding ingediend. Het bezwaarschrift is door de rechtbank op 7 oktober 2011 en 7 augustus 2012 in raadkamer behandeld. Het bezwaarschrift is op 7 augustus 2012 door de rechtbank ongegrond verklaard. Deze beschikking is gegeven door mr. Bouman.
1.2. Op 7 augustus 2012 heeft de politierechter mr. Bouman de strafzaak tegen verzoeker behandeld, waarbij de raadsman van verzoeker een preliminair verweer heeft gevoerd. Nadat mr. Bouman bij mondeling tussenvonnis op dit preliminaire verweer had beslist, heeft de raadsman van verzoeker mr. Bouman gewraakt.
-
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek.
2.1. Op 27 augustus 2012 is het wrakingsverzoek ter zitting van deze wrakingskamer behandeld. Verzoeker [verzoeker], bijgestaan door zijn raadsman mr. Tamas, is verschenen. Tevens is verschenen mr. M. Warnaar namens de officier van justitie mr. H. Mol. Mr. Bouman heeft te kennen gegeven niet bij de behandeling van het wrakingsverzoek aanwezig te zullen zijn en is niet verschenen. Het wrakingsverzoek is door de raadsman van verzoeker toegelicht.
-
Het standpunt van verzoeker.
3.1. Aan het wrakingsverzoek is - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag gelegd. Mr. Bouman heeft de schijn van partijdigheid gewekt door 1) bij de behandeling van het preliminair verweer vooruit te lopen op de inhoudelijke behandeling van de zaak, 2) bij de behandeling van het preliminair verweer voorbij te gaan aan de gebeurtenissen op 27 juli 2011 en 3) blijk te geven van vooringenomenheid gelet op de korte duur tussen het afwijzen van het bezwaarschrift op grond van artikel 262 Sv en de inhoudelijke behandeling van de strafzaak. Tevens heeft de raadsman van verzoeker bij de behandeling van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT