Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 3 de Octubre de 2012

Datum uitspraak 3 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/4769 ZVW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 juli 2011, 10/1057 (aangevallen uitspraak)

Datum uitspraak: 3 oktober 2012

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats], België, (appellant)

College voor zorgverzekeringen (Cvz)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

Cvz heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2012. Appellant is verschenen. Cvz heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Mulder en mr. K. Siemeling.

OVERWEGINGEN

1.1. Appellant woonde in de jaren 2006, 2007 en 2008 - en woont thans nog - in België. Hij ontving in die jaren en ook thans een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet, een particulier pensioen en een uitkering levensverzekering uit Nederland.

1.2. Bij een drietal besluiten van 11 december 2009 heeft Cvz de voorlopige jaarafrekening van de door appellant op grond van artikel 69 van de Zorgverzekeringswet (Zvw) verschuldigde bijdrage (buitenlandbijdrage) over de jaren 2006, 2007 en 2008 vastgesteld.

1.3. Bij besluit van 3 februari 2010 heeft Cvz het bezwaar van appellant tegen het besluit van 11 december 2009 ongegrond verklaard.

2.1. Appellant heeft in beroep aangevoerd dat hij geen premie voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wenst te betalen, aangezien hij in België niet voor onder de AWBZ vallende zorg is verzekerd.

  1. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep van appellant ongegrond verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat appellant niet verzekerd is ingevolge de AWBZ en daarvoor ook geen premie hoeft te betalen. Op het pensioen van appellant wordt een buitenlandbijdrage ingehouden voor de kosten van zorg die hij ontvangt in zijn woonland België. De buitenlandbijdrage wordt op grond van artikel 33 van de Verordening EG 1408/71 (Vo. 1408/71) berekend volgens het systeem van het pensioenland, Nederland. Dat systeem volgt de berekeningsmethodiek van de Zvw en de AWBZ, maar dat betekent niet dat er sprake is van een AWBZ-premie. De buitenlandbijdrage wordt door middel van de woonlandfactor gerelateerd aan het verstrekkingenniveau in België. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 26 augustus 2009 (LJN BJ6362) reeds geoordeeld dat de woonlandfactor in rechte stand kan houden.

    3.1. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd. Appellant betwist niet dat hij op grond van artikel 69 van de Zvw een buitenlandbijdrage is verschuldigd, maar hij acht de berekeningssystematiek van de bijdrage niet juist, omdat in België AWBZ-zorg niet onder de sociale ziektekostenverzekering valt en hij daardoor voor die - veelal kostbare - zorg niet verzekerd is. Daarom wenst hij geen premie voor de AWBZ te betalen. Dat er sprake is van een bijdrage en niet van een premie acht appellant een kwestie van semantiek. Appellant betwist dat de woonlandfactor het verschil in zorgniveau tussen Nederland en België dekt en dat de daaruit voortvloeiende verlaging van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT