Kort geding van Rechtbank 's-Gravenhage, Voorzieningenrechter, 9 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: 426721 / KG ZA 12-963

Vonnis in kort geding van 9 oktober 2012

in de zaak van

[eiser],

thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [X.],

eiser,

advocaat mr. M.P.M. Balemans te Amsterdam,

tegen:

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

(ministerie van Veiligheid en Justitie),

zetelend te 's-Gravenhage,

gedaagde,

advocaat mr. A.C. Palmboom te 's-Gravenhage.

Partijen zullen hierna worden aangeduid als '[eiser]' en 'de Staat'.

  1. De feiten

    Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 2 oktober 2012 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

    1.1. Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter van de rechtbank Amsterdam van 21 mei 2010 is [eiser] veroordeeld tot een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf van drie maanden wegens handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie.

    1.2. Bij onherroepelijk vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam van 26 januari 2011 is [eiser] veroordeeld tot een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf van zesendertig maanden wegens - kort gezegd - diefstal met geweld, in vereniging gepleegd. Daarbij is hij tevens veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van in totaal € 11.916,20, bij niet-betaling te vervangen door honderdnegenentwintig dagen hechtenis.

    1.3. Voormelde gevangenisstraffen en vervangende hechtenis worden op dit moment aansluitend geëxecuteerd, in verband waarmee [eiser] thans verblijft in de penitentiaire inrichting [X.]. Op grond van de ten tijde van het uitspreken van voormelde vonnissen vigerende wetgeving zou [eiser] op 1 mei 2012 voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. Als gevolg van de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis ter zake van de schadevergoedingsmaatregelen zou [eiser] echter eerst op 7 september 2012 vrijkomen.

    1.4. Bij - op 29 maart 2011 verzonden - beschikking heeft de minister voor Immigratie en Asiel [eiser] ongewenst verklaard op grond van artikel 67, eerste lid, aanhef en onder c van de Vreemdelingenwet ('Vw'). Naar aanleiding van bezwaar daartegen van [eiser] is die ongewenstverklaring bij beschikking van 23 maart 2012 ongedaan gemaakt, onder gelijktijdige uitvaardiging aan [eiser] van een inreisverbod ingevolge artikel 66a, eerste lid, onder a, Vw voor de duur van tien jaar vanaf de datum dat [eiser] Nederland daadwerkelijk heeft verlaten. Op grond daarvan is [eiser] een vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland in de zin van artikel 8 Vw.

    1.5. Op 1 april 2012 is een wetswijziging in werking getreden, inhoudende dat aan artikel 15, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht ('Sr') een onderdeel c. is toegevoegd. Hierdoor is het tweede lid van dat artikel ("de veroordeelde tot tijdelijke gevangenisstraf van meer dan twee jaren wordt voorwaardelijk in vrijheid gesteld wanneer hij tweederde gedeelte daarvan heeft ondergaan") niet van toepassing indien (c.) de veroordeelde een vreemdeling is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT