Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Middelburg, 11 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Middelburg

RECHTBANK MIDDELBURG

Sector strafrecht

parketnummer: 12/715455-11 en 12/715286-11 (ttz gev) [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 oktober 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren op [1963],

wonende te [woonplaats],

thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Middelburg, locatie Torentijd, te Middelburg,

ter terechtzitting verschenen,

raadsman mr. Sol, advocaat te Terneuzen,

ter terechtzitting aanwezig.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 september 2012, waarbij de officier van justitie mr. Bethlehem en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

12/715455-11

hij op of omstreeks 27 augustus 2011, te Breskens, gemeente Sluis,

opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven heeft

beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die

[slachtoffer 1], meermalen, althans éénmaal, met een mes in haar lichaam gestoken

en/of gesneden, waardoor die [slachtoffer 1] ernstig(e) letsel(s) heeft opgelopen

en/of veel bloed heeft verloren, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is

overleden;

art 289 Wetboek van Strafrecht

en voor zover terzake het onder 1 telastgelegde een veroordeling niet mocht

kunnen volgen, terzake dat

hij op of omstreeks 27 augustus 2011, te Breskens, gemeente Sluis,

opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd,

immers heeft verdachte met dat opzet die [slachtoffer 1], meermalen, althans

éénmaal, met een mes in haar lichaam gestoken en/of gesneden, waardoor die

[slachtoffer 1] ernstig(e) letsel(s) heeft opgelopen en/of veel bloed heeft

verloren, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;

art 287 Wetboek van Strafrecht

12/715286-11

  1. hij op of omstreeks 14 mei 2011 te Breskens, gemeente Sluis,

    [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans

    met zware mishandeling,

    immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden

    toegevoegd: "Ik steek je overhoop" en/of "Ik ga je vermoorden", althans

    woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

    art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

  2. hij op of omstreeks 14 mei 2011, in de gemeente Sluis,

    [verbalisant 1] (agent van de politie Zeeland) en/of [verbalisant 2] (agent van de

    politie Zeeland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,

    althans met zware mishandeling,

    immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] dreigend de

    woorden toegevoegd: "Ik ga jullie vermoorden" en/of "Jullie gaan er aan",

    althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

    art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

  3. hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2011 tot

    en met 14 mei 2011 te Breskens, gemeente Sluis,

    (telkens) opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, althans een persoon, te

    weten [slachtoffer 1], heeft geslagen en/of bij de keel/hals heeft

    vastgepakt en/of vervolgens (in) die hals/nek heeft (dicht)geknepen, waardoor

    deze letsel (telkens) heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

    art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrech

    3 De voorvragen

    De dagvaarding is geldig.

    De rechtbank is bevoegd.

    De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

    Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

    4 De beoordeling van het bewijs

    4.1 Ten aanzien van parketnummer 12/715455-11

    4.1.1 Het standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie is van mening dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan moord op [slachtoffer 1], zoals primair ten laste is gelegd. Zij heeft zich daarbij gebaseerd op het sectierapport, het sporenonderzoek in de woning van verdachte en [slachtoffer 1] en de verklaringen van verdachte zelf, de buren, zijn dochter [dochter] en zijn zoontje [zoontje].

    De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte in de keuken een groot scherp keukenmes uit de lade van de trolley heeft gepakt en daarna veelvuldig met dit mes op het lichaam van [slachtoffer 1] heeft ingestoken, waarna hij het mes heeft achtergelaten in haar nek. In deze handelingen ligt het opzet op de dood van [slachtoffer 1] en de voorbedachte rade hiertoe besloten. Zij is in dit kader van mening dat vast staat dat verdachte - na het toebrengen van de eerste steek- voldoende tijd en gelegenheid heeft gehad zich te beraden op wat hij aan het doen was, de gevolgen daarvan en om zich daarvan rekenschap te geven. Er zijn geen contra-indicaties aannemelijk geworden die aan het trekken van deze conclusie in de weg zouden staan.

    4.1.2 Het standpunt van de verdediging

    De raadsman heeft bepleit verdachte vrij te spreken van moord, zoals primair ten laste is gelegd. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat er bij verdachte sprake was van kalm overleg.

    Hij is van mening dat er wel voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor een bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde doodslag. Hij heeft, onder verwijzing naar het forensisch onderzoek, gesteld dat verdachte [slachtoffer 1] om het leven heeft gebracht terwijl hij in een hevige gemoedsbeweging verkeerde.

    4.1.3 Het oordeel van de rechtbank

    Vast staat dat het slachtoffer, [slachtoffer 1] (verder: [slachtoffer 1]), op 27 augustus 2011 in de woning aan de [adres slachtoffer], alwaar zij samen met verdachte woonachtig was, is overleden. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende naar voren gekomen.

    In de ochtend van 27 augustus 2011 wordt er door [dochter], de dochter van verdachte, een melding gedaan bij de meldkamer ambulancedienst, inhoudende dat haar vader zijn vrouw [slachtoffer 1] heeft neergestoken op de [adres slachtoffer]. Hierop, omstreeks 10.20 uur, is de politie naar de betreffende woning gegaan. In de keuken van de woning zien de verbalisanten een vrouw op de grond liggen. In het achterhoofd van de vrouw steekt een groot vleesmes. Medewerkers van de ambulancedienst constateren vervolgens dat het slachtoffer geen hartactiviteit meer vertoont. Het slachtoffer wordt door haar ouders geïdentificeerd als zijnde [slachtoffer 1].

    Uit de sectie op het stoffelijk overschot is onder meer gebleken dat [slachtoffer 1] is overleden door verbloeding opgetreden ten gevolge van steek- en snijletsels. Er zijn in totaal 22 scherprandige huidperforaties en klievingen toegebracht op het lichaam van [slachtoffer 1], waarvan vier doorsteken en twee insteken tot in de lichaamsholte. Het merendeel van de letsels was bij leven toegebracht en heeft geleid tot verbloeding.

    Op 27 augustus 2011 omstreeks 10.45 heeft verdachte zich gemeld bij de politie in Rijswijk. Hij heeft daar verklaard dat hij iets ergs heeft gedaan met zijn vrouw. Hij is behoorlijk van streek en maakt een verwarde indruk. Omstreeks 11.30 uur heeft verdachte ten overstaan van een verbalisant verklaard dat hij [slachtoffer 1] met een mes heeft vermoord.

    Verdachte is omtrent de feitelijke gang van zaken op 27 augustus 2011 en de directe aanleiding voor zijn handelen die tot de dood van [slachtoffer 1] hebben geleid verschillende malen gehoord. Hij heeft verklaard dat [slachtoffer 1] bij hem weg wilde gaan en dat hij het hiermee eens was. Op 26 augustus 2011 was besloten dat [slachtoffer 1] in de woning mocht blijven wonen met de kinderen en dat hij elders zou verblijven. Gedurende de avond van 26 augustus kwam hij er achter dat [slachtoffer 1] een man - naar later bleek van maatschappelijk werk - op bezoek had, terwijl dit niet van te voren met hem besproken was en [slachtoffer 1] hem had verteld dat zij op tijd naar bed zou gaan. Verdachte is naar de woning gereden en heeft de man de woning uitgestuurd. Vervolgens is hij gegaan naar het hotel De Vriendschap te Hoofdplaat, waar hij die nacht is verbleven. De volgende ochtend, 27 augustus 2011, is hij wederom naar de woning gereden. Ditmaal om zoals afgesproken was met [slachtoffer 1] te praten. [slachtoffer 1] opende de rolluiken en liet hem binnen. Allereerst heeft hij ontbijt gemaakt voor de kinderen. Vervolgens heeft hij in de keuken voor zichzelf een boterham met cervelaat gemaakt, terwijl hij daar met [slachtoffer 1] aan het praten was. De kinderen aten ondertussen hun ontbijt voor de televisie in de woonkamer. Verdachte vertelde [slachtoffer 1] dat hij, mede door het incident van de vorige avond, van gedachte was veranderd en wilde dat zij de woning verliet. Er ontstond een flinke discussie.

    Volgens verdachte stond hij met zijn rug naar [slachtoffer 1] toe en voelde hij op een gegeven moment iets hards tegen zijn rug aankomen. Wat er daarna is gebeurd weet hij niet meer. Het eerst volgende dat hij zich kan herinneren is dat hij de kinderen zag huilen in de gang bij de deur. Hij voelde dat het niet goed was, pakte zijn kinderen, welke nog in pyjama waren gekleed, op en verliet de woning.

    [zoontje], het zesjarige zoontje van [slachtoffer 1] en verdachte, is op 13 september 2011 gehoord. Hij bevestigt in grote lijnen de gang van zaken met betrekking tot de ochtend van 27 augustus 2011 zoals verklaard door verdachte. Uit zijn verklaring volgt dat [slachtoffer 1] de voordeur van de woning te Breskens opendeed voor verdachte, waarna hij de woning betrad. Beiden zaten in de keuken, terwijl hij met zijn zusje in de woonkamer aan het eten was. Op een gegeven moment hoorde [zoontje] zijn moeder heel hard zijn naam roepen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT