Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Utrecht, Sector kanton, 10 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK UTRECHT

sector handel en kanton

kantonrechter

locatie Amersfoort

vonnis in hoofdzaak en in vrijwaring van 10 oktober 2012

in de zaak met nummer: 770071 AC EXPL 11-5531 4215 van

de naamloze vennootschap

Liander N.V., vertegenwoordigd door Nuon Monitoring N.V.,

gevestigd te Arnhem,

verder te noemen: Liander,

eiseres,

gemachtigde: GGN [woonplaats],

tegen

de stichting

[stichting],

gevestigd te [vestigingsplaats],

verder te noemen: [stichting],

gedaagde,

gemachtigde: Stichting Bestrijding Woonfraude en Hennepteelt te Amersfoort,

en in de zaak met nummer 793677 AC EXPL 12-517 van

de stichting

[stichting],

gevestigd te [vestigingsplaats],

verder te noemen: [stichting],

eiseres,

gemachtigde: Stichting Bestrijding Woonfraude en Hennepteelt te Amersfoort,

tegen

[X],

wonend te [woonplaats],

verder te noemen: [X],

gedaagde,

gemachtigde: mr. R.M. Maliepaard.

  1. Het verloop van de procedures

    1.1. Het verloop van de procedures in de hoofdzaak en in vrijwaring blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 14 maart 2012;

    - de akte met producties van 12 juni 2012 van Liander in de hoofdzaak ten behoeve van de comparitie;

    - de brief met producties van 22 mei 2012 van [X] in de vrijwaringszaak ten behoeve van de comparitie;

    - de comparitie van partijen van 19 juni 2012, waarvan aantekening is gehouden.

    1.2. Hierna is uitspraak bepaald.

  2. Feiten

    2.1. [stichting] is een onderneming die zich bezighoudt met de aan- en verkoop en de verhuur van onroerend goed. Zij is eigenaar van onder meer bedrijfsruimte (een loods) aan de [adres 1] en B in [vestigingsplaats].

    2.2. Ter zake van deze bedrijfspanden zijn tussen Liander en [stichting] een transportovereenkomst en een overeenkomst voor de levering van elektriciteit tot stand gekomen. Op deze overeenkomsten zijn de Algemene voorwaarden 2006 voor aansluiting en transport voor kleinverbruikers (hierna: AV) van toepassing.

    2.3. Op 16 november 2010 zijn hennepplantages in de loods aangetroffen. Op 7 december 2010 heeft Liander aangifte gedaan bij de politie van diefstal van energie en het veroorzaken van een gevaarlijke situatie.

    2.4. Bij brieven van 23 november 2010 stelt Liander [stichting] aansprakelijk voor de door haar geleden schade. In deze brieven wordt geschreven dat de schade met betrekking tot het pand aan de [adres 1] € 2.441,78 (inclusief BTW) bedraagt en € 8.349,37 (inclusief BTW) met betrekking tot het pand aan de [adres 2].

    2.5. In haar brief van 26 november 2010 betwist [stichting] aansprakelijkheid. Zij voert daartoe onder andere aan dat er geen overeenkomsten tussen haar en Liander bestaan. Verder betwist zij onrechtmatig ten opzichte van Liander gehandeld te hebben.

    2.6. Op 19 januari 2011 is [X] door de rechtbank Zwolle-Lelystad bij verstek veroordeeld tot betaling van onder meer de huurpenningen over december 2010 en januari 2011 voor de loods ten bedrage van € 9.069,25. Verder heeft de rechtbank de huurovereenkomst tussen [stichting] en [X] ontbonden. Van dit vonnis is [X] in verzet gekomen.

    2.7. In haar tussenvonnis van 23 november 2011 heeft de rechtbank [stichting] in de gelegenheid gesteld het bestaan van de huurovereenkomst met [X] door middel van getuigen te bewijzen.

    2.8. Bij vonnis van 28 maart 2012 heeft de rechtbank het verstekvonnis van 19 januari 2011 vernietigd. De rechtbank oordeelt in dit vonnis:

    “Nu [stichting] en de getuigen die [stichting] heeft aangegeven te willen horen, op de dag waarop de enquête is bepaald niet zijn verschenen, leidt dit tot het oordeel dat [stichting] niet heeft voldaan aan de hiervoor aangehaalde bewijsopdracht. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat [stichting] aan [X] voornoemde bedrijfsruimte heeft verhuurd.”

    2.9. [X] is op 28 maart 2011 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zwolle-Lelystad vrijgesproken van – kort gezegd – het telen van hennepplanten en het wegnemen van elektriciteit. In dit vonnis wordt onder andere overwogen:

    “De rechtbank stelt vast dat verdachte noch bij de hennepkwekerij is aangetroffen noch dat hij daar door getuigen is gezien. (…)

    De verklaring van verdachte dat hij de huurovereenkomst (met [stichting]; toevoeging kantonrechter) niet heeft getekend acht de rechtbank niet hoogst onwaarschijnlijk. De rechtbank heeft evenals de raadsvrouw geconstateerd dat een aantal data en inhoud van de huurovereenkomst niet juist zijn en dat de handtekening en parafen niet lijken op de handtekening en parafen die verdachte onder zijn bij de politie afgelegde verklaringen heeft gezet en eveneens niet lijkt op de handtekening in verdachtes paspoort.”

  3. Het geschil

    in de hoofdzaak

    3.1. Liander vordert samengevat dat de kantonrechter [stichting] bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 12.034,04, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2011, alsmede in de kosten van het geding. Van voornoemd bedrag maken ook € 800,- buitengerechtelijke incassokosten deel uit.

    3.2. Liander baseert haar vorderingen primair op nakoming van de overeenkomsten, subsidiair op wanprestatie en meer subsidiair op onrechtmatige daad.

    3.3. [stichting] voert verweer. Tijdens de comparitie heeft zij erkend dat er tussen haar en Liander een transportovereenkomst en een overeenkomst voor de levering van elektriciteit bestaan met toepasselijkheid van de AV. Zij stelt zich evenwel op het standpunt dat zij de bedrijfspanden aan [X] heeft verhuurd. Daartoe verwijst zij naar een document genaamd “Huurovereenkomst kantoorruimte” dat volgens haar op 1 juli 2009 – tijdens de zitting heeft [stichting] toegelicht dat dit een typefout is en 1 juli 2010 moet zijn – door haar en [X] is ondertekend.

    Verder verwijst zij naar de brief van 5 juli 2010 aan [X] waarin onder meer is geschreven:

    “Tot onze spijt moeten wij u mededelen dat er een fout geslopen is in het huurcontract voor de objecten welke u huurt.

    Het betreft artikel 5. Inzake levering en diensten. Hierbij is opgenomen dat de verhuurder de nutsvoorzieningen op naam zal nemen. Dit is niet in overeenstemming met hetgeen we besproken hebben. Hierbij wijzigen we dan ook dit artikel in:

    “Huurder dient de Nuts voorzieningen per ingang van het huurcontract op naam te nemen”

    Dien ten gevolge zal het voorschot van de servicekosten á € 100,- per maand in artikel 4.8 komen te vervallen.”

    3.4. [stichting] betwist dat zij toerekenbaar tekort is geschoten ten opzichte van Liander dan wel onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Verder betwist zij de hoogte van de schade die Liander stelt te hebben geleden.

    3.5. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

    in de vrijwaringszaak

    3.6. [stichting] vordert samengevat dat de kantonrechter [X] bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis veroordeelt tot betaling van al hetgeen waartoe zij in de hoofdzaak tegen Liander wordt veroordeeld, met inbegrip van de proceskostenveroordeling, alsmede in de kosten in vrijwaring.

    3.7. [stichting] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [X] door het oprichten en gebruiken van een hennepkwekerij toerekenbaar tekort is geschoten in de verplichtingen die ingevolge de huurovereenkomst op hem rusten, zodat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT