Raadkamer van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 4 de Septiembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Septiembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Nevenzittingsplaats Arnhem

Pkn: 21-002470-10

Avnr: 878-12

Het hof heeft gezien het op 13 juli 2012 ter griffie van het hof ingekomen bezwaarschrift ex artikel 51b, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering van:

[naam],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

domicilie kiezende te 3811 HP Amersfoort, Stadsring 97,

ten kantore van haar raadsvrouw,

hierna te noemen het slachtoffer

in de zaak van:

[naam],

geboren te [geboorteplaats] (geboorteland) op [geboortedatum],

thans gedetineerd in [locatie PI].

hierna te noemen veroordeelde

ingediend door mr. E. Kolokatsi, advocaat te Amersfoort. Het bezwaarschrift richt zich tegen de beslissing van de advocaat-generaal van 11 juli 2012, houdende de weigering tot het verstrekken van een afschrift van het besluit tot voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelde.

Het hof heeft gehoord in niet openbare raadkamer van 27 augustus 2012 de advocaat-generaal en het slachtoffer, bijgestaan door mr. Kolokatsi voornoemd.

Het hof heeft kennis genomen van de overige zich in het procesdossier bevindende stukken, waaronder de brief van de advocaat-generaal van 11 juli 2012 en de aan die brief voorafgaande mailwisseling tussen de raadsvrouw en de advocaat-generaal.

OVERWEGINGEN

  1. Bij arrest van 3 januari 2011 heeft dit hof veroordeelde ter zake van tweemaal een poging tot zware mishandeling, waaronder eenmaal gericht tegen het slachtoffer, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren.

  2. Veroordeelde zal naar verwachting op 19 september 2012 voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld, nadat hij ook nog vervangende hechtenis heeft uitgezeten. De raadsvrouw van het slachtoffer heeft de advocaat-generaal gevraagd om een afschrift van het besluit tot voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelde. De advocaat-generaal heeft dit geweigerd.

  3. Artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering luidt – voor zover thans van belang – als volgt:

  4. Op verzoek van het slachtoffer wordt door de officier van justitie toestemming verleend om kennis te nemen van de processtukken die voor het slachtoffer van belang zijn. Tijdens het onderzoek op de terechtzitting wordt deze toestemming verleend door het gerecht in feitelijke aanleg, waarvoor de zaak wordt vervolgd en overigens door de officier van justitie.

  5. In het belang van het onderzoek, dan wel in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, van de opsporing of vervolging van strafbare feiten of op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT