Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 3 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 397617 / HA ZA 12-243

Vonnis in incident van 3 oktober 2012

in de zaak van

[eiser 1],

wonende te [woonplaats],

[eiseres 2],

wonende te [woonplaats],

eisers in het verzet,

eisers in het incident,

advocaat mr. M.H. de Lange,

tegen

[gedaagde 1],

wonende te [woonplaats],

[gedaagde 2],

wonende te [woonplaats],

verweerders in het verzet,

verweerders in het incident,

advocaat mr. drs. M.T. Dijkstra.

Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagden] genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis in het incident van 11 juli 2012

    - de akte van 8 augustus 2012.

    1.2. [gedaagden] heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet meer gereageerd op de akte van [eisers] De rechtbank heeft vervolgens aan [gedaagden] een akte niet dienen verleend voor het nemen van een antwoordakte.

    1.3. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

  2. De beoordeling in het incident

    2.1. Bij voormeld tussenvonnis is de rechtbank ingegaan op de vraag of [eisers] ontvankelijk is in zijn verzet tegen het verstekvonnis. De rechtbank heeft geoordeeld dat het vermoeden dat [eisers] vóór 2 januari 2012 bekend was met het vonnis gerechtvaardigd is gelet op de daad van bekendheid van zijn advocaat. Vervolgens is [eisers] in de gelegenheid gesteld om bij akte feiten te stellen die kunnen leiden tot de conclusie dat hij op 2 januari 2012 nog niet kennis had genomen van het vonnis en daarbij in te gaan op de vraag wanneer hij wel met het vonnis bekend is geworden.

    2.2. [eisers] heeft het volgende aangevoerd. Mr. De Lange heeft, nadat zij kennis had genomen van het vonnis, aanleiding gezien om nog niet (de inhoud van) het vonnis met [eisers] te bespreken, maar om eerst met mr. Dijkstra minnelijk overleg te voeren om confraternele medewerking te verkrijgen. Pas nadat het mr. De Lange duidelijk werd dat doorprocederen onvermijdelijk was, heeft zij [eisers] op de hoogte gesteld van het vonnis en de inhoud daarvan. Mr. De Lange heeft in een brief van 9 februari 2012 aan mr. Dijkstra bericht dat [eisers] nog niet op de hoogte was gesteld van het vonnis. Nu deze stellingen niet weersproken zijn, is de rechtbank van oordeel dat vast is komen te staan dat [eisers] pas op of na 9 februari 2012 bekend is geworden met het vonnis.

    2.3. De verzetstermijn is dus in elk geval niet vóór 9 februari 2012 aangevangen. Nu tussen die datum en de dag waarop de verzetsdagvaarding is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT