Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 31 de Octubre de 2012

Datum uitspraak31 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201103930/1/R3.

Datum uitspraak: 31 oktober 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

  1. het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college),

  2. [appellant sub 2], wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  3. [appellant sub 3], wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  4. [appellant sub 4A] en [appellante sub 4B] (hierna in enkelvoud: [appellant sub 4]), beiden wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  5. de erven [appellant sub 5], onder meer wonend te Den Haag, (hierna: [appellant sub 5]),

  6. de vereniging Vereniging voor Natuurbehoud & Milieubeheer in Midden- en Noordoost-Brabant het Groene Hart (hierna: Het Groene Hart), gevestigd te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  7. [appellante sub 7], gevestigd te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, en anderen (hierna: [appellante sub 7]),

  8. [appellant sub 8], wonend te Sint-Michielsgestel,

  9. [appellant sub 9], wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  10. [appellante sub 10], gevestigd te Oirschot,

  11. [appellant sub 11A] en [appellante sub 11B] (hierna in enkelvoud: [appellant sub 11]), beiden wonend te Gemonde, gemeente Sint-Michielsgestel,

  12. [appellant sub 12A] en [appellant sub 12B], beiden wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  13. [appellante sub 13], gevestigd te Sint-Michielsgestel, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B],

  14. [appellante sub 14], gevestigd te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  15. de naamloze vennootschap Nederlandse Gasunie N.V. (hierna: Gasunie), gevestigd te Groningen,

  16. [appellant sub 16A] en [appellante sub 16B] (hierna: in enkelvoud: [appellant sub 16]), beiden wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  17. [appellant sub 17], wonend te Sint-Michielsgestel,

  18. [appellant sub 18], wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  19. [appellant sub 19A] en [appellante sub 19B] (hierna in enkelvoud: [appellant sub 19]), beiden wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  20. [appellant sub 20A] en [appellante sub 20B] (hierna in enkelvoud: [appellant sub 20]), beiden wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  21. Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie afdeling Sint-Michielsgestel (hierna: ZLTO), gevestigd te Sint-Michielsgestel,

  22. [appellant sub 22], wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  23. [appellant sub 23], wonend te Sint-Michielsgestel,

  24. [appellant sub 24], wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  25. [appellant sub 25], wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  26. [appellant sub 26], wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  27. [appellant sub 27A] en [appellante sub 27B] (hierna in enkelvoud: [appellant sub 27]), beiden wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  28. [appellante sub 28], gevestigd te Berlicum, waarvan de vennoten zijn [vennoot A], [vennoot B] en [vennoot C], en anderen (hierna: [appellante sub 28] en anderen),

  29. [appellant sub 29], wonend te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel,

  30. [appellante sub 30], gevestigd te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  31. [appellant sub 31], wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  32. [appellant sub 32], wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  33. [appellant sub 33], wonend te Gemonde, gemeente Sint-Michielsgestel,

  34. [appellant sub 34], wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  35. [appellant sub 35], wonend te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel,

  36. [appellant sub 36], wonend te Gemonde, gemeente Sint-Michielsgestel,

  37. [appellant sub 37], wonend te Gemonde, gemeente Sint-Michielsgestel,

  38. [appellante sub 38]), gevestigd te Gemonde, gemeente Sint-Michielsgestel,

    en

    de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel,

    verweerder.

    Procesverloop

    Bij besluit van 16 december 2010 heeft de raad van de gemeente

    Sint-Michielsgestel het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld.

    Tegen dit besluit hebben appellanten beroep ingesteld.

    De raad heeft een verweerschrift ingediend.

    De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. Hiertegen heeft een aantal appellanten een zienswijze naar voren gebracht.

    Een aantal partijen heeft nadere stukken ingediend.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 en 8 augustus 2012, waar het merendeel van de partijen in persoon, een aantal bijgestaan door een raadsman, is verschenen of zich heeft doen vertegenwoordigen.

    Overwegingen

  39. Het bestemmingsplan voorziet in een planologische regeling voor het buitengebied van de gemeente Sint-Michielsgestel.

    Het beroep van het college

  40. Ter zitting heeft het college de beroepsgrond met betrekking tot waterberging ingetrokken.

    Artikel 3, lid 3.9.15, van de planregels

  41. Het college richt zich in beroep onder meer tegen de vaststelling van artikel 3, lid 3.9.15, van de planregels. Bij besluit van 25 januari 2011 heeft het college ingevolge artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) een aantal reactieve aanwijzingen gegeven. Het aanwijzingsbesluit strekt er onder meer toe dat artikel 3, lid 3.9.15, van de planregels geen deel blijft uitmaken van het vastgestelde plan.

    3.1. Op 3 maart 2011 is het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan bekend gemaakt en ter inzage gelegd, behoudens de door de aanwijzing getroffen planregels, waaronder artikel 3, lid 3.9.15. Hierdoor heeft de in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) genoemde termijn voor het indienen van beroep tegen die planregels, waaronder artikel 3, lid 3.9.15, geen aanvang genomen.

    3.2. In artikel 6:10, eerste lid, onder a, van de Awb is bepaald dat ten aanzien van een voor het begin van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege blijft indien het besluit ten tijde van de indiening wel reeds tot stand was gekomen. Ingevolge het tweede lid van dat artikel kan de behandeling van het bezwaar of beroep in dat geval worden aangehouden tot het begin van die termijn. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op de situatie dat de bekendmaking van het besluit nog niet heeft plaatsgevonden, maar zeker is dat de bekendmaking op afzienbare termijn zal plaatsvinden, waarmee de termijn voor het instellen van het beroep een aanvang zal nemen. De bepaling kan in dit geval geen toepassing vinden. Bij uitspraak van heden, in zaak nr. 201104172/1/R3, is het aanwijzingsbesluit onherroepelijk geworden. Wat betreft artikel 3, lid 3.9.15, van de planregels zijn de rechtsgevolgen van de aanwijzing in stand gelaten, zodat deze planregel geen deel uitmaakt van het plan en is komen te vervallen. Het beroep is daarom in zoverre niet-ontvankelijk.

    Vrijkomende agrarische bebouwing

  42. Het college betoogt dat de raad artikel 3, lid 3.9.16, artikel 4, lid 4.9.4, artikel 5, lid 5.9.18 en artikel 6, lid 6.9.14, van de planregels ten onrechte heeft vastgesteld. Daartoe voert het college aan dat in deze wijzigingsbevoegdheden niet is verzekerd dat overtollige agrarische bedrijfsbebouwing wordt gesloopt zodra de woonbestemming wordt toegekend. Dit is in strijd met artikel 11.1, derde lid, onder b, van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 die op 1 maart 2011 in werking is getreden (hierna: de Verordening 2011). Het college wijst in dit verband op het perceel Kerkeind 26 te Gemonde waaraan een woonbestemming is toegekend, zonder dat de overtollige agrarische bebouwing is gesloopt.

    4.1. De raad stelt dat de Verordening 2011 ten tijde van de vaststelling van het plan nog niet in werking was getreden, zodat hiermee geen rekening kon worden gehouden. De raad stelt voorts dat artikel 11.1, derde lid, onder b, van de Verordening 2011 in de praktijk niet uitvoerbaar is, nu van een agrariër niet mag worden verwacht dat hij bij het beëindigen van zijn agrarische bedrijf en het verkrijgen van een woonbestemming, zonder tegenprestatie, al overgaat tot sloop van overtollige bedrijfsbebouwing. Zodra gebruik wordt gemaakt van één van de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden voor een nieuwe ontwikkeling, zal er wel overgegaan moeten worden tot sloop. Op deze manier is verzekerd dat de overtollige bedrijfsbebouwing uiteindelijk zal worden gesloopt en is er geen strijd met de Verordening 2011.

    4.2. De artikelen 3, 4, 5 en 6 van de planregels hebben betrekking op de bestemmingen "Agrarisch", "Agrarisch - Paardenhouderij", "Agrarisch met waarden - Landschapswaarden" en "Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden".

    Ingevolge artikel 3, lid 3.9.16, artikel 4, lid 4.9.4, artikel 5, lid 5.9.18 en artikel 6, lid 6.9.14, is het wijzigen van de betreffende bestemming met een bouwvlak en bedrijfswoning in de bestemming "Wonen" onder voorwaarden toegestaan, waarbij onder meer de voorwaarden gelden dat het bedrijf is beëindigd en de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van de wijziging naar "Wonen" wordt verkleind. De woning krijgt de aanduiding "specifieke vorm van wonen - vrijkomende agrarische bebouwing (sw-vab)".

    Ingevolge artikel 3, lid 3.1, aanhef en onder l, zijn de voor "Agrarisch" aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - vrijkomende agrarische bebouwing (sw-vab)" bestemd voor voormalige agrarische bebouwing.

    In artikel 23, lid 23.10, zijn diverse wijzigingsbevoegdheden opgenomen die, onder voorwaarden, voorzien in een wijziging van de bestemming "Wonen" met de aanduiding "specifieke vorm van wonen - vrijkomende agrarische bebouwing (sw-vab)" in andere bestemmingen, zoals "Bedrijf" of "Recreatie".

    4.3. De provinciale verordening van Noord-Brabant is tot stand gekomen in twee fasen. De eerste fase is in werking getreden op 1 juni 2010 en de tweede fase is vastgesteld op 17 december 2010 en in werking getreden op 1 maart 2011. De eerste fase van de Verordening (hierna: Verordening 1e fase) is ingetrokken met de inwerkingtreding van de Verordening 2011.

    Nu het plan op 16 december 2010 is vastgesteld, was de Verordening 2011 op dat moment nog niet van kracht. De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT