Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 7 de Noviembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Sector belastingrecht

Eerste meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 08/00226 en 08/00271

Uitspraak op het hoger beroep van

X BV,

gevestigd te Y,

hierna: belanghebbende,

en op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Oost Brabant, kantoor DT,

hierna: de Inspecteur,

en op het incidenteel hoger beroep van

belanghebbende

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 11 februari 2008, nummer 06/583, in het geding tussen

belanghebbende

en

de Inspecteur

betreffende na te noemen aanslagen, boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Belanghebbende heeft voor het jaar 2000 aangifte vennootschapsbelasting gedaan naar een belastbaar bedrag van ƒ 359.914 (€ 163.322). De Inspecteur heeft bij de aanslagregeling de aangifte gecorrigeerd en heeft aan belanghebbende voor het jaar 2000 onder nummer 0000.00.000.V.00.0000 met dagtekening 18 december 2003 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 2.227.759 (€ 1.010.913), alsmede bij beschikking een boete van ƒ 653.746 (€ 296.657). Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht ten bedrage van ƒ 67.389 (€ 30.579).

    1.2. Belanghebbende heeft voor het jaar 2001 aangifte vennootschapsbelasting gedaan naar een belastbaar bedrag van € 260.763. De Inspecteur heeft bij de aanslagregeling de aangifte gecorrigeerd en heeft aan belanghebbende voor het jaar 2001 onder nummer 0000.00.000.V.00.0000 met dagtekening 31 december 2004 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 3.336.200 (€ 1.513.902), alsmede bij beschikking een boete van ƒ 943.436 (€ 428.112). Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht ten bedrage van ƒ 243.946 (€ 110.697).

    1.3. Na tegen de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikkingen op 22 december 2003 gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur, bij in één geschrift vervatte uitspraken van 23 december 2005 de aanslag, boetebeschikking en beschikking heffingsrente gehandhaafd.

    1.4. Na tegen de onder 1.2 vermelde aanslag en beschikkingen op 23 december 2004 gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur, bij in één geschrift vervatte uitspraken van 23 december 2005 de aanslag, boetebeschikking en beschikking heffingsrente gehandhaafd.

    1.5. Belanghebbende is van deze uitspraken op 1 februari 2006 in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 276.

    De Rechtbank heeft bij uitspraak van 11 februari 2008 het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de voor het jaar 2000 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting verminderd tot een naar een belastbaar bedrag van € 980.155 en de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, de voor het jaar 2001 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting verminderd tot een naar een belastbaar bedrag van € 1.418.070 en de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, de boetebeschikkingen vernietigd, het beroep voor het overige ongegrond verklaard de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.610 en gelast dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 276 aan deze vergoedt.

    1.6. Tegen de uitspraak van de Rechtbank van 11 februari 2008 heeft de Inspecteur bij brief van 20 maart 2008 hoger beroep ingesteld bij het Hof, bij het Hof bekend onder nummer 08/00226. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

    1.7. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank van 11 februari 2008 bij brief van 28 maart 2008 eveneens hoger beroep ingesteld bij het Hof, bij het Hof bekend onder nummer 08/00271. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van het Hof van belanghebbende een griffierecht geheven van € 433.

    De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.8. Belanghebbende heeft in de zaak met kenmerk 08/00226 incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. De Inspecteur heeft het incidentele hoger beroep beantwoord.

    1.9. De Inspecteur heeft in de zaak met kenmerk 08/00226 schriftelijk gerepliceerd en belanghebbende heeft schriftelijk gedupliceerd.

    1.10. Belanghebbende heeft in de zaak met kenmerk 08/00271 schriftelijk gerepliceerd en de Inspecteur heeft schriftelijk gedupliceerd.

    1.11. De Inspecteur heeft bij brief van 27 november 2008 nadere stukken ingediend. Belanghebbende heeft bij brief van 16 juni 2009 verzocht om in de gelegenheid te worden gesteld om uit het integrale dossier een selectie te mogen maken. De Inspecteur heeft bij brief van 16 oktober 2009 de kopieën van de door de gemachtigde geselecteerde stukken aan de gemachtigde toegezonden.

    1.12. Op 2 september 2010 heeft een regiezitting plaatsgevonden te 's-Hertogenbosch. Op voorspraak van het Hof zijn partijen niet verschenen, met bericht daarvan aan het Hof. Tijdens het onderzoek ter zitting heeft het Hof mr. G.J. van Muijen aangewezen als raadsheer-commissaris in de zin van artikel 8:12 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in combinatie met artikel 27 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR). Aan hem is opgedragen (een gedeelte van) het vooronderzoek te verrichten. Het Hof heeft vervolgens ingevolge het bepaalde in artikel 8:64 van de Awb het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat het vooronderzoek door de raadsheer-commissaris zal worden hervat. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is toegezonden.

    1.13. Bij brief van 22 september 2010 heeft belanghebbende op de voet van artikel 8:15 van de Awb een verzoek bij het Hof ingediend strekkende tot wraking van de ter zitting van

    2 september 2010 aangewezen raadsheer-commissaris mr. G.J. van Muijen. Het Hof heeft daarop het onderzoek geschorst totdat de wrakingskamer uitspraak heeft gedaan. De wrakingskamer van het Hof heeft dit verzoek ter zitting van 1 oktober 2010 behandeld en op 8 oktober 2010 onder nummer 133-29-2010 uitspraak gedaan. Bij deze uitspraak is het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard.

    1.14. Op 30 mei 2011 heeft in het kader van het vooronderzoek een inlichtingencomparitie plaatsgevonden te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen voor het verstrekken van inlichtingen de gemachtigde, alsmede de Inspecteur. Het Hof heeft partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan.

    1.15. Van de inlichtingencomparitie is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is toegezonden.

    1.16. De Inspecteur heeft bij brief van 20 juni 2011 nadere stukken ingediend, zich beroepend op het bepaalde in artikel 8:29 van de Awb. Het Hof heeft daarop de zaak naar de Geheimhoudingskamer verwezen.

    1.17. Voor het verloop van de procedure bij de Geheimhoudingskamer wordt verwezen naar onderdeel 1 van de uitspraak van de Geheimhoudingskamer van 6 oktober 2011, eveneens met procedurenummer 08/00226 en 08/00271.

    1.18. De Geheimhoudingskamer heeft op 6 oktober 2011 beslist dat geheimhouding in de stukken slechts is gerechtvaardigd, voor zover de onleesbaar gemaakte passages door de Geheimhoudingskamer in de kopie van de geschoonde versie van die stukken rood zijn omlijnd, met dien verstande dat namen van derden dienen te worden geanonimiseerd op de wijze zoals uiteengezet in het brondocument.

    Tevens heeft de Geheimhoudingskamer de Inspecteur verzocht onverwijld na verzending van deze beslissing de Geheimhoudingskamer te berichten of hij bereid is de stukken, geheel of gedeeltelijk, op de door de Geheimhoudingskamer weergegeven wijze te schonen en deze aldus geschoonde stukken alsnog in het geding te brengen, en zo ja, dit te doen binnen een termijn van één week na verzending van deze beslissing.

    1.19. De Inspecteur heeft de Geheimhoudingskamer bij brief van 26 oktober 2011 bericht dat hij bereid is om de stukken op de door de Geheimhoudingskamer weergegeven wijze te schonen en alsnog in het geding te brengen, met uitzondering van de namen en kenmerknummers van de buitenlandse belastingambtenaren. De Inspecteur heeft de aldus geschoonde stukken bij brief van 26 oktober 2011 in het geding gebracht.

    1.20. Op 13 oktober 2011 heeft in het kader van het vooronderzoek een inlichtingencomparitie plaatsgevonden te

    's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen voor het verstrekken van inlichtingen de gemachtigde, alsmede de Inspecteur. Het Hof heeft partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan.

    1.21. Van de inlichtingencomparitie is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is toegezonden.

    1.22. De gemachtigde heeft bij brief van 25 november 2011, door tussenkomst van het Hof, vragen gesteld aan de officier van justitie. De officier van justitie heeft deze vragen beantwoord bij brief van 27 januari 2012.

    1.23. Op 11 januari 2012 heeft in het kader van het vooronderzoek een inlichtingencomparitie plaatsgevonden te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen voor het verstrekken van inlichtingen de gemachtigde, alsmede de Inspecteur.. Tijdens deze inlichtingencomparitie is de heer A als getuige gehoord. Belanghebbende heeft tijdens deze inlichtingencomparitie een notitie overgelegd, waarin vragen zijn gesteld aan de heren B en C. Het Hof heeft partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan.

    1.24. Van de inlichtingencomparitie is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is toegezonden.

    1.25. 1.21. Op 1 februari 2012 heeft in het kader van het vooronderzoek een inlichtingencomparitie plaatsgevonden te

    's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen voor het verstrekken van inlichtingen de gemachtigde, alsmede de Inspecteur. Belanghebbende heeft tijdens deze inlichtingscomparitie een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT