Kort geding van Rechtbank Arnhem, Voorzieningenrechter, 10 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

Vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 234211 / KG ZA 12-491

Vonnis in kort geding van 10 oktober 2012

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CORSO INFORMATICA B.V.,

gevestigd te Tiel,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. P.P. Bergers te Barendrecht,

tegen

de vennootschap naar Engels recht

CA&E+ LTD.,

gevestigd te Krimpen aan den IJssel,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. S.J. Nauta te Barendrecht.

Partijen zullen hierna Corso en CA&E+ genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding

    - de mondelinge behandeling

    - de pleitnota van Corso

    - de pleitnota van CA&E+

    - de eis in reconventie.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

    1.3.1. Mr. Bergers heeft ter zitting een aanvullende productie (productie 6) in het geding gebracht. Mr. Nauta heeft met een beroep op artikel 6.2 van het procesreglement kort gedingen verzocht om deze productie buiten beschouwing te laten. De voorzieningenrechter verwerpt dit beroep en overweegt daartoe als volgt.

    1.3.2. Op grond van artikel 6.2 van het procesreglement kort gedingen dient een partij die stukken wenst in te dienen, deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur vóór de terechtzitting te worden ingediend. Ratio daarvan is dat de rechter in een civiele procedure slechts mag beslissen aan de hand van stukken tot kennisneming waarvan en uitlating waarover aan partijen voldoende gelegenheid is gegeven. Vooropgesteld wordt dat het hier gaat om een productie van een slechts geringe omvang, waarvan de relevante inhoud binnen zeer korte tijd kan worden doorgrond. Gelet hierop, alsmede op het inhoudelijke verweer op deze productie van CA&E+ ter zitting, is de voorzieningenrechter van oordeel dat in het onderhavige geval geen sprake is van handelen in strijd met de goede procesorde. CA&E+ heeft binnen de beschikbare tijd voldoende gelegenheid gehad om van bedoelde productie kennis te nemen en daarop adequaat te reageren. Overigens is gesteld noch gebleken dat CA&E+ door de ontijdige indiening van de productie door Corso op enige andere wijze in haar belangen is geschaad.

  2. De feiten

    2.1. Corso is een onderneming op het gebied van bemiddelen van ICT-personeel.

    2.2. CA&E+ is werkzaam als elektrotechnisch installatiebedrijf. Tevens geeft zij advies op dit gebied. De bestuurder van CA&E+ is de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene]).

    2.3. Tussen partijen is op 20 april 2009 een overeenkomst van opdracht gesloten (hierna: de overeenkomst). In deze overeenkomst is onder meer het navolgende bepaald:

    “(…)

    De ondergetekenden:

  3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Corso Informatica B.V., (…), nader te noemen ‘Bemiddelaar’

    en

  4. CA&E, (…), nader te noemen ‘Opdrachtnemer’

    (…)

    Artikel 2 De opdracht

    (…)

    2.4 Vóór aanvang van de opdracht zal Opdrachtnemer aan Bemiddelaar overleggen:

    - uittreksel Handelsregister

    - kopie identiteitsbewijs uitvoerder;

    - loonbelastingnummer;

    - nummer bedrijfsvereniging;

    - nummer G-rekening of een verklaring van een externe accountant waaruit blijkt dat de uitvoerder bij Opdrachtnemer op de loonlijst staat en dat alle verplichtingen jegens fiscus en bedrijfsvereniging worden voldaan. De uitvoerder dient in deze verklaring met naam en het sofinummer genoemd te worden.

    (…)

    Artikel 4 Belastingen en sociale premies

    4.1 Opdrachtnemer ziet na op correcte, tijdige en volledige aangifte en afdracht van alle verschuldigde belastingen (loonheffing en omzetbelasting) en premies werknemersverzekeringen, betreffende de ingezette uitvoerder en vrijwaart Bemiddelaar van iedere aanspraak dienaangaande.

    4.2 In het licht van de inlenersaansprakelijkheidsregelgeving stort Bemiddelaar 40% van het factuurbedrag excl. BTW op de G-Rekening van Opdrachtnemer.

    4.3 Indien Opdrachtnemer zich hiermee niet kan verenigen dient men de Bemiddelaar hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen en verstrekt Opdrachtnemer aan Bemiddelaar ieder kwartaal een verklaring van een externe registeraccountant waaruit blijkt dat Opdrachtnemer aan de verplichtingen zoals vermeld in lid 1 heeft voldaan. In deze verklaring dienen naam en sofinummer van de betrokken uitvoerder vermeld te staan.

    4.4 Ingeval Opdrachtnemer niet voldoet aan de verplichtingen die volgen uit voornoemde paragrafen, heeft Bemiddelaar het recht de betrokken loonheffing of premies werknemersverzekeringen op de facturen van Opdrachtnemer in te houden en rechtstreeks af te dragen aan de belastingdienst. Dit op de aansluitnummers bij de betreffende instantie van Opdrachtnemer.

    (…)”

    2.4. Vanaf 1 januari 2009 heeft [betrokkene] op basis van de overeenkomst namens CA&E+ werkzaamheden bij KPN uitgevoerd. KPN heeft de verschuldigde bedragen aan Corso uitbetaald. Corso ontvangt voor ieder door [betrokkene] bij KPN gewerkt uur een vast bedrag van € 0,75. CA&E+ dient voor de door [betrokkene] gewerkte uren een factuur te sturen aan Corso. Corso dient vervolgens binnen 90 dagen na de ontvangst van de factuur en goedkeuring hiervan tot betaling aan CA&E+ over te gaan.

    2.5. CA&E+ heeft eerst op 21 december 2011 de eerste factuur gestuurd aan Corso voor de door [betrokkene] in 2009 verrichte werkzaamheden.

    2.6. Bij brief van 31 januari 2012 heeft Corso aan CA&E+ onder meer verzocht om, ter controle van de afdrachten aan de belastingdienst, een verklaring van een registeraccountant te zenden waaruit blijkt dat de premies werknemersverzekeringen en loonheffing voor [betrokkene] over de periode 1 oktober 2011 tot en met 31 december 2011 juist zijn berekend en de afdrachten van de verschuldigde loonheffing, omzetbelasting en premies werknemersverzekeringen tot en met voornoemde periode juist, volledig en tijdig hebben plaatsgevonden. In het geval dat CA&E+ [betrokkene] als zelfstandige freelancer inhuurt, die in het bezit is van een geldige VAR, wenst Corso naast deze VAR ook een bewijs van zijn afdrachten inzake de omzetbelasting te ontvangen.

    2.7. Bij e-mail van 8 februari 2012 heeft [betrokkene] aan Corso het volgende bericht:

    “(…) In vervolg op uw brief d.d. 31 jan. 2012 zoals gisteren ontvangen, aangaande een verklaring van afdracht belastingen e.d. bijgaand bijgevoegde documenten.

    Bij eventuele vragen verzoek om contact op te nemen met ondergetekende. (…)”

    2.8. Bij e-mail van 14 februari 2012 heeft Corso aan [betrokkene] het volgende bericht:

    “(…) Ter afronding van uw dossier en een interne controle ontvangen wij graag ter controle nog graag enkele gegevens. (…) Deze gegevens zijn echter noodzakelijk om over te kunnen gaan tot afhandeling van uw facturen.

    - Scan getekende overeenkomst tussen uw onderneming en Corso

    - VAR 2009 en VAR 2011

    (…)”

    2.9. Bij e-mail van 27 februari 2012 heeft Corso aan [betrokkene] het volgende bericht:

    “(…) Graag ontvang ik de kopie aangifte OB 4e kwartaal 2011 + betaalbewijs. (…)”

    2.10. Bij e-mail van 5 maart 2012 heeft [betrokkene] aan Corso bericht:

    “(…) Bijgaand de gevraagde info. (…)”

    2.11. Bij e-mail van 23 april 2012 heeft Corso wederom om toezending van een scan van de getekende overeenkomst tussen partijen verzocht en om de VAR 2009 en 2011.

    2.12. [betrokkene] heeft bij e-mail van 24 april 2012 aan Corso hierop bericht:

    “(…) Bijgaand VAR 2011 en 2012 en ondertekende opdrachtbrieven. VAR 2009 is te laat aangevraagd. Na overleg met de belastingdienst, heeft deze aangegeven dat de VAR 2009 niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT