Eerste aanleg - meervoudig van Centrale Raad van Beroep, 22 de Noviembre de 2012

Datum uitspraak22 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/2247 AOR

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen

Partijen:

[A. te B. ] (appellant)

de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling (verweerster)

Datum uitspraak: 22 november 2012

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. J.C.M. van Berkel, advocaat, beroep ingesteld tegen het besluit van verweerster van 9 maart 2010, kenmerk 0001658/CAOR (bestreden besluit). Dit betreft de toepassing van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR).

Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.

Desgevraagd hebben partijen toestemming gegeven de behandeling van het geding ter zitting achterwege te laten.

OVERWEGINGEN

1.1. Verweerster heeft appellant, geboren in 1936, bij besluit van 13 juli 2005 met ingang van 1 juni 2005 op grond van de AOR een vergoeding toegekend voor 4 uur huishoudelijke hulp per week.

1.2. Bij besluit van 3 april 2009 heeft verweerster de betaling van deze vergoeding met ingang van maart 2009 opgeschort, op de grond dat appellant geen door de huishoudelijke hulp ondertekende declaratie kon overleggen. Daarbij merkte verweerster op dat volgens haar beleid zogenaamd “zwart werk” niet wordt geaccepteerd.

1.3. Bij het bestreden besluit is het namens appellant daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 3 april 2009 ingetrokken. Appellant is medegedeeld dat de vergoeding van de kosten van huishoudelijke hulp weer betaalbaar zal worden gesteld. Verweerster was nader van mening dat zij geen taak heeft in de bestrijding van “zwart werk”. Het verzoek van appellant om vergoeding van de kosten van bezwaar op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft verweerster afgewezen. Volgens verweerster is het bezwaar gegrond verklaard op grond van inmiddels gewijzigd beleid en is het primair besluit op grond van het toenmalig geldende beleid wel op goede gronden tot stand gekomen. Van een aperte fout was volgens verweerster geen sprake.

2.1. In beroep is het geschil tussen partijen beperkt tot de vraag of verweerster op goede gronden heeft geweigerd appellant de kosten van bezwaar te vergoeden.

2.2. Appellant stelt zich op het standpunt dat hem ten onrechte vergoeding van de kosten van het bezwaar is geweigerd. Volgens appellant neemt verweerster ten onrechte het begrip "aperte fout" tot maatstaf. Waar verweerster erkent geen taak te hebben in de bestrijding van "zwart werken", erkent verweerster ook dat zij ten onrechte de voorwaarden heeft gesteld van mede-ondertekening en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT