Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 16 de Noviembre de 2012

Datum uitspraak16 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/2571 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 maart 2011, 10/1915 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[A. te B.] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak: 16 november 2012

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. W.J.A. Vis hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2012. Namens appellant is verschenen mr. Vis. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.J.G. Lindeman.

OVERWEGINGEN

  1. Bij besluit van 19 maart 2010 heeft het Uwv, beslissend op bezwaar, gehandhaafd zijn besluit de uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van appellant niet te herzien wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid per 8 december 2009.

    2.1. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het door appellant tegen het besluit van 19 maart 2010 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven en beslissingen genomen over vergoeding van griffierecht en proceskosten.

    2.2. De rechtbank heeft hiertoe, kort samengevat, overwogen dat het besluit van 19 maart 2010 weliswaar op een juiste medische grondslag berust, maar een arbeidskundige grondslag ontbeert. Nu de eerst in beroep uitgevoerde arbeidskundige beoordeling de toetsing door de rechtbank kan doorstaan, heeft de rechtbank aanleiding gezien de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten.

  2. In hoger beroep heeft appellant herhaald dat zijn beperkingen zijn onderschat en dat in de Functionele Mogelijkhedenlijst een urenbeperking had moeten worden opgenomen. Hij acht zich volledig arbeidsongeschikt, terwijl het Uwv ervan uitgaat dat hij gemiddeld tenminste 8 uur per dag en 40 uur per week kan werken. Voorts heeft hij zich op het standpunt gesteld dat uit de medische rapportages niet blijkt dat het Uwv het verzekeringsgeneeskundig protocol Chronische-vermoeidheidssyndroom (protocol CVS) heeft toegepast.

    4.1. De Raad overweegt als volgt.

    4.2. In het hoger beroep, dat uitsluitend gericht is tegen het door de rechtbank in stand laten van de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit, heeft appellant in essentie herhaald hetgeen hij reeds eerder in beroep naar voren heeft gebracht. In de aangevallen uitspraak is met juistheid over deze gronden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT