Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 23 de Noviembre de 2012

Datum uitspraak23 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/2007 ZVW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 maart 2011, 09/476 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats], Frankrijk (appellant)

College voor zorgverzekeringen (Cvz)

Datum uitspraak: 23 november 2012

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

Cvz heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 februari 2012. Appellant is daarbij in persoon verschenen. Cvz heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Mulder en mr. K. Siemeling.

Na schorsing van het onderzoek hebben partijen stukken overgelegd.

Het onderzoek ter zitting is hervat op 12 oktober 2012. Appellant is verschenen. Cvz heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Siemeling.

OVERWEGINGEN

1.1. Appellant is geboren [in] 1935 en heeft vanaf 1960 tot zijn pensionering in 2000 in Frankrijk gewerkt aan een internationale school. Gedurende deze periode heeft hij als Nederlands ambtenaar loon ontvangen uit Nederland. Vanaf augustus 2000 ontvangt appellant een ouderdomspensioen krachtens de Algemene Ouderdomswet (AOW) en een

ABP-pensioen. Appellant ontvangt uitsluitend uit Nederland een wettelijk pensioen en geniet geen inkomsten uit Frankrijk.

1.2. Ingevolge de - met ingang van 1 januari 2006 in werking getreden - Zorgverzekeringswet (Zvw) is appellant door Cvz op grond van artikel 69, eerste lid, van de Zvw bij brief van december 2005 als verdragsgerechtigde aangemerkt en heeft hij op grond van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (Vo 1408/71) recht op zorg in het woonland, ten laste van Nederland. Voor dit recht op zorg is ingevolge artikel 69, tweede lid, van de Zvw een bijdrage verschuldigd die wordt ingehouden op het pensioen van appellant. Hierbij is een zogenoemde woonlandfactor toegepast. Appellant heeft tegen de brief van december 2005 bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is - na eerst niet-ontvankelijk te zijn verklaard - bij besluit van 27 januari 2009 (bestreden besluit) ongegrond verklaard.

2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak appellants beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft hiertoe onder meer overwogen dat door het Franse bevoegde orgaan het formulier E-121 niet is beantwoord. Appellants stelling dat hij recht op zorg in Frankrijk heeft en dat daarom artikel 28 van Vo 1408/71 niet van toepassing is, vindt geen steun in een E-121 formulier. Voorts is niet in geschil dat appellant...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT