Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 17 de Julio de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Julio de 2008
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk P07/00118

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de besloten vennootschap [X] B.V. ,

gevestigd te [P],

belanghebbende,

gemachtigde mr. C.M. van Veelen (Loyens & Loeff te Amsterdam)

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 06/4096 van de rechtbank Haarlem (verder: de rechtbank) van 29 januari 2007 in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam,

de inspecteur.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 27 april 2005 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2000 tot en met 31 december 2003 opgelegd ten bedrage van € 105.210. Bij beschikking met dezelfde dagtekening heeft de inspecteur een boete van € 14.060 opgelegd.

    1.2. Na daartegen ingesteld bezwaar heeft de inspecteur bij de uitspraken, gedagtekend 10 februari 2006, het bezwaar afgewezen.

    1.3. Bij uitspraak van 29 januari 2007, verzonden op 2 februari 2007, heeft de rechtbank het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen de uitspraak van de rechtbank heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij beroepschrift van 9 maart 2007, ingekomen eveneens op 9 maart 2007. Belanghebbende heeft het beroepschrift aangevuld bij de brieven van 4 en 6 juni 2007, ingekomen per fax op 4 juni 2007, en bij brief van 25 juni 2007, eveneens ingekomen per fax op 25 juni 2007.

    1.4. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juni 2008. De gemachtigde heeft op 30 juni 2008 verzocht om uitstel van de mondelinge behandeling doch het Hof heeft dit verzoek afgewezen. De gemachtigde is niet verschenen maar heeft het Hof wel een pleitnota doen toekomen, van welke pleitnota de inspecteur kennis heeft kunnen nemen en waarop hij

    heeft kunnen reageren. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

  2. Overwegingen

    2.1. De feiten

    Met inachtneming van hetgeen dienaangaande is vermeld in de uitspraak van de rechtbank, de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting stelt het Hof de volgende feiten vast.

    2.1.1. De activiteiten van belanghebbende bestaan uit (de bemiddeling bij) de aan- en verkoop van onroerende zaken en uit het beheer van onroerende zaken. Enig aandeelhouder en directeur van belanghebbende is [J]. Belanghebbende is enig aandeelhoudster van [K-BV]. K-BV houdt 50 procent van de aandelen in [W-BV]. Belanghebbende is enig bestuurder van K-BV en W-BV, welke vennootschappen handelen in onroerende zaken en niet over eigen personeel beschikken.

    In de hoedanigheid van bestuurder van haar dochter- en kleindochtervennootschap draagt belanghebbende zorg voor het beheer van de investeringen in vastgoed van deze vennootschappen. Ten tijde van het hierna onder 2.1.2. te noemen onderzoek waren bij belanghebbende acht personen in loondienst.

    2.1.2. In april 2004 is bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld naar de juistheid van de aangiften omzetbelasting over, voor zover hier van belang, het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001. In het met dagtekening 28 februari 2005 ter zake opgemaakte rapport is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

    3 Omzetbelasting

    (...)

    3.2 Verschuldigde omzetbelasting

    (...)

    3.2.4 Winstaandelen

    Over een deel van zijn prestaties heeft de belastingplichtige geen omzetbelasting berekend.

    (...)

    3.2.4.2. [R-straat] 155-157

    Ten aanzien van de vergoeding gefactureerd aan Loyens & Loeff ad fl. 100.000 inzake [R-straat] 155-157, hebben wij een koopovereenkomst gedagtekend 18 mei 2001 in de administratie aangetroffen. Uit die overeenkomst blijkt dat [P-BV]

    voor zich en/of nader te noemen meester en belastingplichtige voor zich en/of nader te noemen meester genoemde onroerende zaken kopen. Er is door de verkopende partij uiteindelijk geleverd aan [P-BV]. In de leveringsakte d.d. 20 december 2001 waar notariskantoor Loyens & Loeff conform artikel 89 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek nauwkeurig de titel van overdracht heeft vermeld, wordt belastingplichtige niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT