Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Zutphen, 4 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Zutphen

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Straf

Meervoudige kamer

Parketnummer: 06/850271-12

Uitspraak d.d.: 4 december 2012

Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [plaats op 1966],

wonende te [plaats, adres].

Raadsman: mr. J. Zeegers, advocaat te Doetinchem.

Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van

20 november 2012.

De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

  1. hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009

    tot en met 18 mei 2011 te Doetinchem, in ieder geval in Nederland,

    ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde

    minderjarige [slachtoffer A], geboren op [1993],

    bestaande die ontucht hierin dat hij met zijn handen de borsten van die [slachtoffer A]

    heeft betast;

    art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht

  2. hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2010 tot

    en met 31 december 2011 te Doetinchem, in ieder geval in Nederland,

    ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer B], geboren op [1996],

    bestaande die ontucht hierin dat hij met zijn handen de borsten van die [slachtoffer B]

    heeft betast;

    terwijl die [slachtoffer B] toen de leeftijd van zestien jaren niet had bereikt en zij

    aan de zorg en/of waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd en/of die door

    verdachte werd verzorgd en/of opgevoed als behorend tot zijn gezin;

    art 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht

    art 247 Wetboek van Strafrecht

    Taal- en/of schrijffouten

    Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

    Overwegingen ten aanzien van het bewijs1

    Aanleiding van het onderzoek

    Na een informatief gesprek hebben [slachtoffer A] en [slachtoffer B] aangifte gedaan van ontucht2. Beiden verklaarden dat de partner van hun moeder, [verdachte] (verdachte), hun borsten meerdere malen had betast.

    Standpunt van het Openbaar Ministerie

    De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.

    Standpunt van de verdachte / de verdediging

    De raadsman heeft vrijspraak voor beide feiten bepleit. Hij heeft hiertoe betoogd dat geen sprake is geweest van ontuchtige handelingen. Zijn cliënt heeft de borsten van [slachtoffer A] en [slachtoffer B] opgemeten vanuit zijn verzorgende en opvoedkundige taken. Hij had daarbij geen seksuele bedoelingen. Daarnaast heeft de raadsman betoogd aan de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer A] en [slachtoffer B] afgelegde verklaring te twijfelen. Hij hecht het meest waarde aan de verklaring die [slachtoffer B] bij de rechter-commissaris heeft afgelegd.

    Beoordeling door de rechtbank

    De rechtbank zal beide feiten gelet op de onderlinge samenhang gelijk behandelen. Zij grondt haar overtuiging dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat, waarbij elk bewijsmiddel slechts is gebruikt ten aanzien van feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

    De rechtbank overweegt dat [slachtoffer A], geboren op [1993], heeft verklaard3 dat haar ouders zijn gescheiden in de periode dat ze tussen de vijf en acht jaar oud was. Toen ze tien of elf jaar was, kreeg haar moeder een vriend, [verdachte] (verdachte), die later bij hen kwam inwonen. In oktober 2009 zijn ze gaan wonen op de [adres in plaats]4. [slachtoffer A] begon met hardlopen en afvallen. Verdachte wees haar erop dat ze moest oppassen voor striemen, omdat haar borsten anders zouden gaan hangen. Hij liet haar voor de spiegel op de badkamer staan en bewegingen met haar armen maken waardoor haar spieren aanspanden. Ook pakte hij het vel van haar borst aan de bovenzijde, trok dat omhoog en zei "zo moeten ze staan, ze horen niet te hangen". Volgens [slachtoffer A] had zij dan haar

    t-shirt uit. Verdachte vroeg haar ook even haar bh uit te doen. Later begon verdachte met het opmeten van haar borsten. Hij zat op de bank en zij moest voor hem gaan staan, waarna hij haar buikomvang en de omvang onder haar borsten mat. Verdachte zei dat ze haar bh uit moest doen en mat vervolgens de omvang van haar borsten. [slachtoffer A] moest dat zelf op een papiertje gaan bijhouden. Als verdachte vroeg of ze het had opgemeten en ze negatief antwoordde dan zei hij dat ze het samen wel even zouden doen. [slachtoffer B] was er ook wel eens bij als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT