Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 4 de Diciembre de 2012

Datum uitspraak 4 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/6900 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 20 oktober 2011, 10-5615 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer (appellant)

de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (staatssecretaris)

Datum uitspraak: 4 december 2012

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

Appellant heeft desgevraagd nadere stukken ingezonden.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 oktober 2012. Voor appellant zijn verschenen mr. E.F.M. Rutten en E.J. Aafjes. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H.P.M. Schenkels en M. Bochallati.

OVERWEGINGEN

  1. Onder de staatssecretaris wordt in deze uitspraak ook begrepen diens rechtsvoorganger de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  2. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    2.1. Op 13 juli 2009 heeft de staatssecretaris de door appellant voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) over het vergoedingsjaar 2008 bij de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties ingediende verantwoordingsinformatie ontvangen met de bijlage bij de jaarrekening als bedoeld in artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze bijlage bevat een verslag van bevindingen met de bijbehorende accountantsverklaring van Deloitte Accountants B.V. (Deloitte) van 19 mei 2009. In dit verslag heeft Deloitte ten aanzien van het zogeheten werkdeel van de WWB gerapporteerd, dat over een bedrag van € 447.333,-- aan interne uren onzekerheid bestaat, omdat de urenadministratie van de gemeente niet onderhevig is aan toereikende interne beheersingsmaatregelen.

    2.2. Bij besluit van 4 mei 2010 heeft de staatssecretaris met toepassing van artikel 70, eerste lid, van de WWB een bedrag van € 447.333,-- van appellant teruggevorderd.

    2.3. Bij besluit van 27 september 2010 (bestreden besluit) heeft de staatssecretaris het bezwaar tegen het besluit van 4 mei 2010 ongegrond verklaard. Hieraan heeft de staatssecretaris ten grondslag gelegd, kort gezegd, dat appellant ten laste van het werkdeel WWB 2008 uitgaven tot een bedrag van € 447.333,-- aan interne uren heeft gedaan waarvan de juistheid en volledigheid niet met zekerheid kan worden vastgesteld.

  3. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT