Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Middelburg, 6 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Middelburg

RECHTBANK MIDDELBURG

Sector strafrecht

parketnummers: 12/700215-12 en 12/715219-12 [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 6 december 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren op [1978] te [woonplaats],

wonende te [adres],

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Middelburg -locatie Torentijd- te Middelburg,

ter terechtzitting verschenen,

raadsvrouw mr. Davidse, advocaat te Middelburg,

ter terechtzitting aanwezig.

1 Onderzoek van de zaak

De zaken zijn op de zitting van 1 oktober 2012 pro forma aangebracht en inhoudelijk behandeld op de zitting van 22 november 2012, waarbij de officier van justitie

mr. Huiskamp en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

Deze zaken zijn samen, doch niet gevoegd, behandeld met de zaak van [medeverdachte] (parketnummer 12/700213-12).

2 De tenlastelegging

Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt ten laste gelegd dat

  1. hij op of omstreeks 21 maart 2012 te Middelburg tezamen en in vereniging met

    een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)

    ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met

    geweld [slachtoffer 1] en/of [medeverdachte] heeft gedwongen tot de afgifte van 10.865

    euro en/of twee GSM's (Nokia en/of Blackberry), in elk geval een hoeveelheid

    geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan Sports World The

    Netherlands BV (geld) en/of [slachtoffer 1] (Nokia) en/of [medeverdachte]

    (Blackberry), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of

    zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin

    bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) steekbewegingen met

    twee in zijn, verdachtes, hand gehouden messen richting die [slachtoffer 1] en/of

    [medeverdachte] heeft/hebben gemaakt, althans dreigend messen in de richting van die

    [slachtoffer 1] en/of [medeverdachte] heeft/hebben gehouden/gewezen, in elk geval die

    [slachtoffer 1] en/of [medeverdachte] messen heeft/hebben getoond, en/of daarbij de woorden

    heeft/hebben getoegevoegd (zakelijk weergegeven): "geld." en/of "maak de kluis

    open." en/of geef me jullie gsm's.";

    art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

  2. hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012

    tot en met 19 juni 2012 te Middelburg tezamen en in vereniging met een ander

    of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke

    toe-eigening heeft weggenomen (in totaal) 15 paar sportschoenen (merk Nike

    en/of Adidas), in elk geval enige goederen, geheel of ten dele toebehorende

    aan Sports World The Netherlans B.V., in elk geval aan een ander of anderen

    dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);

    art 310 Wetboek van Strafrecht

    art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht

  3. hij op of omstreeks 11 juli 2011 te Middelburg tezamen en in vereniging met een

    ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke

    toe-eigening in/uit kluis (in een pand aan de Markt) heeft weggenomen

    24.500 euro, in elk geval een hoeveelheid geld, geheel of ten dele

    toebehorende aan Sports World The Netherlans B.V., in elk geval aan een ander

    of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of

    zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben

    verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik

    heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;

    art 310 Wetboek van Strafrecht

    art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht

    art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

  4. hij op of omstreeks 30 april 2010 te Middelburg met het oogmerk van

    wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto ([merk en kenteken])

    heeft weggenomen een bassbox/kist van een subwoofer en/of hoedenplank, in elk

    geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij

    verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of

    de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel

    van braak, verbreking en/of inklimming;

    art 310 Wetboek van Strafrecht

    art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

  5. gevoegd parketnummer: 12/715219-12:

    hij op of omstreeks 19 juni 2012 te Vlissingen een (vuur)wapen van categorie

    II, te weten een heimelijk vuurwapen gelijkend op een sleutelhanger (categorie

    II onder 4) voorhanden heeft gehad;

    De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover

    daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde

    betekenis te zijn gebezigd;

    art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

  6. gevoegd parketnummer 12/715219-12:

    hij op of omstreeks 19 juni 2012 te Vlissingen munitie van categorie III, te

    weten 7 kogelpatronen (merk RWS, kaliber .22), voorhanden heeft gehad;

    De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover

    daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde

    betekenis te zijn gebezigd;

    art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

    3 De voorvragen

    De dagvaarding is geldig.

    De rechtbank is bevoegd.

    De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

    Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

    4 De beoordeling van het bewijs

    4.1 Feit 1

    4.1.1 Standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie acht het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.

    Zij wijst in dat verband op de aangiften van [slachtoffer 1], [medeverdachte] en [aangever], op hetgeen is aangetroffen bij de doorzoekingen van de woningen aan de [adres a] ([medeverdachte]) en de [adres] (verdachte) in Vlissingen en de garagebox aan de [adres], alsmede op het onderzoek naar het mobiele telefoonverkeer tussen [medeverdachte] en verdachte. De officier van justitie acht aannemelijk dat verdachte op de hoogte was van de locatie van de kluis en de procedures binnen Sports World, waaronder het vaste tweewekelijkse geldtransport op donderdagen. In dit kader wijst zij op de verhouding van verdachte met [medeverdachte], die ten tijde van het feit werkneemster was bij Sports World.

    De verklaringen die verdachte en [medeverdachte] hebben afgelegd over de wijze waarop de bij de overval afgenomen telefoons weer in hun bezit zijn gekomen, hun verklaringen over de aangetroffen goederen in hun woningen en de garagebox, de verklaring van verdachte over de wijze waarop verdachte twee dagen na de overval een aangeschafte auto heeft betaald, acht de officier van justitie ongeloofwaardig en leugenachtig.

    Ook de verklaring van verdachte, na confrontatie met het zendmastonderzoek, over zijn vermoedelijke aanwezigheid in de buurt van de winkel, acht de officier van justitie ongeloofwaardig en leugenachtig. In het bijzonder wijst zij op het verschil in de verklaringen van verdachte en [medeverdachte] tegenover de politie op 5 april 2012 over het al dan niet bestaan van een verhouding tussen beiden ten tijde van de overval.

    4.1.2 Standpunt van de verdediging

    De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat het dossier geen bewijsmiddel bevat waaruit direct volgt dat verdachte de dader is van de overval. Er is slechts indirect bewijs en het ontbreekt aan aanknopingspunten waaruit afgeleid kan worden dat verdachte op enige wijze betrokken is geweest bij de afpersing. De getuigen hebben slechts een summier signalement gegeven en verdachte voldoet daar niet aan. Andere rond sluitingstijd gesignaleerde personen voldoen wel aan het door [medeverdachte] en [slachtoffer 1] gegeven signalement. Uit het sms verkeer van verdachte blijkt dat hij niet de overvaller kan zijn geweest. Rond het tijdstip van de overval van 18.00 uur stuurde en ontving verdachte namelijk sms-berichten, terwijl daar door [medeverdachte] en [slachtoffer 1] geen melding van is gemaakt. Dat het contact tussen verdachte en [medeverdachte] later is stilgevallen kan verklaard worden door de schrik van [medeverdachte] als gevolg van het meemaken van de overval. Uit geen van de telefoontaps blijkt dat verdachte betrokken is geweest bij de overval. Dat verdachte in het bezit is gekomen van de telefoon van [slachtoffer 1] berust op toeval. Niet is aangetoond dat het geld van de overval is gebruikt voor de betaling van de auto die verdachte op 23 maart 2012 heeft gekocht. Tevens staat niet vast dat de goederen die bij [medeverdachte] zijn aangetroffen in de garagebox gebruikt zouden zijn bij de overval. De belastende verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] betreffen verklaringen van horen zeggen, die bovendien onbetrouwbaar zijn. Er is enkel sprake van indirect bewijs dat onvoldoende moet worden geacht om tot een bewezenverklaring te komen. Verdachte dient van dit feit te worden vrijgesproken.

    4.1.3 Het oordeel van de rechtbank

    Op woensdag 21 maart 2012 heeft tussen 18.00 en 18.20 uur, na sluitingstijd, een overval plaatsgevonden op de winkel Sports World, gelegen aan de Markt 45 te Middelburg. Twee medewerksters, [medeverdachte] en [slachtoffer 1] waren in het kantoor van de winkel bezig het kasgeld te tellen in aanwezigheid van een andere medewerker, [medewerker 1]. In het kantoor bevond zich ook de kluis. Na de controle op kasverschillen op de computer die elders stond, is [medewerker 1] buiten gelaten en zijn [medeverdachte] en [slachtoffer 1] teruggekeerd naar het kantoor om de kassazakken te sealen. [slachtoffer 1] liep het kantoor binnen en daarna [medeverdachte]. Toen [slachtoffer 1] de deur van het kantoor op slot wilde draaien, stond er een man met een helm op en twee messen in zijn handen die riep “geld” en “dat de kluis open moet”. [slachtoffer 1] heeft de banking-bags (zakken met geld) gegeven en werd gedwongen deze in een zwarte tas te stoppen die de man op de grond had gegooid. Beide medewerksters dienden hun mobiele telefoons af te geven. Na de medewerksters te hebben medegedeeld dat zij in het kantoor moesten blijven, is de man weggegaan . Blijkens de aangifte van [aangever] was in de banking-bags een bedrag van € 9.880,- in biljetten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT