Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Hertogenbosch

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH

Sector bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 12/1418

uitspraak van de meervoudige kamer van 7 december 2012 in de zaak tussen

[eiser], te Sint-Oedenrode, eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode, verweerder,

(gemachtigde: mr. T.T.M. Linotte-de Louw).

Procesverloop

Bij besluit van 29 november 2011 (het primaire besluit) heeft verweerder met toepassing van artikel 86, tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding opgelegd op de conceptnotitie gemeentelijk accommodatiebeleid met bijlagen (conceptnotitie).

Tegen dit besluit heeft eiser bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 3 april 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder beslist op het bezwaarschrift.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2012. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

  1. Eiser is lid van de gemeenteraad van de gemeente Sint-Oedenrode. De conceptnotitie is aan de leden van de gemeenteraad verzonden.

  2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de met toepassing van artikel 86, tweede lid, van de Gemeentewet opgelegde geheimhouding op de conceptnotitie gehandhaafd. Hieraan heeft verweerder ten grondslag gelegd de in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, en tweede lid, aanhef en onder b en f, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) genoemde belangen.

  3. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder de geheimhouding ten onrechte heeft opgelegd,

    – kort gezegd – omdat de door verweerder aan de geheimhouding ten grondslag gelegde belangen hier niet aan de orde zijn.

  4. Ingevolge artikel 86, tweede lid, van de Gemeentewet kan, voor zover hier relevant, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wob, de geheimhouding worden opgelegd door het college en de burgemeester ten aanzien van stukken die hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

  5. De rechtbank stelt voorop dat het opleggen van een dergelijke geheimhoudingsplicht een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 26 oktober 2005, LJN: AU5002). Artikel 86, tweede lid, van de Gemeentewet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT