Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 17 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector Civiel recht

Uitspraak : 17 oktober 2012

Zaaknummer : 200.105.044/01

Rekestnrs. rechtbank : FA RK 10-10374 en FA RK 11-6216

appellant,

woonplaats,

verzoeker, tevens incidenteel verweerder, in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. M.S. Odink te ‘s-Gravenhage,

tegen

geintimeerde,

woonplaats,

verweerster, tevens incidenteel verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. M.J. Zennipman te ’s-Gravenhage.

Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming te ‘s-Gravenhage,

hierna te noemen: de raad.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De man is op 10 april 2012 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 9 januari 2012 van de rechtbank ‘s-Gravenhage.

De vrouw heeft op 8 juni 2012 een verweerschrift tevens houdende incidenteel appel ingediend.

De man heeft op 20 juli 2012 een verweerschrift op het incidenteel appel ingediend.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de man:

- op 6 augustus 2012 een brief van 2 augustus 2012 met bijlagen;

- op 7 augustus 2012 een brief van diezelfde datum met bijlagen;

van de zijde van de vrouw:

- op 13 juli 2012 een brief van 12 juli 2012 met bijlagen.

De zaak is op 17 augustus 2012 mondeling behandeld.

Ter zitting zijn verschenen:

- de man, bijgestaan door mr. D.H.J. Krouwel, waarnemend voor mr. M.S. Odink, en tevens bijgestaan door mevrouw K.S. van Wezel, tolk in de Spaanse taal;

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, en tevens bijgestaan door mevrouw J.J. van Ravesteijn-Prins, tolk in de Engelse taal.

De advocaat van de man heeft ter zitting pleitnotities overgelegd.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

Bij die beschikking is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is, voor zover thans van belang, uitvoerbaar bij voorraad bepaald dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw zullen hebben, alsmede dat zij bij de man zullen zijn:

- om de week van vrijdagmiddag vanuit de naschoolse opvang - dan wel de crèche zolang de jongste minderjarige deze nog bezoekt - tot zondagavond 19.00 uur, waarbij de man de minderjarigen ophaalt en thuisbrengt;

- iedere maandag vanuit de naschoolse opvang - dan wel de crèche zolang de jongste minderjarige deze nog bezoekt - tot dinsdagochtend naar school dan wel de crèche, waarbij de man de minderjarigen ophaalt en naar school dan wel de crèche brengt;

- om de week op woensdagmiddag vanuit school tot 19.00 uur, waarbij de man de minderjarigen ophaalt en thuisbrengt;

- gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg te bepalen.

Voorts is bepaald, uitvoerbaar bij voorraad, dat de man, met ingang van 1 januari 2012, voor de verzorging en opvoeding van de minderjarigen aan de vrouw zal betalen een bedrag van € 615,- per maand per kind, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.

BEOORDELING VAN HET PRINCIPALE EN HET INCIDENTELE HOGER BEROEP

  1. In geschil zijn de verdeling van de zorg en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) met betrekking tot de minderjarigen, en de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (hierna: kinderalimentatie) voor de minderjarigen.

  2. De man verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, opnieuw beschikkende:

    Ten aanzien van de zorgregeling

    - Primair het verzoek van de man om een co-ouderschapsregeling, inhoudende dat de

    kinderen via “een week op week af” regeling bij de ouders verblijven, te weten van maandag na school tot maandag erop voor school, alsnog toe te wijzen;

    - Subsidiair, indien het primaire verzoek niet wordt toegewezen, de navolgende zorgregeling vast te stellen: de kinderen verblijven bij de man elke twee weken van vrijdagavond te 18.00 uur tot dinsdagochtend en elke dag, behalve woensdag, na schooltijd tot 17.30 uur en elke woensdag uit school tot 18.45 uur.

    Ten aanzien van de kinderalimentatie

    - primair indien het verzoek tot vaststelling van een co-ouderschapsregeling wordt toegewezen, te bepalen dat de man geen bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van de kinderen aan de vrouw is verschuldigd;

    - subsidiair een kinderalimentatie vast te stellen van ten hoogste € 470,11 per maand per kind met ingang van 1januari 2012, althans subsidiair met ingang van de datum van indiening van dit appelverzoekschrift...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT