Voorlopige voorziening van Rechtbank Maastricht, Voorzieningenrechter, 10 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK MAASTRICHT

Bestuursrecht

Zaaknummers: AWB 12 / 1939, AWB 12 / 1940 en AWB 12 / 1986

Uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[namen verzoeksters 1 t/m 6],

verzoeksters,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, verweerder.

Datum bestreden besluit: 5 november 2012

Kenmerk: ---

Procesverloop

Bij het in de aanhef van deze uitspraak genoemde besluit heeft verweerder de openingstijden van de gemeentelijke straatprostitutielocatie met onmiddellijke ingang vastgesteld op 21.00 uur tot 24.00 uur en met ingang van 1 december 2012 vastgesteld op 21.00 uur tot 23.00 uur.

Verzoeksters hebben tegen dit besluit (drie) bezwaarschriften doen indienen bij verweerder. Voorts is de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht ter zake een voorlopige voorziening, als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), te treffen.

Verweerder heeft de stukken die op de zaken betrekking hebben ingezonden.

De verzoeken zijn (gevoegd) behandeld ter zitting van 4 december 2012, waar verzoeksters sub 1, sub 2 en sub 6 zijn verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van verzoeksters, mr. R.W.J.L. Loonen, advocaat te Heerlen.

Verweerder heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen door mr. J.A.L. Devoi en mr. K.W.A.J. Kremer, beiden werkzaam bij verweerders gemeente.

Overwegingen

  1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb – voor zover hier van belang – kan, indien tegen een besluit, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

  2. De voorzieningenrechter stelt vast dat aan de eerste twee in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb geformuleerde formele vereisten is voldaan, nu namens verzoeksters bezwaar is gemaakt tegen verweerders besluit ter zake waarvan een voorlopige voorziening is gevraagd en deze rechtbank bevoegd kan worden geacht om van de (mogelijke) hoofdzaken kennis te nemen. Ook de vereiste onverwijlde spoed acht de voorzieningenrechter, mede gelet op het verhandelde ter zitting, voldoende aannemelijk gemaakt.

  3. Tot het treffen van een voorziening zal in het algemeen slechts aanleiding bestaan, indien op grond van de beschikbare gegevens moet worden geoordeeld dat zonder die voorziening het voor de indiener van het verzoek uit het bestreden besluit voortkomend nadeel onevenredig is in verhouding tot het met dat besluit te dienen belang. Daarbij gaat het om een afweging van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT