Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 2 de Junio de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Junio de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

Rechtbank 's-Gravenhage

sector bestuursrecht

derde afdeling, enkelvoudige kamer

Reg. nr. AWB 07/3872 WRB

UITSPRAAK

als bedoeld in artikel 8:77

van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Uitspraak in het geding tussen

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,

en

de Raad voor Rechtsbijstand te 's-Gravenhage, verweerder.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    Op 16 juli 2004 heeft de raadsvrouwe van eiser bij verweerder een aanvraag om een toevoeging voor rechtsbijstand ingediend ([nummer]) voor het voeren van een procedure (verweer tegen de afzetting als executeur testamentair).

    Bij besluit van 30 augustus 2004 heeft verweerder een voorwaardelijke toevoeging verleend.

    Op 3 februari 2006 heeft de raadsvrouwe een aanvraag ingediend om de voorwaardelijke in een definitieve toevoeging te muteren.

    Bij besluit van 19 september 2006 heeft verweerder op die aanvraag afwijzend beslist, omdat eiser niet had gereageerd op herhaalde verzoeken om aanvullende gegevens.

    Bij brief van 28 oktober 2006 heeft eiser tegen dat besluit bij verweerder bezwaar gemaakt.

    Op 1 februari 2007 is eiser op zijn bezwaar gehoord door de Commissie voor Bezwaar. Deze commissie heeft eiser verzocht om aanvullende gegevens. Bij brief van 5 maart 2007 heeft eiser op dat verzoek van de commissie gereageerd.

    Bij besluit van 30 maart 2007 (verzonden: 6 april 2007) heeft verweerder, overeenkomstig het advies van de Commissie voor Bezwaar van 30 maart 2007, het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

    Bij brief van 15 mei 2007 (verzonden op 16 mei 2007 en bij de rechtbank ontvangen op 21 mei 2007) heeft eiser tegen dat besluit bij de rechtbank beroep ingesteld.

    Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden.

    Het beroep is behandeld op zitting op 13 maart 2008.

    Eiser is daar in persoon verschenen.

    Verweerder is verschenen bij zijn gemachtigde, G. van Dort.

    Bij brief van 6 mei 2008 heeft de rechtbank partijen bericht dat zij de termijn voor het schriftelijk uitspraak doen met ten hoogste zes weken had verlengd.

  2. Motivering

    1. De rechtbank staat in dit beroep voor de vraag of het bestreden besluit, gelet op de daartegen aangevoerde beroepsgronden, de toetsing aan geschreven en ongeschreven rechtsregels kan doorstaan.

    2. De rechtbank merkt allereerst op dat eiser in zijn beroep kan worden ontvangen. Het beroepschrift is door de rechtbank weliswaar eerst op

      21 mei 2007, derhalve na afloop van de beroepstermijn, ontvangen, maar uit de afstempeling op de verzendenveloppe blijkt dat het beroepschrift op

      16 mei 2007, derhalve binnen de beroepstermijn, op het postkantoor ter aangetekende verzending is aangeboden en door TPG Post op dezelfde dag is afgestempeld. Nu het beroepschrift door de rechtbank binnen een week na...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT