Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Breda, 17 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

beschikking

RECHTBANK BREDA

Sector Civiel recht

zaaknummer / rekestnummer: 254857/HA RK 12-190

Beschikking van 17 december 2012

in de zaak van

de naamloze vennootschap NV NATIONALE BORG-MAATSCHAPPIJ,

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,

appellante,

advocaat: mr. S.A. Gijsbertsen,

tegen

MR. B. VAN LEEUWEN en MR. P.E. BUTTERMAN, in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de naamloze vennootschap ZEELAND ALUMINIUM COMPANY NV,

kantoorhoudende te Goes respectievelijk Breda,

belanghebbenden,

advocaat: mr. J.A. de Waard.

Partijen worden hierna aangeduid als NB en de curatoren.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het beroepschrift, ter griffie ingekomen op 1 oktober 2012, met 3 producties;

    - het aanvullend beroepschrift met 20 producties;

    - het verweerschrift;

    - de mondelinge behandeling van 3 december 2012,

    - de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling door mr. Gijsbertsen overgelegde pleitnotitie en het door de curatoren overgelegde e-mailbericht van 21 november 2012.

    1.2. Ten slotte is uitspraak bepaald.

  2. Het geschil

    2.1. NB verzoekt dat de rechtbank bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:

  3. de beschikking van de rechter-commissaris van 27 september 2012, bekend onder nummer 11-786F, vernietigt;

  4. de curatoren beveelt (opnieuw) onderzoek te doen naar de rechtmatigheid en in het bijzonder naar het (on)verplichte karakter van de verpanding aan Glencore en daarover de crediteuren en in het bijzonder aan NB en ZSP verantwoording af te leggen, alsmede indien uit dit onderzoek zou volgen dat de verpanding inderdaad een paulianeus karakter heeft, de curatoren reeds nu te bevelen deze rechtshandeling te vernietigen;

  5. de curatoren beveelt in het kader van hun verweer op dit verzoek de correspondentie tussen de curatoren, Glencore en/of de rechter-commissaris die voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst van 23 december 2011 tussen de curatoren en Glencore werd gevoerd en die betrekking heeft op (de erkenning van) het door Zalco ten behoeve van Glencore gevestigde derdenpandrecht in het geding te brengen;

  6. de curatoren veroordeelt in de kosten van de procedure.

    2.2. De curatoren concluderen tot verwerping van het beroep.

  7. De beoordeling

    3.1. De rechtbank gaat uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten:

    - De naamloze vennootschap Zeeland Aluminium Company NV (hierna Zalco), statutair gevestigd te Vlissingen en kantoorhoudende te Ritthem, is een dochtervennootschap van de besloten vennootschap BaseMet BV (hierna BaseMet).

    - Zalco hield zich bezig met de productie van aluminium en exploiteerde daartoe in de haven van Vlissingen onder meer een aluminiumsmelterij, een aluminiumgieterij en een anodefabriek.

    - In 2007 heeft Zalco bijna het volledige bedrijventerrein aan de naamloze vennnootschap Zeeland Seaports NV (hierna ZSP) verkocht en geleverd, waaronder het gedeelte waarop de aluminiumsmelterij staat. ZSP heeft het terrein vervolgens in erfpacht gegeven aan Zalco. Daarnaast heeft ZSP ten behoeve van Zalco een recht van opstal gevestigd.

    - Op 27 januari 2010 heeft NB voor haar vordering op Zalco een recht van eerste hypotheek verkregen op het recht van opstal en het recht van erfpacht. Daarnaast had NB nog een pandrecht.

    - Omstreeks dezelfde tijd heeft ZSP voor haar vordering op Zalco een recht van tweede hypotheek verkregen op het door haar aan Zalco verleende recht van opstal en recht van erfpacht.

    - De vennootschap naar Zwitsers recht Glencore AG (hierna Glencore) is een van de grootste leveranciers van grondstoffen van Zalco. Zij leverde aluinaarde voor de productie van aluminium. Deze aluinaarde werd geleverd via een zustervennootschap van Zalco, de vennootschap naar Zwitsers recht Panther Trading AG (hierna Panther).

    - Glencore heeft in verband met de laatste levering aluinaarde van Zalco een derdenpandrecht bedongen. Het pandrecht strekt tot zekerheid voor al hetgeen Glencore te vorderen heeft van BaseMet en/of Panther.

    - Dit pandrecht is gevestigd op 21 november 2011. Volgens deze akte is het pandrecht gevestigd op ‘all moveable assets’. Blijkens de akte dient dit begrip aldus te worden uitgelegd dat daaronder alle aluminium voorraad en aluminium metaal voorraad vallen, waaronder eindproducten, halffabricaten en vloeibaar aluminium in de ovens.

    - Op 13 december 2011 is Zalco bij vonnis van de rechtbank Middelburg op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mrs. Van Leeuwen en Butterman tot curator.

    - Ten tijde van het faillissement was de onderneming nog vol in bedrijf. Een deel van het aluminium bevond zich nog in vloeibare toestand in de ovens van de aluminiumsmelterij. Kort na het uitspreken van het faillissement is het productieproces van Zalco stilgelegd, als gevolg waarvan het vloeibare aluminium in de ovens is gestold.

    - Op 23 december 2011 hebben de curatoren met Glencore een overeenkomst gesloten. Met betrekking tot de aluinaarde hebben zij verklaard dat zij de eigendom van Glencore erkennen. Met betrekking tot de ‘Pledged goods’, het pandrecht op de goederen, hebben zij verklaard dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT